Steinz, Pieter | Lezen met ALS

naamloosPieter Steinz is niet meer. Een erudiete en bekende man heeft zijn strijd gestreden. ‘Of het nu om leven gaat of om dood, wij vragen alleen om werkelijkheid. Als we werkelijk op sterven liggen, laat ons dan de kou in onze uiterste ledematen voelen; als we leven, laten we ons dan aan onze taak wijden.’

In Lezen met ALS: literatuur als levensbehoefte neemt Pieter Steinz de lezer mee op reis door zijn ziekte naar het onverbiddelijke einde. Hij neemt de lezer mee naar tal van boeken die een onuitwisbare indruk op hem hebben gemaakt en heel veel betekenis hebben gegeven aan zijn leven, zijn ziekte, zijn strijd tegen ALS. En het is een ontroerend, waardevol en heftig boek geworden. Pieter Steinz krijgt het voor elkaar dat je als lezer je geheel identificeert met Steinz. Zijn benauwdheid wordt jouw benauwdheid, zijn ziekte wordt jouw ziekte. Zijn liefde, zijn passie voor het geschreven woord jouw passie. 52 columns over iets meer dan 52 boeken, 52 columns waarin hij zijn ziektegeschiedenis maar ook zijn jubel over het leven zelf beschrijft. Rauw, dan weer liefelijk, hard en direct, dan weer met een (ironische) lach, verdrietig en lusteloos, dan weer met opgeheven hoofd en blij, zo toont Pieter Steinz de lezer de werkelijkheid zoals die is, zoals die binnendringt in je bestaan. Voor even is zijn werkelijkheid mijn werkelijkheid.

Op 26 april (2014) schrijft Pieter Steinz: ‘Dat zal je altijd zien. Op de dag dat ik trots meldde dat ik sinds mijn diagnose nog geen nacht slecht had geslapen, zette de slapeloosheid in.’ Om dan te vervolgen met de Verzamelde gedichten van J.C. Bloem: ‘Denkend aan de dood kan ik niet slapen, en niet slapend denk ik aan de dood.’ Overdag verdiept Pieter zich in de poëzie van Bloem waarin hij op verschillende plaatsen aantoont hoe waar deze poëzie is. Om te eindigen met een loffelijke parodie op Bloem: ‘Dit heb ik bij mijzelven overdacht, filosoferend op een miezerige morgen. Een staat van insomnia waaraan na een week een eind kwam door een intakegesprek op het Centrum voor Thuisbeademing.’

Pieter Steinz had zich verzoend met zijn ziekte. Zijn motto ontleent hij aan dat van de trouwe haas uit Het sleutelkruid van Paul Biegel. Deze haas bewaakt het welzijn van de zieke koning Mansolein: ‘Zijn hart moet opgedraaid worden met sleutelkruid, en zolang dat er niet is, moet het maar met geroosterd brood.’

Literatuurliefhebber Pieter Steinz beschreef in het NRC in een weekboek zijn leven met ALS. Het werd een boek over leZen met ALS: ‘Over de troost van het lezen heb ik dus weinig te zeggen. Daar staat tegenover dat ik me de afgelopen twee jaar niet zou kunnen voorstellen zonder mijn favoriete boeken. En als er iets is waar ik plezier aan heb beleefd, dan was dat wel het schrijven over de boeken waarvan ik hou. Dat mag met recht een vertroosting genoemd worden.’