Rosenberg, Joel C. | De ontsnapping

De-ontsnappingRosenberg schrijft over het algemeen zeer gedetailleerd en spannend. In dit boek, dat meer indrukwekkend dan spannend is, overtreft hij zichzelf. We maken kennis met Jacob Weisz, die ternauwernood aan de Duitsers weet te ontsnappen, maar wel moet aanhoren hoe zijn ouders worden gefusilleerd op verdenking van bescherming van zijn oom Avi. In wanhoop gaat hij op zoek naar zijn oom, via wie hij bij het verzet komt. Hij helpt onder andere een groep joden bevrijden uit een trein die op weg gaat naar een concentratiekamp. Maar de bevrijding loopt niet zoals gepland en hij kan niet anders dan zich laten insluiten in de trein, waardoor hij in Auschwitz terechtkomt. Hij neemt dan noodgedwongen de naam aan van een van de joden die wel is ontsnapt.

De gruwelen die hij daar aanschouwt, mogen niet onopgemerkt blijven. Hij weet steeds de wederwaardigheden op schrift te stellen en te verbergen. Hij maakt ook vrienden in het kamp, die hem helpen om een ontsnapping te beramen.

Rosenberg schrijft zonder literaire pretenties. De boeken zijn rechttoe rechtaan, met vooral veel aandacht voor voortgang in het verhaal. Voor lezers die houden van vaart in een vertelling is dat fijn. Voor lezers die ook genieten van af en toe een mooie zin of een sfeervolle beschrijving is het boek misschien wat te zakelijk. Wel is Rosenberg erg goed geïnformeerd en zeer realistisch. Hij weet altijd details te berde te brengen waardoor zijn boeken waarheidsgetrouw overkomen. Vaak buigt hij zich over het Midden-Oosten conflict, dat hij altijd vanuit Joods perspectief bespreekt. Rosenberg was dan ook adviseur van zowel hoge Amerikaanse als Israëlische politici.

Vrijwel altijd neemt Rosenberg ook de tijd om iets van zijn christelijke levensovertuiging te delen. In dit geval doordat de joodse hoofdpersoon goed bevriend raakt met een protestantse dominee. De twee vinden elkaar, ondanks het verschil in religie. Mooi!

Munstermann, Hans | Mischa

Mischa Mp Cover M‘Toen de bel ging had Rosa Weber, zoals meestal, een goed humeur. Ze was vroeg opgestaan, had de ramen opengezet en een tijdje naar buiten gekeken.’ De openingszinnen van Mischa vormen de griezelige en paradoxale opmaat naar een verhaal dat zeer tragisch is, vol vragen zit en een gruwelijk verloop kent. De lezer maakt kennis met een oudere dame van 65 jaar, een keurig verzorgde vrouw waar niets op aan te merken valt. Wanneer de deur opengaat en de politie op de stoep staat, stort haar leven in. Haar oudste zoon, Christiaan, is door de politie gearresteerd. Hij wordt verdacht van het ontvoeren van het jongetje Mischa. Een zaak die het hele land heeft opgeschrikt. De media hebben het nergens anders meer over. Altijd gaat een dergelijke zaak aan jezelf voorbij, totdat het lot (?) jou treft. Als het blijkt te gaan om je bloedeigen zoon… Rosa gelooft het niet, kan en wil het niet geloven. Er moet een vergissing in het spel zijn. Naarmate de uren en dagen verstrijken stapelen de bewijzen zich op, alles wijst in de richting van Christiaan. Vanaf de eerste dag dat de dader is gearresteerd en Nederland beseft wie het is, gaat het bergafwaarts met de hoofdpersoon, Rosa Weber. (de moeder van…)

Rosa sluit zich meer en meer af van de buitenwereld. Ze durft niet meer de straat op. Ze verwaarloost zichzelf.  Ze kan hooguit terugvallen op haar andere zoon, Thomas en dochter Sabine. Maar wanneer die langzaam maar zeker het geloof in hun broer Christiaan opgeven en duidelijk wordt dat hij de dader is, zakt het leven van Rosa definitief als een kaartenhuis in elkaar. De liefde van de moeder voor haar zoon die in de gevangenis zit en in afwachting is van zijn rechtszaak, wordt hartverscheurend beschreven. In rijke, beeldende taal en over het algemeen in korte zinnen weergegeven, geeft de auteur Hans Munstermann blijk van een zeer invoelend, empathisch vermogen. Hij kruipt helemaal in de huid en de geest van Rosa.

Ondanks het feit dat je de dader kent, wil je weten of het echt zo is, hoe Christiaan het zo ver heeft kunnen laten komen, wat zijn motieven zijn en welke rol zijn moeder in dit alles speelt. Tot het einde toe blijft het ongewis, je voelt haast aan dat er ergens een wending komt, dat er een keer ten goede is. Rosa houdt ondanks haar vreselijke pijn, machteloosheid en verdriet, vast aan haar geloof: ‘Ieder mens moest een band hebben met een hogere kracht, anders kon je leven zomaar omvallen.’(…) ‘Ze prevelde onwillekeurig een regel uit de Bijbel. Liefde is lankmoedig, niet bitter. Temidden van wanorde en chaos en het modderen.’(…) ‘Ze had heel haar leven het geheim van haar geloof bij gedragen. Een breekbaar restant. Een scherf. Dat was blijkbaar haar ware geloof, dat ze niet liet vallen. Deze overgebleven scherf zou houvast bieden.’ Na lezing van Mischa zal blijken of Rosa daadwerkelijk rust en vrede vindt in haar geloof. De geestelijke en mentale strijd die hevig woedt in Rosa zorgt ervoor dat je vlot doorleest, op weg naar een even onvermijdelijk als onverbiddelijk einde.

Munstermann heeft zijn vakmanschap bewezen met Mischa. Een literaire thriller en een zinderende psychologische roman in een. Terecht dat dit boek genomineerd was voor de Gouden Boekenuil 2014.

 

Fitzek, Sebastian | Passagier 23

voorplat-Passagier23-BRO-DEFFitzek heeft zichzelf overtroffen. Wil je een spannende, onverwachtse, razendsnelle thriller? Dan krijg je er een! Wat een verhaal! Ontegenzeggelijk zal niemand meer normaal kunnen kijken naar een cruiseschip, laat staan een reis boeken op een dergelijk schip.

Martin Schwartz, politiepsycholoog in hart en nieren, leren we snel kennen als een keiharde agent die zichzelf niet spaart. Wanneer Schwartz een verrassend telefoontje krijgt van een voor hem onbekende bejaarde dame, gaan de alarmbellen rinkelen in zijn hoofd. Aan boord van cruiseschip Sultan of the Seas verdwijnen regelmatig mensen…spoorloos! Maar ‘hij had zichzelf gezworen nooit meer in zijn leven een voet op een cruiseschip te zetten. En al helemaal niet op dit schip.’ Jaren geleden verdwenen zijn vrouw en zoontje op dit schip tijdens een vakantietrip. Op volle zee. Wanneer Martin zijn principes opzij zet en scheep gaat op gewraakt cruiseschip ontmoet hij er een klein meisje met in haar handen de teddybeer van zijn zoontje. Een gruwelijk verhaal ontvouwt zich met de ene verrassende wending na de andere. Martin ontmoet bijzondere figuren die allemaal een waas van geheimzinnigheid om zich heen hebben hangen.

Fitzek weet als geen ander het meest ongeloofwaardige geloofwaardig te maken. Het brein achter de psychologische suspense weet de spanning er goed in te houden, bladzijde na bladzijde dendert door als een op hol geslagen trein. De karakters komen niet goed uit de verf, maar daar maalt niemand om. Als het verhaal maar goed is! Het boek begint met enkele citaten uit kranten waaruit blijkt dat er geregeld mensen verdwijnen aan boord van cruiseschepen. Fitzek onderbouwt zijn verzonnen verhaal met een super dankwoord: ‘Passagier 23 is een roman. Dat betekent: ik heb alles uit mijn duim gezogen. Dit is allemaal niet echt zo gebeurd. Maar zoals ik al een keer ergens anders heb gezegd: elke goede leugen heeft een kern van waarheid.’ Na een uitgebreid dankwoord dat zich laat lezen als een roman, eindigt het boek. Of toch niet?

Fitzek verweeft mooi proza met een vleugje humor, is af en toe cynisch en boeit door trefzekere, puntige zinnen. De lezer wordt voortdurend op het verkeerde been gezet. Dit boek sla je dicht met een diepe zucht en met een verbouwereerd gezicht wrijf je nog eenmaal over de prachtig uitgevoerde cover.

Otten, Almar | Jeugdzonde

Almar OttenZoek het verband: een evangelische presentator die wordt ontvoerd, Spinoza, het ‘Verboden Boek’, een vrouw die wordt gestalkt en de moord op een orthodox christelijke politicus. Even mixen, schudden, laten sudderen en je hebt een dijk van een verhaal: Jeugdzonde. Almar Otten bewijst met zijn derde thriller ,met Lineke Tesinga in de hoofdrol, dat hij een meester is in het bedenken van een haast waanzinnig plot. Nadeel: het is allemaal niet heel geloofwaardig. Voor wie het nog niet weet, Otten is de schrijver van twee andere spannende thrillers: De afstammeling (2012) en Blauw goud (2012). Kijkend naar de mooie voorkant (met dank aan Davy van der Elsken, omslagontwerp) zie je een verbrand document en twee afgebrande lucifers kruiselings (!) over elkaar heen. De symboliek spat ervan af. Alleen de intrigerende voorkant zet de thrillerlezer al in vuur en vlam.

De hoofdpersoon, Lineke, werkend in de Atheneumbibliotheek van Deventer, wordt geconfronteerd met een verdwenen document, een archiefstuk over Spinoza. Kort erop wordt ze gestalkt door een oud-klasgenoot en krijgt ze het enige exemplaar in handen van het ‘Verdwenen Boek’, een godslasterlijk manuscript uit haar middelbare schooltijd, geschreven door een onbekende. Lineke en vriendin Laura gaan op onderzoek uit. Ze stuiten op verschrikkingen en misdaden die geworteld zijn in het verleden van Lineke.

De opbouw van het boek heeft iets apocalyptisch. Het boek is verdeeld in een aantal delen met als titel: Openbaring (1 t/m 6) en het laatste deel: Genade. In een verantwoording en tevens woord van dank geeft Otten aan wat feit en fictie is. Boven de hoofdstukken staat telkens een tijdstip waarop het verhaal zich afspeelt, dit biedt de lezer structuur om het verhaal in de juiste context te kunnen plaatsen. Feit en fictie, heden en verleden wisselen elkaar af, zonder dat het vervelend wordt. Jammer dat de proloog die goed neergezet wordt, niet een duidelijk vervolg krijgt in de rest van het verhaal. Een belangrijke rol is weggelegd voor de joodse filosoof en atheïst Spinoza. Hij vormt uiteindelijk de rode draad door deze deels religieuze, deels historische, deels moderne thriller. Knap dat de lezer een intrigerende kijk in de ziel krijgt van de moordenaar zonder direct te verklappen wie de dader is. Ook staan er mooie citaten van Spinoza in het boek. Jammer dat er soms wat erotisch getinte passages in voorkomen en enkele minder fraaie woorden.

Domingo, Alfonso | De zwarte spiegel

9200000009921406Knap geconstrueerd en intrigerend, zo luidt het oordeel over De zwarte spiegel. Alfonso Domingo, journalist voor Spaanse kranten en tijdschriften, heeft een mooie prestatie geleverd. Het gebeurt dan ook niet dagelijks dat een Zuid-Europeaan een thriller schrijft over een van Neerlands bekendste schilders: Jeroen Bosch. (Is er überhaupt een thriller verschenen over Jeroen Bosch?)

Den Bosch, Parijs en Madrid zijn met elkaar verweven door een groot meesterwerk getiteld: Jona en de walvis. Dit raadselachtige schilderij, een drieluik bevat veel symboliek die verzamelaars eeuwenlang bezighoudt. Na Bosch’ dood wordt het kunststuk als verloren beschouwd. (Den Bosch, 1495) De Spaanse schilder Diaz is na de Burgeroorlog gevlucht uit Spanje. Hij ontmoet een mysterieuze man, die hem naar Amsterdam stuurt om in het geheim een kopie te maken van een paneel van Jeroen Bosch. Tijdens de Duitse bezetting lopen Diaz, zijn schilderwerk en zijn geliefde steeds meer gevaar. (Parijs, 1945) Conservator Carreno organiseert een Bosch- expeditie in het Prado te Madrid. Daar ontmoet hij de oude Diaz. Hij claimt het drieluik gezien te hebben in de oorlog en samen gaan ze op zoek naar het verdwenen schilderij. Maar het blijkt dat ze niet de enigen zijn op jacht naar Jona en de walvis. (Madrid, 2011)

In lange, prozaïsche volzinnen wordt de lezer deelgenoot van de zoektocht, de queeste naar het verdwenen schilderij. Ondertussen krijg je veel technische schilderkunstdetails mee, waar de gemiddelde kunstliefhebber en –kenner ongetwijfeld van zal smullen. Elk hoofdstuk begint met een prachtig motto, citaat of spreuk. De link met de inhoud van het hoofdstuk mag de lezer zelf leggen. Het boek zelf is ook een drieluik, het bestaat uit de volgende delen: Rechterpaneel, middenpaneel, Linkerpaneel. Een thriller waar je je hoofd bij moet gebruiken en een waarbij niet alle nagels tot op het bot hoeven te worden afgekloven. Het taalgebruik in het boek is van behoorlijk hoog niveau, lezen en herlezen van passages komt geregeld voor. Hierdoor bestaat de kans dat je niet in sneltreinvaart naar een zinderende ontknoping wordt gevoerd. De proloog bevat enkele stukjes die de lezer niet onthouden mogen worden: “Iedere roman is een alchemistisch werk, een waaier aan mogelijkheden en als alle onderdelen in elkaar passen, distilleert de athanor er de mogelijke steen der wijzen, het rubedo, uit.” “Er is niet een queeste, er zijn meerdere queestes. De taal is er een van, een cyclus in eeuwige beweging. (…) “Het drieluik wordt geopend, de kaarten worden geschud, de voortekens worden onthuld, de magiërs werken en de sterren ordenen zich.” Met gevoel voor taal beschrijft Domingo in vele hoofdstukken, afgewisseld met brieven van Jeroen Bosch, een onbekend stuk geschiedenis dat zijn doorwerking heeft op de levens van mensen in het heden. Dat er slordigheidsfoutjes voorkomen neemt men dan op de koop toe.

Capote, Truman | In koelen bloede

in-koelen-bloedeTruman Capote werd met ‘In koelen bloede’ wereldberoemd door zijn pionierswerk op het gebied van de ‘faction’, romans van het waargebeurde verhaal. Dit werk werd de basis voor een heel genre, waarvan op Nederlandse bodem Tomas Ross een goed voorbeeld is.

Toen Truman in 1959 een bericht las over een moordzaak in Kansas, besloot hij, gesponsord door de publicerende krant, er naar toe te gaan en de zaak uitgebreid op te schrijven. Het resulteerde in een bloedstollend verhaal, omdat je vanaf het begin weet dat het de waarheid is. Weliswaar een door Capote aangevulde en ingekleurde waarheid, maar toch.

Het verhaal dat hij opschrijft, gaat in grote lijnen als volgt: als twee jongemannen het gerucht opvangen dat ergens in Kansas veel geld opgeborgen ligt, waar ze makkelijk bij kunnen komen, besluiten ze het erop te wagen. Ze reizen af naar de afgelegen boerderij, overvallen de boer en zijn gezin en brengen hen op onmenselijke wijze om het leven. Na een kortstondige vlucht worden ze opgepakt en tot de dood veroordeeld. Het is in de tijd dat ze gevangen zitten in afwachting van hun dood dat Capote hen bezoekt en spreekt. Capote spreekt vrijwel alle betrokken en doet op onvergetelijke wijze verslag van zijn bevindingen.

De details die Capote naar voren brengt maken het geheel uiterst realistisch. Het is het taalgebruik van de beide jongens, de zenuwtrekjes die ze hebben, de rake typeringen en de zintuigelijke beschrijving van de gebeurtenissen die Capote geeft. Het maakt dat het verhaal gaat leven, dat het in je geheugen terecht komt als stond je er zelf bij toen het gebeurde.

het boek laakt allerlei ronkende, spanningmakende termen en sensatierijk trucs; het wordt op nuchtere toon verteld. Absoluut een boek van eenzame klasse, dat weliswaar pittig is en een tijdlang de volledige aandacht van de lezer eist, maar aan de andere kant geen seconde verveelt. En een nawoord is een nawoord, maar dit nawoord, geschreven door Maarten ’t Hart, zou je eigenlijk vooraf moeten lezen.

Dekker, Ted | Cirkel-serie

Cirkel‘Er is niets nieuws onder de zon (…) maar het houdt ons bij de les. Dat je iets niet kunt zien, betekent nog niet dat het niet bestaat. Ze keken elkaar aan en Kara knikte uiteindelijk. (…) Misschien is dit jouw boodschap voor jouw wereld.’

Groen, Zwart, Rood en Wit. De schrijver van de eeuwenoude strijd tussen goed en kwaad voltooit zijn meesterwerk. Wat maakt deze serie zo aantrekkelijk? Wat is fascinerend? Een zoektocht door het ultieme meesterwerk van Dekker.

Groen is het begin en tegelijk het einde van de Cirkelserie. Het leest als een cirkel. De lezer kan beginnen met Groen of als de serie reeds bekend is, eindigen met Groen. Alleen de titels zijn al fascinerend: de kleur van de titel vertoont volstrekt geen gelijkenis met de rest van de voorkant. De achtergrondkleur is de kleur van het voorgaande deel. Is het nog te volgen? De titels van de vier boeken geven haarfijn de symboliek weer van het voorliggende deel. Groen, Zwart, Rood en Wit bevatten respectievelijk de thema’s: nieuw leven of begin van het leven, de dood, verlossing door bloed, reiniging/heiliging/nieuw leven. De vraag wordt aan het begin van Groen dan ook logischerwijze gesteld door de uitgever: ‘Waar begint de Cirkel? De keuze is aan jou.’

Met de Cirkelserie heeft de lezer boeken in handen die je raken. Die je vastgrijpen. Die je beklemmen. Die je hart raken, die je doet snakken naar verlossing van je eigen pijn, nood, verdriet. De Cirkel laat je nooit meer los! Voor de onervaren Dekkerlezer is de serie absoluut even doorbijten. Maar wanneer je eenmaal je tanden erin hebt gezet, blijf je lezen en herlezen. Want dat ga je doen, herlezen. Niet omdat je het niet direct allemaal begrijpt, maar omdat je telkens weer met nieuwe inzichten wordt geconfronteerd. Ondanks het fantasy-achtige epos, dat enigszins doet denken aan de Donkere Torenserie van Stephen King, roept het verhaal veel herkenning op. De lezer zal zich zeker gaan identificeren met een van de hoofdpersonen en wordt emotioneel meegezogen in de gedachten, ervaringen, spirituele gebeurtenissen van de personages, de gevoelswereld en de buitengewoon intrigerende wezens in de boeken.

De Cirkelserie is een grote allegorie: die van leven met en zonder Jezus. Welke kant kies jij? De schrijver lijkt nadrukkelijk de eigen keuze voor of tegen Jezus neer te leggen bij de lezer. Maar, zo laat hij de hoofdpersoon Thomas zeggen: ‘De vrije wil van de mens lijkt altijd tot een ramp te leiden.’ Dit is fascinerend. De geoefende Dekkerlezer zal veel motieven en symboliek tegenkomen die terug te vinden zijn in andere boeken van de auteur, zoals Verboden (deel 1 uit de serie The book of Mortals). Het thema van de verlossing en vergeving, de strijd tegen de zonden, de overwinning op het kwaad zijn steeds terugkerende onderwerpen in Dekkers boeken. Een stuk herkenning en eenduidigheid in Dekkers oeuvre is niet verkeerd. Het kan de lezer helpen meer en beter zicht te krijgen op Bijbelse waarheden en waarden in het leven die er toe doen.

De Cirkelserie: vier boeken, twee werelden, een verhaal…Welkom in de Cirkel. Zo presenteert de serie zich op de flaptekst. Zoals was voorspeld door profeten, vernietigde in de eenentwintigste eeuw een Apocalyps de aarde. De Cirkel is nu een verlaten plek die zich al tien jaar moet redden zonder verlosser. Elyons volgelingen worden verscheurd door twijfel. Hoe kun je blijven geloven in een betere toekomst als de wereld om je heen een chaos is? Een pijnlijke ruzie(die duidelijke lijnen vertoont met de ruzie tussen koning David en zijn zoon Absalom in de Bijbel) loopt uit op een duistere oorlog en een wanhopige Thomas Hunter probeert de enige, ongrijpbare oplossing te vinden.

De geschiedenis van de wereld is opgetekend in de zogenaamde Boeken der Kronieken. Het verhaal begint in de toekomst. Resultaten behaald in de toekomst, bieden geen garantie voor het verleden is hier het devies. In de wereld van de Cirkel, een verre toekomstwereld, is wat ooit geestelijk en onzichtbaar was, nu fysiek en zichtbaar. Alles wat goed en kwaad was, kon je nu zien en voelen en aanraken en proeven. Maar met het verstrijken van de tijd sloot de mensheid haar ogen voor wat echt was en werd blind voor de krachten die haar omringden. ‘Open je ogen en je zult het zien…’ Zo krijgt de lezer oog voor de geestelijke strijd die de mens voert tegen de geestelijke boosheden in de lucht. De strijd gaat niet tussen vlees en bloed. (Efeze 6) Het kwaad in de mens wordt verbeeld in het verhaal door een fysiek virus, een ernstige huidziekte die het hele lichaam van de zondige mens buiten Jezus aantast. Je kunt er alleen van afkomen door te verdrinken in een van de rode meren van Elyon. Dan wordt je lichaam gereinigd van de besmetting en ben je een nieuwe schepping. De kunst van Dekker is, dat hij de lezer meeneemt de rode meren in en laat voelen wat het is om van een geestelijk dode een geestelijk levende te worden. Dat is knap gedaan. Dat is het verteltalent van Ted Dekker.

Groen is het begin van de serie? Na de serie helemaal gelezen te hebben, is het advies om dit deel echt als laatste te lezen. Begin met Zwart. Wanneer je begint met Groen, wordt er zoveel verteld en komen er zoveel namen langs zonder dat er expliciet vermeld wordt wie het zijn en wat voor functie ze hebben in het verhaal, dat het je duizelt. Groen veronderstelt ten diepste dat je de rest van de serie eerst gelezen hebt. Niet alles valt direct op zijn plaats, pas helemaal aan het eind begrijp je eigenlijk de strekking van dit deel en doet het je ademloos verder lezen in Zwart. Eenmaal in de achtbaan van de Cirkelserie gekomen, blijf je voortdurend over de kop gaan!

Dekkers schrijfstijl is beeldend: ‘Er was niets anders wat ertoe deed dan de hand vasthouden van degene die jou had gevormd met zijn adem.’ (…) ‘Omdat hij mens was, (…) en mensen over hun tekortkomingen struikelden alsof het te grote schoenen waren.’

Diepe gedachten die de lezer in filosofisch gepeins doet verzinken treffen we geregeld aan: ‘Absoluut goed en kwaad waren niet meer dan constructies die waren verzonnen door mensen die de behoefte hadden om hun dagelijks leven te begrijpen en te ordenen.’ In de namen van personen verweeft Dekker veel Bijbelse symboliek, zoals bij de volgende 3 namen: Ismael, Judin en Chrystin. (een verwijzing naar de 3 grote wereldgodsdiensten) Dit gebeurt soms expliciet. Dekker laat ook wel wat over aan de interpretatie van de lezer zelf en doet op verschillende plaatsen een beroep hierop.

Naast veel diepe waarheden en poëtische, sfeervolle, betekenisvolle uitspraken is de Cirkelserie evenals veel andere boeken van Dekker ook heerlijk leesvoer dat bol staat van de spanning, razendsnelle wendingen, ingenieuze plots en een goede, functionele dosering romantiek. Dit laatste aspect wil in een duo-schrijverschap nogal eens inboeten op de kwaliteit van het verhaal. Zowel de onervaren als de ervaren thrillerliefhebber zal bij Ted Dekkers ‘magnus opus’ zijn hart kunnen ophalen.

Grisham, John | De verdediging

Grisham De verdedigingJohn Grisham heeft een flinke lijst thrillers op zijn naam staan. Hij staat bekend om zijn legal thrillers, spannende verhalen die zich afspelen in en om de rechtbank en waarin vrijwel altijd de hoofdrol wordt vervuld door advocaten. Mede daardoor heeft Grisham een vast publiek verworven. Een aantal eigenschappen van Grisham zijn nog zeer herkenbaar: het enorme tempo dat Grisham voert, bijvoorbeeld. Nergens verliest het boek vaart, de gebeurtenissen volgen elkaar in rap tempo op. Grisham is ook geen schrijver die zich verliest in details over kleur, smaak, geur enzovoort. Het zijn gebeurtenissen en dialogen. Ook is het vrijwel altijd een underdog of een eenling die het tegen de staat of een andere grote tegenstander opneemt, en dat is in dit boek niet anders.

Maar de verschillen met zijn eerdere werk zijn onmiskenbaar: meestal kenden zijn vorige titels een onkreukbare hoofdpersoon. Dit boek draait om Sebastian Rudd, een rogue lawyer, duidelijk geïnspireerd door de figuur Saul Goodman uit de serie Breaking Bad. Deze man rijdt met groot gemak op scheve schaatsen en wint er menig wedstrijdje mee.

Een tweede verschil is de opbouw van het verhaal. Meestal bedient Grisham zich van een hoofdpersoon die een grote zaak op zijn bureau krijgt, al dan niet zelf gezocht. Deze zaak wordt dan tot in detail uitgesponnen en Grisham kon op toegankelijke manier uitleggen hoe het Amerikaans recht functioneert (of niet functioneert). In dit boek spelen een aan aantal losse zaken. Zelfs zo los, dat de eerste helft van het boek de indruk wekt dat het om een verhalenbundel gaat. Pas later komen enkele van de verhalen bij elkaar, maar niet allemaal.

Een derde verschil is het taalgebruik. Het zal misschien komen doordat we een ruige hoofdpersoon hebben, maar vloeken in een Grisham waren we tot op heden niet gewoon. Grisham was toch zeker een thrillerschrijver die in christelijke kringen goed gelezen werd, maar menig christen zal dit boek afkeuren.

Het boek voelt zo anders aan dat het mij niet zal verbazen dat vandaag of morgen aan het licht komt dat Grisham zich bedient van ghostwriters, schrijvers die op zijn aanwijzingen de verhalen voor hem schrijven. Hopen dat we bij de volgende weer gewoon een ouderwetse beginnende advocaat volgen, die het opneemt tegen een groot bedrijf.

Meade, Glenn | Het Romanov mysterie

Sommige mysteries worden nooit onthuld, soms zijn er geen antwoorden. Hiermee is de toon gezet van Het Romanov mysterie.

Meade, bekend van zijn spannende thriller De tweede Messias heeft zijn schrijversoog laten vallen op Anastasia, de beroemde, mysterieuze dochter van tsaar Romanov. Net als wereldwijd bekende auteurs als Steve Berry (De Romanov Voorspelling) en Robert Goddard (Een oude schuld) probeert Meade zijn hypothese over de verdwenen tsarendochter uit te werken in een vuistdikke roman. Archeologe Laura Pavlov staat op het punt een enorme ontdekking te doen. In de permafrost bij Jekaterinenburg, Rusland is het goed geconserveerde lichaam van een vrouw gevonden. Deze vondst werpt nieuw licht op de (vermoedelijk vermoorde) dochter van de beroemde tsaar Romanov. Pavlov brengt een bezoek aan Ierland, waar een oude man woont die meer van de zaak afweet. Er zou ooit een complot geweest zijn om de familie Romanov te redden van een gewisse dood. Hiermee ontvouwt zich een historisch verhaal vol verraad, geheimen, leugens. Zal ooit bekend worden hoe het is afgelopen met Anastasia? Zal de roman van Meade het antwoord brengen?

De auteur is erin geslaagd een spannende historische roman te schrijven. Een thriller mag het niet genoemd worden. Daarvoor ontbreekt de intens voelbare spanning die je op het puntje van je stoel laat belanden en mis je verrassende ‘twists’. Hij doseert feit en fictie heel goed. Tegelijk wordt het hierdoor stroperig en heb je soms de behoefte enkele bladzijden snel om te slaan en verderop door te lezen zonder het gevoel dat je echt iets mist. De roman is te complex, teveel personages die een rol spelen. Heel jammer dat een lijst met namen voorin het boek ontbreekt, dit had de structuur van het boek nog beter uit de verf doen komen. Achterin het boek staat een mooi afsluitend stuk van de schrijver. Hier gaat hij in op wat waarheid en wat fictie is. Hij laat het eenvoudig over aan de lezer. De openingszin van dit nawoord is veelzeggend: “Alle verhalen vinden hun eigen liefhebber.”

Ellory, R.J. | Een stil geloof in engelen

Een stil geloof in engelen‘Een stil geloof in engelen’ is opgedragen aan Truman Capote, grondlegger van het literair journalisme. Dat is een dure opdracht, want door iemand iets aan te bieden, beweert de gever dat het geschenk goed genoeg is voor de ontvanger. Of Capote het goed genoeg vindt, zal onbekend blijven, want hij is in 1984 op 60-jarige leeftijd overleden. De opdracht is echter natuurlijk ook bedoeld als signaal hoe het boek opgevat dient te worden. Als je verwijst naar de grondlegger van een genre, dan wil je op een of andere manier bij dat genre horen. Het gekke is dat het boek eigenlijk niet in het genre past. Het verhaal is namelijk volledig ontsproten aan het brein van de auteur, R.J. Ellory. Maar de schrijver gaat zo uitvoerig in op de beleving van de hoofdpersoon en maakt het voor de lezer zo goed toegankelijk om zich in te leven in het verhaal, dat het niet moeilijk zou zijn het verhaal voor waar gebeurd aan te nemen. Daarbij komt dat de schrijver, door krantenberichten op te nemen in de tekst (waarvan één een biografie van de ik-persoon voorstelt), ook zijn best doet een hoge mate van realisme te bereiken. Tegelijk is het ook niet raar dat de schrijver zichzelf bij het genre rekent. Qua stijl, onderwerp en diepgang kan de schrijver zich met Capote meten. Een voorbeeld uit de proloog: ‘New York: met zijn eindeloze kabaal, schelle, metalige ritmes en dreunende voetstappen, staccato en onafgebroken; de metro en schoenpoetsers, opstoppingen op de kruispunten en gele taxi’s; ruzies tussen geliefden; geschiedenis en hartstochten; beloftes en gebeden. New York absorbeerde zonder enige moeite het geluid van de pistoolschoten, alsof die niet meer om het lijf hadden dan een enkele, eenzame hartslag.’ Zintuiglijk taalgebruik, waardoor je het boek af en toe bijna letterlijk kunt horen, ruiken en proeven. De vertaler heeft dat goed weten door te geven.

Dat het boek daardoor geen vaart heeft, mag inmiddels wel duidelijk zijn. Ellory bedient zich niet van trucjes als cliffhangers, ruige taal, de held op het juiste moment, veel kogels die om je oren fluiten en noem maar op. De schrijver vertelt alleen en geeft je daardoor de kans de gebeurtenissen goed tot je te nemen in al hun rauwheid. Het begint al op bladzijde 28. De mededeling wordt gewoon, zonder meer gedaan: ‘Op vrijdag 3 november 1939 werd het lichaam van Alice Ruth Van Horne gevonden.’ Het is juist het afzijn van alle sensationele termen en omstandigheden die het feit zoveel pijnlijker doen lijken. De ik-persoon, Joseph Vaughan, trekt zich de moord erg aan en knipt het bericht erover uit de krant. Een tweede moord voltrekt zich kort daarna en als het derde meisje vermoord wordt en de sheriff met lege handen staat, besluit Joseph een groep jongens op te richten die op een of andere manier de moorden moet oplossen en de meisjes van verder gevaar moet vrijwaren. Maar na één enge nacht, waarin ze worden betrapt door de sheriff, is dat initiatief in de kiem gesmoord. Dankzij de lerares op de dorpsschool, die een sleutelrol in zijn leven zal vervullen, ontdekt Joseph in die dagen dat hij schrijftalent heeft en lijkt zijn roeping duidelijk: hij wordt schrijver. Maar de moorden houden aan en het thema van het belangrijkste boek dringt zich op: het zal gaan over de moorden. Maar zolang de moordenaar niet gevonden is, kan Joseph maar moeilijk tot schrijven van dat verhaal komen. Daarbij komt nog dat hij zich op een of andere manier verantwoordelijk voelt voor de moorden en vraagt hij zich af of hij er niet meer aan had moeten doen om ze te voorkomen. Daar bovenop komt nog eens dat hij, doordat hij een van de meisjes vindt en ongewoon veel belangstelling voor de moorden heeft, zich in de kijker speelt bij de politie.

Het boek trekt de aandacht vanwege de titel, waarin gesproken wordt over engelen. Je hoopt dan al snel op een christelijk boek. Engelen, zo gelooft de jonge Joseph rotsvast, kondigen zich aan door een witte veer te laten zien. Op de dag dat hij er een ziet, overlijdt zijn vader. Ook gelooft hij dat de vermoorde meisjes in de hemel zijn als engeltjes. Zijn moeder, van haar verstand geraakt, zegt dat ook tegen hem. De betekenis van de engelen is voor Joseph vooral een geruststelling dat de meisjes goed af zijn, maar meer waarde wordt er aan de engelen niet gehecht. Het boek biedt echter, ook voor christelijke lezers, zeker aanknopingspunten tot nadenken. Hoe ga je om met onterecht de schuld krijgen? Hoe ga je om met herhaaldelijk verlies van geliefden? De beschrijvende toon van Ellory maakt deze en andere vragen voor iedereen toegankelijk, stuurt niemand het bos in en doet ze ook niet makkelijk af.

Ellory zet knap een Amerikaanse sfeer neer, te vergelijken met Stephen King in ‘Christine’ of James T. Farrell in ‘Studs Lonigan’. Dat is best knap voor een schrijver die zijn hele leven al in Engeland doorbracht. Op zijn website is een tamelijk ironisch stukje te lezen hoe hij probeerde zijn eerste, handgeschreven werk te slijten: ‘De standaard reactie van de Engelse uitgevers was dat zij de mogelijkheid niet konden overwegen boeken te publiceren die zich afspeelden in Amerika, terwijl ze werden geschreven door een Engelsman. Hem werd geadviseerd zich te wenden tot Amerikaanse uitgevers, wat hij meteen deed. Van hen ontving hij even beleefde en complimenteuze reacties die zeiden dat het niet mogelijk was dat Amerikaanse uitgevers boeken zouden uitgeven die zich in Amerika afspeelden, terwijl ze geschreven waren door een Engelsman.’ Pas nadat hij een boek op de computer had uitgewerkt, werd zijn eerste werk verkocht.

Een boek om mee te nemen op vakantie, al is het niet meteen geschikt voor lezers die houden van een snel verhaal, voortdurend oplopende spanning en makkelijk leesvoer. Dit boek is zeker spannend, maar heeft een zekere beschouwende traagheid over zich die niet iedereen zal waarderen.