Over Jan Jaap Karsten

Schrijver in mijn dromen. Basisschooldirecteur. Ex-leraar Nederlands. Vader. Man. In omgekeerde volgorde. Denk ik.

Endo, Shusaku | Stilte

Shusako Endo - StilteDe roeping om Gods Woord te brengen in landen waar Het nog niet is, bij mensen die er nog niet eerder van gehoord hebben is iets wonderlijks. Zo’n gevaarlijk gebied opzoeken doe je niet uit hang naar avontuur, uit verveling of uit een soort halfhartige overtuiging: je gaat omdat je moet, omdat je voelt, weet dat God je daar hebben wil. De hoofdpersoon van het boek Stilte van Sushako Endo voelt een dergelijke roeping en gaat op pad. Het boek is opnieuw uitgebracht door uitgeverij Kok naar aanleiding van de recente verfilming van het verhaal.

Priester Sebastian Rodrigo (zo heet de hoofdpersoon van het boek) scheept zich met nog een andere priester in om naar Japan te reizen, om daar ongelovigen te bekeren, de gelovigen te onderwijzen en de priesters die al ter plaatse zijn te ondersteunen en te bemoedigen. Hij doet dit in weerwil van de verhalen die hem uit Japan bereikt hebben, die beweren dat een voorbeeldige priester in Japan gevangen zou zijn genomen en uiteindelijk zijn geloof zelfs zou hebben afgezworen.

In China aangekomen ontmoeten de priesters een man, die op hen een ronduit kruiperige en onbetrouwbare indruk maakt. Hij beweert echter de weg naar Japan te weten en sterker nog, hij zegt christenen te kennen. Hoewel de man hun weerzin wekt, nemen ze hem aan als gids. Ze komen echter inderdaad aan in Japan en vinden onderdak bij een Japanse gemeente. Lang verhaal kort: lange tijd vertoeven ze daar buiten het zicht van het gezag dat christenen vervolgt, maar uiteindelijk worden ze ontdekt  en opgepakt. Ze zijn verraden door de gluiperige man, die overigens nog steeds volhoudt christen te zijn en smeekt om genade en voortdurend wil biechten.

Maar het is niet zozeer het verloop van de gebeurtenissen die de aandacht van de lezer opeist. Uiteindelijk staat de ontwikkeling van het geloof van Rodrigo centraal in dit boek. Want wie met zo’n roeping, zo’n diepe overtuiging op pad gaat, die weet God aan zijn zijde. Uiteindelijk zal God tussenbeide komen en de evangelist beschermen tegen de heidenen. Dat is uiteindelijk de overtuiging die ieder mens die het goede wil doen diep in zich omdraagt. Maar hoeveel geduld moet je dan hebben? Als je dag in, dag uit bidt om Gods hulp en verlossing, maar niets terugkrijgt dan stilte? Het is die beproeving die Endo pagina na pagina uitspint: God is de grote Afwezige in dit boek.

De beproeving verdiept zich nog als Rodrigo uitgelegd krijgt dat het woord Gods Zoon door een slordige vertaler naar het Japans is vertaald als Gods Zon. En dat is de God die de Japanners altijd al aanbaden, dus uiteindelijk is het hele evangelie ook nog eens niet geland op de manier die Rodrigo voor ogen had. Als dan blijkt dat er mensen een gruwelijke dood sterven voor een evangelie dat helemaal niet het echte is, wordt het laatste restje geloof uit Rodrigo geperst.

En toch is dat ook een vraag die Endo thematiseert: geloof dat je hebt, is dat wel geloof? En als je dat geloof kwijtraakt, betekent dat dan dat je niet meer bij Christus hoort? Is niet uiteindelijk het kwijtraken van alles waar je op hoopte, de volkomen eenzaamheid en verlatenheid de gestalte waarin er pas echt ruimte komt voor God? Rodrigo is de gluiperige man geworden. De lezer is ook de gluiperige man geworden. Het besef dat er niets in jou zelf zit wat je kunt aandragen om de hemel te openen of om God naar je toe te halen sluit langzaamaan de lezer in. Zo komt er ruimte voor de gedachte dat juist het afzweren van het eigen geloof een geloofsdaad is.

Het is een bijzonder boek. Het is al meer dan 50 jaar oud, maar het is bijzonder toegankelijk, uitermate actueel en zeer relevant voor elke christen. Lees dit, mensen!

Mak, Geert | De levens van Jan Six

De levens van Jan Six - Geert MakGeert Mak z’n nieuwste boek gaat over Jan Six. Hij is het schoolvoorbeeld van een 17e eeuwse, geslaagde man. Hij kwam op 14 januari 1618 ter wereld. Hij maakte deel uit van een rijke familie die lakens verfde en daar geld als water mee verdiende. Jan was niet gemaakt voor dergelijk vakmanschap en hield zich vooral bezig met kunst, literatuur en het bestuur van de stad.

Hoewel de kunst en de literatuur zijn hele leven belangrijk voor hem bleven, stak hij er vooral in zijn jonge, ongehuwde jaren veel tijd in. Ook hij maakte de reis naar Italië, zoals zoveel van zijn tijdgenoten deden. Het doel van de reis was het opbouwen van een zakelijk netwerk, maar ook het opdoen van culturele bagage. Jan geniet met volle teugen en als hij terug is in Amsterdam maakt hij al snel naam als cultuurkenner en verzamelaar (hij kaapte met zijn bijna onbeperkte financiële kracht menigmaal een cultuurschat onder de neus van concurrenten weg).

Maar er moet een vrouw in zijn leven komen. Er moet, schrijf ik, want het huwelijk is duidelijk heel strategisch gesloten. Het gaat om de dochter van Nicolaes Tulp, een van de invloedrijkste burgermeesters van Amsterdam van die tijd. Wel invloed, niet zoveel geld was een uitstekende keus voor Jan, die veel geld had, maar nog wel wat invloed wilde. Daarna raakt de kunst wat meer achterop en is Jan vooral bezig het politieke spel te spelen en bestuurlijke (lees lucratieve) functies veilig te stellen voor zichzelf en zijn vriendjes.

Ook de vriendschap van Jan Six met Rembrandt van Rijn komt duidelijk in het boek naar voren. Dat is helaas niet gunstig voor Rembrandt, want die komt weliswaar geniaal in beeld, maar vooral ook als onbetrouwbaar, schuldenmakend, harteloos en asociaal.

Prachtig laat Geert Mak zien hoe Jan Six zich ontwikkelt van losse jongeman, die vooral feest viert en achter de vrouwen aanzit (of in elk geval één) tot een man die zijn verantwoordelijkheid neemt in zijn dagelijks leven, zijn huwelijk en in de stad. Six dient zo als een mooi exempel om een hele tijd door te lichten.

Geert Mak beschrijft vervolgens ook de afstammelingen van Jan Six, maar die staan toch vooral in de schaduw van hun machtige voorvader. Opvallend is wel dat ze vrijwel allen steeds opvallen in hun omgeving en altijd weer een vooraanstaande plek pakken, hetzij in het maatschappelijke, hetzij in het zakelijke leven.

Fantastisch boek. Het enige waar ik me een beetje aan stoorde in dit boek is de vele speculaties die Mak maakt, over liefdes van Jan, over de gunsten die hij kreeg of verleende, enzovoort. Vaak in de vragende vorm, maar wat mij betreft toch te speculatief. Daar bediende hij zich in eerdere boeken een stuk minder van.

Coetzee, J.M. | De schooldagen van Jezus

J.M. Coetzee - De schooljaren van JezusCoetzee won in 2003 de nobelprijs voor de literatuur. De schrijver uit Zuid-Afrika staat bekend om zijn eenvoudige stijl: hij schrijft korte zinnen, besteedt weinig tijd aan sfeerbeschrijvingen en heeft ijzersterke dialogen. Toch weet hij vaak belangrijke thema’s dichtbij te brengen door zijn toegankelijke stijl.

In dit boek, dat een vervolg is op De kinderjaren van Jezus, groeit het jongetje David verder op en moet er een school voor hem worden gevonden. David komt terecht op een school die het accent legt op dans en via dansen voor de sterren probeert uit te leggen hoe de wereld in elkaar zit. Dat klinkt tamelijk absurd in de oren van pleegvader Simon, de pleegvader van David, die zichzelf geen houding meer weet te geven. Ook de pleegmoeder, Ines heeft moeite met de schoolkeuze van haar pleegzoon. Het is een school die in alle opzichten vreemd opereert (kinderen gaan op jonge leeftijd intern terwijl ze in dezelfde stad wonen, ze gaan een weekendje weg naar een naturistenstrand), maar David voelt zich er als een vis in het water en deelt mee dat men hem begrijpt.

De schoolloopbaan van David lijkt een abrupt einde te krijgen als zich een schokkende gebeurtenis op school voordoet en Simon verwacht dat David nu wel een afschuw van de school zal krijgen. Maar zelfs dan houdt David vast aan zijn voorkeur.

Het boek lijkt over Jezus te gaan, maar nergens in het boek wordt Hij genoemd. Toch zijn bepaalde elementen heel herkenbaar: twee gewone mensen die een heel bijzonder kind moeten opvoeden, die hen in alles te slim af lijkt te zijn. De pleegvader, Simon, probeert zijn zoon puur rationeel op te voeden en voert zeer geduldig socratische gesprekken met hem. Maar zelfs deze geduldige man, die bijna nooit zijn zelfbeheersing verliest kan niet op tegen de onbevangen, bijna onwerkelijke vragen van zijn pleegzoon. Dit hoofdthema lijkt vooral terug te voeren op de twaalfjarige Jezus in de tempel.

Waar vader probeert verstandig te zijn, geeft zoon voluit de voorkeur aan het gevoel en de ziel en sluit zijn vader dan ook voortdurend buiten. De lezer voelt de frustratie mee en meteen dringt zich de vraag op: hoe zou ik met Jezus zijn omgegaan als ik hem zou hebben ontmoet? Ook ander personages en situaties in het boek doen aan het leven van Jezus denken. De vergevingsgezindheid van David, de pleegouders die voortdurend de herkomst van hun kind thematiseren, een lerares op school heet Ana Magdalena.

Het mooie is wel dat vader niet opgeeft om zijn zoon te begrijpen en zichzelf uiteindelijk voorzichtig openstelt voor de wereld van zijn kind en aan het eind gloort een begin van begrip. Ik verwacht nog een deel in deze serie. Hopen dat dat geen drie jaar duurt.

Clancy, Tom & Grant Blackwood | Onder vuur

Tom Clancy - Onder vuurTom Clancy heeft tientallen boeken op zijn naam staan. Het zijn boeken die veelal draaien rondom de thematiek van de koude oorlog. Er worden hoge politieke spelletjes gespeeld en Jack Ryan (nota bene de zoon van de president) raakt er steevast bijna toevallig in verzeild. Zo ook in de laatste vertaalde thriller van Clancy (die al niet meer leeft, de formule wordt uitgewerkt door schrijvers die in zijn naam en stijl werken): Jack Ryan is in Iran en ontmoet een oude schoolvriend. Die geeft hem heel subtiel aanwijzingen, maar nog voor Ryan besloten heeft er iets mee te gaan doen, wordt hij aangesproken door twee mannen die hem ondervragen. Het blijkt dat zijn vriend Seth in een staatsgevaarlijk plan is terechtgekomen en zijn hulp goed kan gebruiken.

Jack is helemaal niet van plan zich in het gedoe te mengen, maar als hij door twee mannen onder druk wordt gezet om vooral zijn vriend te verraden, omdat die tot over zijn oren in een landverraad zou zitten, besluit hij dat hij er meer van wil weten. Vervolgens wordt hij in het appartement van Seth overvallen door twee andere mannen, die hem vervolgens meenemen, maar Jack springt uit de rijdende bus. Vervolgens wordt hij opgepikt door een vrouw die op zoek is naar Seth, omdat ze een informant van hem is, maar ook omdat ze een uit de hand gelopen flirt met hem heeft gehad. Zo zijn na dertig pagina’s alle ingrediënten voor een snelle thriller in stelling gebracht.

Uitmelken

Het is typisch voor een formule die uitgemolken wordt. De geestelijk vader ervan is zoals gezegd al overleden, maar met verschillende schrijvers die in de stijl van Clancy blijven, wordt het succes verder gerekt. Het eerste slachtoffer dat in al dat schrijfgeweld valt, is de realiteitszin. Hoewel er handig voor is gekozen de zoon van de oorspronkelijke Jack Ryan (die nu president van Amerika is), Jack Ryan jr., in stelling te brengen, blijft het toch wat onecht aanvoelen dat deze zoon zomaar zijn gang kan gaan en nooit ergens als de zoon van herkend wordt. Daarbij raakt hij steeds per ongeluk betrokken bij gebeurtenissen die van wereldschokkende aard zijn. Maar wie bereid is de grenzen van de werkelijkheid wat te verleggen en gewoon op zoek is naar een heldhaftig verhaal, is bij Jack Ryan aan het goede adres.

Seth lijkt inderdaad gecorrumpeerd in een staatsgreep, maar Jacks vertrouwen in zijn vriend maakt dat hij Seths beweegredenen doorgrondt en erachter komt dat Seth zelf ook weer een pop aan andermans touwtjes is. Origineel is het niet, vermakelijk wel.

Wiman, Christian | Mijn heldere afgrond

Christian Wiman - Mijn heldere afgrondChristian Wiman is, of in ieder geval was in Nederland niet zo bekend. Hij schrijft poëzie die zelfs in Amerika slechts een bepaalde groep lezers bereikt. Er is tot op heden nog niet veel van hem vertaald in het Nederlands. Toen Wiman er echter achter kwam dat hij een nare kanker in zich omdroeg, besloot hij een uitstap naar proza te maken. Wie echter denkt met Mijn heldere afgrond een ontroerende bekeringsgeschiedenis in huis te halen van een man die afstand neemt van het geloof, ziek wordt en op de bodem van zijn bestaan God weer vindt, komt bedrogen uit.

Het is namelijk geen makkelijk boek. Er wordt gewerkt met woorden als bouleversante, numineuze en atavistisch. Daarnaast is er ook geen heel duidelijke lijn, je wordt als lezer niet op sleeptouw genomen. Wiman benadert zijn lezer als altijd: hij verwacht dat de lezer zich inspant om de beelden, gedachten en zinnen te begrijpen. In die zin ligt dit boek dichter bij poëzie dan bij veel proza. Het boek is in zekere zin een poëtica. Niet zelden geeft Wiman uitlegt over poëzie, over hoe die bedoeld is, wat zijn voorbeelden zijn en, ook niet onbelangrijk, hoe die zich verhoudt tot het geloof. ‘Tegenwoordig heb ik geen geduld met poëzie die niet doortrokken is van, en getransfigureerd door, de wereld. Daarmee bedoel ik (…) een poëzie waarbij je kunt voelen dat de verbeelding van de dichter geladen wordt door de volle confrontatie met de wereld, en er tegelijk door wordt gelouterd.’

De zin bepaalt ons meteen bij de centrale gedachte van het boek: hoe gelooft men in God terwijl er zoveel kwaad in de wereld is? Hoe verhouden het beeld van een almachtige God zich tot een ellendige en kapotte wereld? Het boek bevat dan ook geen platte praiseteksten, maar steekt af naar een diepte waar een 21e eeuwse christen zelden meer komt. ‘Vreemd, hoe alleen al eerlijk over God te spreken, al is het alleen maar om onze ervaring van afzondering en verwarring te articuleren, vrede kan brengen in onze geest. Je dacht dat je ongelukkig was omdat dit of dat misging in je relatie, dit of dat scheef zat in je werk, maar in werkelijkheid komt je verdriet voort uit je afkeer, je stiekeme ontwijken, van God. (…) Je kunt niet werken aan de structuur van je leven, als de grond van je bestaan onvast is.

Wie de moeite en de tijd neemt om het boek te begrijpen, ontdekt de ene mooie gedachte na de andere over geloof, leven en poëzie. Mijn boek zit vol ezelsoren van alle passages die de moeite waard zijn. Een laatste voorbeeld over hoe je je vergewist van de waarheid van een spirituele ervaring: zij duwt je terug naar de wereld en andere mensen en niet simpelweg dieper jezelf in. Goed, nog eentje dan: Wat je twijfel waard is, kun je herkennen aan de kwaliteit van de onrust die hij zaait.

Bakker, Gerbrand | Jasper en zijn knecht

Gerbrand Bakker - Jasper en zijn knechtGerbrand Bakker heeft in de harten van veel Nederlanders een plekje veroverd met het boek Boven is het stil. Het boek valt op door de kalmte, de rustige observaties, de beeldschone beschrijvingen en de terloopse emoties. Het boek beleeft momenteel z’n 25e druk. Maar wie zich verdiept in het oeuvre van Bakker, ziet dat hij niet het type schrijver is dat om de twee jaar opnieuw een dergelijke roman aflevert. Gelukkig maar, want er zijn maar weinig schrijvers die dan op niveau blijven. Maar bij Bakker zien we dat hij wel met regelmaat titels aflevert, maar het zijn boeken die de lezer al snel kan aanzien voor tussendoortjes: een dierendagboek, een bomendagboek, boeken voor speciale gelegenheden. Gerbrand lijkt de volgende ‘grote’ roman niet makkelijk te kunnen afleveren. Na 2011 wordt het zelfs helemaal stil aan het boekenfront en moesten we het doen met zijn blog en diverse columns, o.a. in de Groene Amsterdammer en Trouw.

Maar in 2016 verschijnt er dan toch echt een boek. Het gaat om een dagboek. Het boek valt uiteen in twaalf gedeelten, die allemaal de naam van een maand dragen, te beginnen met december, om in chronologische volgorde verder te gaan. Gerbrand deelt kleine gebeurtenissen uit zijn dagelijks leven met ons. Hij vertelt over zijn omgang met familie, met zijn buren, met zijn uitgever en af en toe over een andere beroemdheid die hij mag ontmoeten. Vooral de laatste ontmoetinkjes zijn vaak op een heerlijk vileine toon geschreven: “…Ik wilde Arnon (Grünberg, red.) nog even een had geven, ik vind het raar om ergens geweest te zijn elkaar af en toe aangekeken te hebben (dacht ik) en dan zomaar weg te gaan. (…) Hij keek me aan en zei: ‘Wie ben jij ook maar weer? Ik proestte het uit.”

Rode lijn in het boek in het boek is de hond van Gerbrand, die (als hij zin heeft) luistert naar de naam Jasper. Gerbrand neemt positie in ten opzichte van de hond, wil een goede baas zijn en raakt verknocht aan de hond. Tegelijk is het geen hond die zich makkelijk geeft en Gerbrand spiegelt zich daaraan.

Maar wat het boek het meest inhoud geeft is dat Bakker de dagelijkse gebeurtenissen, ontmoetingen en ervaringen met Jasper gebruikt als opstapjes naar herinneringen. Hoe hij zich ontwikkelde als jongeman, hoe hij zichzelf ontdekte als homofiel (inclusief enkele expliciete jeugdervaringen daaromtrent), hoe hij schaatste op hoog niveau en last but not least: hoe hij in een depressie verzeild raakte.

Alles met alles geen vrolijk boek, zeker niet als je ook het slot in acht neemt (dat ik hier niet zal verklappen). Het is overduidelijk een boek van Gerbrand Bakker: zijn observaties over het leven van alledag zijn weer meesterlijk en de manier waarop hij ze verwoordt is prachtig. Ook de manier waarop hij de depressie beschrijft is zo knap. In feite sijpelt het al door de tekst heen, nog voor hij het woord depressie gebruikt. Hij is ook erg eerlijk (af en toe vraag ik me af of hij niet enkele relaties om zeep helpt) en ik vind het persoonlijk te eerlijk. Ik hoef niet precies uitgemeten te krijgen hoe zijn seksuele ervaringen allemaal zijn geweest. En al vloekt hij in eerdere boeken nauwelijks, dat is in dit boek wel anders.

Cook, Robin | Donor

Robin Cook - DonorHet genre van de medische thriller wordt gedomineerd door Robin Cook, die ooit zelf begon als arts. Bijna 40 jaar geleden schreef hij ‘Coma’, het boek waarmee hij eigenhandig een genre in het leven riep. Met inmiddels 35 boeken is hij sinds 1972 niet meer weg te denken uit de boekenkast van de thrillerliefhebber.

Het nieuwste verhaal, Donor, gaat over een jonge geneeskundestudent wiens vriend bij een simpele operatie in een coma raakt en in een kasplantje verandert. Voor de kenner van de boeken van Cook gaat er nu een lampje aan: waar heb ik dat eerder gezien? Uiteraard wil ze weten hoe dat nou kan en omdat ze student is in het ziekenhuis, kan ze, gesteund door haar hondstrouwe studievriend, zich vrij eenvoudig toegang verschaffen tot allerhande informatie. Het blijkt dat de mensen die de operatie uitvoerden en met name de anesthesist voor minstens zo’n groot raadsel staan als zijzelf. Toch doet het ziekenhuis wel erg z’n best om deze zaak in de doofpot te stoppen en wordt de comapatiënt wel heel snel opgeborgen in een gloednieuw en hightech centrum voor soortgelijke ongelukkigen.Dankzij de vasthoudendheid van de twee studenten blijkt het niet een menselijke fout te zijn, maar ontvouwt zich een afschuwelijke werkelijkheid.

Niet geloofwaardig

Het boek leest lekker door, je steekt en passant veel op over ziekenhuizen en hun vocabulaire. Thrillers moeten vaart hebben, maar dit boek heeft er een beetje te veel van: allerlei emoties, bijvoorbeeld rond het verliezen van de liefdespartner, worden te oppervlakkig meegenomen, wat mij betreft. En ik zal geen verrassingen weggeven, maar de manier waarop de zaak plotseling een heel criminele en dreigende trek krijgt, is wat mij betreft niet geloofwaardig. Robin Cook is een veelschrijver met een enorm hoog tempo. Bijna jaarlijks verschijnt er een boek met zijn naam erop. In dit boek merk je dat. Niet alleen is de plot niet bijster origineel meer (vergelijk Coma), maar het boek grijpt je nergens echt bij de strot en de personages worden nooit mensen van vlees en bloed, helemaal niet door het misplaatste gebruik van slang door een van de hoofdpersonen. Robin Cook leunt wat mij betreft te zwaar op de angst die iedereen in mindere of meerdere mate in zijn onderbuik heeft: kom ik dat ziekenhuis ongeschonden weer uit?

Berg, Reinier van den | Weergenieten

Weer genieten - Reinier van den BergReinier van den Berg is een liefhebber van het weer. Hij maakt er zelfs zijn werk van en is als presentator van het weer regelmatig te zien bij RTL4. Daarnaast heeft hij vanuit zijn observaties in de natuur een missie om anderen het belang van duurzaamheid in te doen zien. In dit boekje echter gaat hij vooral in op de schoonheid en de emotie van het weer.

Het weer kan gevaarlijk zijn, het kan zacht zijn, het kan nat of koud zijn, het kan zonnig of benauwd zijn: Reinier ziet er altijd wel iets moois in. Dat onderbouwt hij met veel kennis. Het boek verschaft bijvoorbeeld inzicht waarom de langste dag lang niet altijd de warmste is (afkoelende of juist opwarmende invloed van de zee), hoe ijzel ontstaat (er valt neerslag uit een hogere en warmere luchtlaag), dat op de wadden een hittegolf nooit voorkomt (er is en zeer strikte bepaling van wat een hittegolf is en die wordt het snelst ver van zee bereikt) en dat het 93% van de tijd droog is (een jaar telt 8760 uren en het regent in Nederland gemiddeld 37.000 minuten ofwel 615 uur).

Emotie krijgt ook een ruime plaats in dit boek. ‘Als het buiten zachtjes waait, horen we het geluid van de wind amper. Maar omdat de wind riet of bladeren in beweging brengt, horen we wel het ritselen van de bladeren of het wiegen van het riet. Als de wind toeneemt, worden deze geluiden vanzelfsprekend luider. Bij storm raakt de hele lucht vervuld van windgeluiden. Het is een bonte kakofonie van tonen. Diepe bastonen en hoge fluittonen, het zit er allemaal bij. Persoonlijk kan ik intens genieten van zo’n stormachtig concert.’ Een schitterende climax. Emotie zit hem ook in de veelheid aan afbeeldingen die het boek kent. prachtige detailfoto’s, afgewisseld met fraaie sfeerplaten. De meeste foto’s zijn gemaakt door Teun Veldman.

Nog een belangrijk aspect waaruit blijkt dat het weer niet zomaar een baantje is voor Reinier van den Berg: er is een ruime plaats voor God ingeruimd als Schepper en Meester van het weer. Dat blijkt uit de vele (christelijke) gedichten die Van den Berg heeft opgenomen in het boek. Maar ook zijn er bijbelteksten en af en toe maakt Reinier zelf een toepassing, bijvoorbeeld door erop te wijzen dat de Bijbel opent met water, maar tegelijk toewerkt naar water dat eeuwig leven geeft.

Structuur

Qua structuur heeft Van den Berg wel een poging gedaan de inhoud te ordenen. Het boek opent met de winter (dus ook met de maand december) en werkt de opeenvolgende seizoenen en maanden af, die elk weer worden gekoppeld aan een meteorologisch fenomeen. Die laatste lijken er af een toe een beetje bijgezocht. Sommige zijn logisch, sneeuw en ijs heb je nu eenmaal vaker in januari dan in juli, maar van andere ontgaat me het verband. Waarom is het heelal bijvoorbeeld gekoppeld aan december? Daarnaast zijn de onderscheiden thema’s soms ook van een ander kaliber. Heelal, winterse kou, water, duurzaam; het zijn allemaal verschillende zaken.

Het maakt het werkje tot niet zozeer een leesboek met een stevige lijn, maar veel meer tot een aangenaam bladerboek waar je menig verloren momentje in verzeild raakt.

Magnis, Esther Maria | Mintijteer

Esther Maria Magnis - MintijteerIn Mintijteer doet Esther Maria Magnis verslag van haar proces van rouwverwerking. Dat doet ze op persoonlijke en ontroerende wijze. Maar tegelijk stuit ze in haar rouwverwerking op universele vragen die tot nadenken stemmen.

Esther is een meisje dat in haar vroege jeugd al innerlijk overtuigd is van het bestaan van God en hem in haar leven omarmt. In een bijzonder moment op het strand ervaart ze Gods aanwezigheid: De wereld trad niet terug, maar ik kwam uit haar naar voren. Midden uit de nacht, want mijn naam klonk in mij na. Op een manier waarop ik zelf niet sprak. (…) En toen was ik er plotseling vrijwel zeker van, en het schoot eruit: ‘Ach, bent u God?’

Maar op haar vijftiende gebeurt het verschrikkelijke: haar vader deelt mee kanker te hebben. Uiteraard levert de vader strijd en Esther bidt voor wat ze waard is. Samen met haar broer en zus smeekt ze dagelijks op zolder om genezing van haar vader en ze haalt er veel kracht uit. Toch worden haar gebeden niet verhoord en haar vader verliest het leven, Esther verliest haar vader.

Esther, die zo rotsvast weet dat God bestaat, zo zeker wist dat Hij haar vader kon genezen, raakt in een diepe crisis. ‘De liefde blijft, maar haar doel is verdwenen, foetsie. Dan moet je de liefde ergens in het verleden verankeren, dan heb je lief met terugwerkende kracht, dan laat je je hond opzetten of je zet de urn op de schoorsteenmantel. (…) Wie dat niet wil, wie zo de dood niet in de ogen wil kijken, die kan alleen maar zijn liefde laten sterven met degene die sterft, om zo van de liefde verlost te worden. Want als die persoon niet meer bestaat, nergens meer, dan is mijn liefde overbodig.’

Titel en cover

Het is een boek met een bijzondere cover en een zo mogelijk nog opvallender titel. Het is een ruw geschilderde clown die niets vrolijks heeft. In een hoofdstuk wordt verdriet namelijk uitgebeeld als een naargeestige clown die een hele voorstelling verpest. Daar kan het publiek niet mee omgaan en ze redeneren de clown weg of zijn boos op de Directie die de clown toe heeft gelaten. Het is Magnis’ metafoor om aan te geven dat de werelghd niet om kan gaan met verdriet en het al helemaal niet kan rijmen met het bestaan van God. De titel is een ‘mondegreen‘, een verkeerd verstane tekst uit een lied dat Esther in haar kinderjaren leerde (En ook mij bemint Hij teer). Als ze zich het woord weer herinnert, hangt daar een wereld van vertrouwen aan vast en kan ze weer bij haar geloof dat zo ver was weggeraakt.

Een prachtig boek waarin de emoties voor het oprapen liggen. Wie met rouw te maken had, vindt in dit boek vele aanknopingspunten om tot verwerking te komen. Maar ook de worsteling met het geloof en de acceptatie van het slechte in je leven zijn thema’s die het lezen van dit boek tot een rijke leeservaring maken.