Korpershoek, Maria | Vlinders in de kerk

Jarenlang maakten Maria Korpershoek en haar man deel uit van een kerkelijke gemeente in Rijssen. Wanneer Maria een burn-out krijgt en op zoek gaat naar de bron ervan, ontdekt ze dat veel spanningen te herleiden zijn tot zaken die spelen en speelden in haar kerkelijke gemeente. Perfectionist als ze was deed ze alles in en buiten de gemeente met veel inzet. Totdat… ze instort. Haar man Gert-Jan en zijzelf  bezochten interkerkelijke initiatieven, bijbelstudies, bijeenkomsten. Hun kerkelijke gemeente vond dat niet juist. De school waar Maria juf was en de kerk waartoe ze behoorde, maakte zich ernstig zorgen over het feit dat ze dergelijke bijeenkomsten bezocht. Ze stelt hierover vragen. Wat is er mis mee dan? Zolang die hervormden en evangelischen Bijbelse dingen geloofden en zeiden, was het toch goed? Je moet toch alles onderzoeken en het goede behouden?

Haar zoektocht naar de antwoorden resulteert in het boek: Vlinders in de kerk, uitgegeven bij de christelijke uitgever Novapres. Een veelkleurig verhaal en dito vormgegeven boek. Haar verhaal is herkenbaar. Haar verhaal is persoonlijk. Je mag er ook anders naar kijken, ze legt je haar mening nergens op. Ik vind het moedig, dapper en goed dat Maria Korpershoek haar verhaal zo verwoordt. Het is een bemoedigend boek geworden, zonder dat ze neerkijkt op of een sneer geeft naar haar kerkelijke gemeente, waar ze inmiddels geen deel meer van uitmaakt. En dat is ook wel begrijpelijk, gezien haar verhaal, haar bevindingen.

Uitgangspunt voor haar boek is een schitterend symbolische collage die ze maakte tijdens haar herstel van de burn-out. Stap voor stap, stuk voor stuk, licht ze aan de hand van die collage haar verhaal toe en deelt ze haar hoofdstukken in. Elk detail van haar collage heeft een betekenis en bevat een gedachte die wordt onderbouwd vanuit de Bijbel. Aan het eind van het boek zet ze alle details nog eens op een rij en geeft ze tal van studievragen voor een verdere en diepere doordenking van haar verhaal.

Maria Korpershoek zegt in haar voorwoord: ‘Hoewel bepaalde gedeelten pijnlijk kunnen zijn voor sommige lezers, is het mijn verlangen dat dit boek zal bijdragen aan de opbouw en eenheid van het lichaam van Christus. Het is ook mijn gebed dat gebroken mensen door hun vertrouwen op de Heere Jezus en het kennen van Hem tot genezing en volle vrijheid in Christus zullen komen.’

Confronterend en spiegelend is Maria Korpershoek geregeld. Confronterend in de zin van positief-kritisch, schoppen doet ze nergens. Want hoe je het ook wendt of keert, ze heeft haar roots lief, haar kerk van oudsher lief, maar wanneer hoofdzaken bijzaken worden en v.v. dan kan ze best fel en pittig zijn. Met name dat grote groepen reformatorische mensen Jezus niet durven aanvaarden als het allergrootste geschenk dat je wordt aangeboden, de vraag of men wel uitverkoren is, de vrees voor de kerkleiders, licht haar na aan het hart. Bewogen spreekt ze dan ook deze doelgroep aan.

Ook Korpershoeks eerste avondmaalsgang komt uitgebreid voorbij. Alle worstelingen over wel of niet aan mogen gaan worden verteld. Ook de manier waarop er door anderen wordt gekeken naar avondmaalgangers is schrijnend. Korpershoek laat zien dat menselijke woorden en hun theologie zijn gaan heersen over de Bijbel: ‘De Bijbel wordt een boek met  honderden addertjes onder het gras. (…) Nu wordt in reformatorische kerken gewaarschuwd tegen het zelf lezen en onderzoeken van de Bijbel!’

Maria Korpershoek besluit haar boek met een deel over de gemeente. Hoe kunnen we een voorbeeld nemen aan de eerste christelijke gemeente zoals die beschreven wordt in Handelingen 2? ‘De eerste christenen leefden in liefde, eenheid en verbondenheid samen. De gemeente groeide en er werden dagelijks nieuwe mensen toegevoegd. Misschien behoren wij bij de laatste christenen. Dat is niet ondenkbaar. Hoe zal de Heere Jezus ons straks als Zijn bruid vinden?’

Al met al een boek dat beklijft. Een boek dat uitnodigt tot kerkelijke en persoonlijke reflectie.

Patchett, Ann | Gemeengoed

Gemeengoed - Ann PatchettIk had nog nooit wat van Ann Patchett gelezen. Ik wist dus ook niet wat ik moest verwachten van Gemeengoed, ik was vooral gevallen voor het omslag dat zo leek op Afspraak in Portugal van Corien Oranje. Benieuwd dus.

Patchett begint het boek met een zomers feest waar Bert Cousins onuitgenodigd verschijnt. Op dat feest valt hij voor Franny Keating, hetgeen uiteindelijk leidt tot echtbreuk in hun huwelijken en een huwelijk tussen hen beiden. Het is de aanleiding, maar niet het thema: het boek focust zich op de levens van de kinderen (4 van Bert, 2 van Beverly) die zichzelf door het leven proberen te slaan. Het begint al in de kinderjaren, als de 6 kinderen vooral aan hun lot worden overgelaten en op avontuur gaan.

Het jongste broertje is meestal strontvervelend en wordt door de oudere kinderen vakkundig in slaap geholpen door hem Benadryl te laten eten. Die Benadryl had de oudste broer bij zich, omdat hij allergisch is voor bijen. Dat kan natuurlijk niet goed gaan en er het onvermijdelijke gebeurt, wat weer een nieuwe breuk veroorzaakt.

Patchet springt heen en weer door de tijd en een van de lijnen volgen we Franny, die gesjeesd is voor haar rechtenstudie en werkt als serveerster. In die hoedanigheid ontmoet ze een beroemde auteur met wie ze een relatie krijgt. Ze vertelt hem het geheim en hij gebruikt het in zijn boek. Dat blijft natuurlijk niet onopgemerkt en zo buitelen de ontwikkelingen over elkaar.

En dat is nog wel het meest sprekende kenmerk, vind ik: de dynamiek van het boek. Het is geen doldwaas avonturenboek, er zit een zekere rust en diepgang in, maar er gebeurt heerlijk veel. Mij doet het gevoel van het lezen nog het meest denken aan Joël Dicker in Het boek van de Baltimores.

Niet alles is qua gebeurtenissen even verheffend, maar daar focust het boek ook niet op. het focust meer op de nasleep en de pijn die mensen van hun vergissingen hebben en hoe dat een leven kan beïnvloeden.

Altebrando, Tara | Verdwenen

Ik las een voor mij volstrekt onbekend boek, een volstrekt onbekende auteur: Verdwenen van schrijfster Tara Altebrando.

Verdwenen oogt mysterieus, uitnodigend. Verlaten schommels, beeld voor de (ongeschonden) jeugd echter een schommel ontbreekt. Een desolaat strand, het is een metafoor voor de inhoud van het boek. De cover is er een om door een ringetje te halen. Het boek is vertaald door Anne-Marieke Buijs. En het is een verzorgde vertaling, zinnen lopen goed en het leest vlot weg.

Elf jaar geleden verdwenen zes kinderen. Nu komen er ineens vijf terug. Max is de enige die niet terugkeert. De geheugens van de tieners zijn gewist. Avery, de zus van Max, is nu vijftien. Samen met een van de andere tieners gaat ze op onderzoek uit. Wie zit erachter? Waarom zijn deze kinderen destijds spoorloos verdwenen? Veel vragen die heel langzaam, maar zeker beantwoord worden in dit verhaal.

Ik werd getriggerd door de cover en het verhaal op de achterkant van het boek. Na lezing viel het verhaal me erg tegen. Maar ik moet zeggen, ik las het door de bril van de volwassene, niet door de ogen van een tiener. Wanneer je dat wel zou doen, lijkt het een mooi, spannend verhaal. Nu echter niet. Tara Altebrando speelt met de taal, dat is een opmerkelijk pluspunt. In het verhaal kom je geregeld zinnen tegen die zo uit een gedicht van Paul van Ostaijen zouden kunnen komen. Zinnen uit zogenoemde beeldgedichten sieren de inhoud op. Blijft de vraag waarom Altebrando dit doet. Wil ze dichter bij het gevoel van de tiener komen? Wil ze taal- en leesplezier bijbrengen?

De hoofdstukken zijn geschreven kijkend door de ogen van een van de teruggekeerde tieners. Dit perspectief maakt het niet noodzakelijkerwijs boeiend of interessant. Het geeft de lezer wel enige structuur. De manier waarop de gezinnen ieder voor zich omgaan met de terugkeer van de tieners is in te delen van bizar tot realistisch: ‘Wat hadden ze dan moeten doen? Hun hele leven moeten rouwen en wensen dat ze nog steeds een kind hadden? Een of ander gestoord monument bouwen? Buitenaardse wezens de schuld geven?’

Reflectie op rouw, omgaan met verdriet en de kijk op het leven zelf zijn terug te vinden: ‘Lucas maakte de urn open en de wind werkte mee toen hij de as eruit schudde. (…) Terug naar het begin. We bestaan allemaal uit stof. Zijn allemaal stervende. Verliezen allemaal. Vergeten allemaal.

We vertrekken allemaal, altijd.’

 

Ware, Ruth | De vrouw in suite 10

Ruth Ware heeft een hoge plaats verworven in de rij met bekende thrillerschrijvers. Zeker na haar bestseller In een donker, donker bos zijn alle ogen gericht op dit tweede boek: De vrouw in suite 10.

Ruth Ware is publiciste bij een grote uitgeverij in Londen. Na haar wereldwijde succes met In een donker, donker bos is ze doorgegaan met schrijven en heeft ze gekozen voor een bijzondere setting, die overigens sterk lijkt op die van Passagier 23, geschreven door Sebastian Fitzek. Ik moest vaak aan dat boek denken tijdens het lezen van De vrouw in suite 10.

Een persreis wacht de hoofdpersoon Lo Blacklock. Nadat ze een traumatische inbraak heeft overleefd in haar huis, heeft ze geprobeerd de draad van het leven op te pakken. Ook haar relatie met haar vriend Judah staat onder druk. Ze hoopt een en ander weer in balans te krijgen door aan boord te gaan van een klein, maar zeer luxueus cruiseschip. Tijdens de eerste reis van dit schip met verschillende journalisten en VIP’s aan boord, overkomt haar in een van de nachten iets vreemds: ze hoort een harde plons, onmiskenbaar het geluid van een lichaam dat overboord gegooid wordt. Lo gaat op onderzoek uit en stuit op bizarre verschijnselen. Niemand gelooft haar verhaal over de verdwijning van een persoon, een jonge vrouw die in suite 10 verbleef. Sterker nog: er zat niemand in die suite. Er is geen enkel bewijs, toch blijft het knagen in haar. Langzaam maar zeker krijgt ze het beklemmende en zeer verontrustende gevoel dat ze de grip op alles kwijtraakt en gek wordt. Of is er inderdaad meer aan de hand op de Aurora Borealis?

‘(…) ik dacht: er is een moordenaar aan boord, en niemand die het weet, behalve ik.’

De vrouw in suite 10 is keurig vertaald door Hanneke van Soest. Ik kwam nauwelijks onjuistheden tegen. De zinnen lopen keurig. De dialogen zijn vlot verteld. Al met al zit er veel vaart in het verhaal. Het verhaal is prima gestructureerd: het kent verschillende delen en tijdsperioden. Elk deel wordt afgesloten met een of meerdere mails of Facebookberichten van vriend Judah, die al vrij snel nadat Lo aan boord ging, melding maakt van haar vermissing. Meer en meer wordt duidelijk dat er een vies spel gespeeld wordt op dit cruiseschip. Maar wie is of zijn er bij betrokken? Dit blijft gelukkig lange tijd verborgen.

De vrouw in suite 10 is een boek waarin je de claustrofobische gebeurtenissen aan boord volop meemaakt. Doordat het indringend en filmisch beschreven is, lijkt het erop dat je zelf deel uitmaakt van deze persreis. Dat is de kwaliteit van Ruth Ware.

 

Beek- Visser, Marlen | Meesterdeal

In 2015 debuteerde auteur Marlen Beek met de thriller Stem!, wat haar direct een nominatie opleverde voor de Schaduwprijs (prijs voor het spannendste debuut). Met Meesterdeal levert ze haar tweede spannende boek af.

De cover van Meesterdeal toont overduidelijk aan dat je te maken krijgt met een thriller die zich in en om een school afspeelt: een ouderwets krijtbord, een houten leerlingenstoeltje, een rondslingerende pen op de grond. Ook de ondertitel laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Het is een fraai uitgevoerd, prettig in de hand liggend boek. De flaptekst nodigt uit tot lezen. Dit boek triggert mij enorm; ik ben in het dagelijks leven docent Nederlands. Het verhaal roept dan ook veel herkenning op. Gelukkig niet op alle fronten…

Als de  zestienjarige Eva van Lierop een verhouding krijgt met haar tweeënveertigjarige mentor Sten Oudshoorn lopen de spanningen vanzelfsprekend hoog op in het gezin Van Lierop. Langzaam maar zeker komen er meer en meer details openbaar rond deze verhouding. Temeer daar je vanuit wisselende perspectieven het hele verhaal meekrijgt. Een inkijkje in het hoofd en gevoel van de mentor zelf maakt het verhaal op hoofdlijnen geloofwaardig. Binnen het gezin spelen zelf ook nogal wat geheimzinnige zaken, die pas (zoals het hoort) op het eind ontrafeld worden en ook voor de nodige verrassingen zorgen.

Marlen Beek schrijft in haar nawoord: ‘Bij Meesterdeal waren het enkele krantenberichten die mij aan het denken zetten. Ze hadden een overeenkomst: alle beschreven ze een situatie waarin de grens in een docent-leerlingrelatie wordt overschreden. (…) Maar wat als de leerling in kwestie zegt uit vrije wil te handelen en jouw bezorgdheid als ouder afdoet als bemoeienis, terwijl je weet dat je kind kwetsbaar is en de gevolgen niet overziet? (…) getracht de dilemma’s te schetsen waarmee de betrokkenen worstelen en de vraag te stellen of goed echt goed is en fout echt fout.’

De geloofwaardigheid waar ik eerder over schreef is op hoofdlijnen prima. Maar op het eind vind ik het ongeloofwaardig worden. Hoe de verhouding tussen docent en leerling in elkaar steekt en wat de (duistere) achterliggende motieven zijn, vind ik te vergezocht. Maar het doet geen afbreuk aan het verhaal zelf. Het verhaal boeit erg, hoofdstukken eindigen veelal met een heerlijke cliffhanger en het is, zeker als je in het onderwijs werkt, ook herkenbaar. De symboliek van de namen Adam (vader van het gezin) en Eva (dochterlief) is treffend gekozen. Helemaal als je de gedachtes van de mentor leest in het volgende citaat: ‘Eva heeft hem een droomwereld binnengelokt met haar verleidelijke blik. Ze heeft hem een paradijselijke appel aangereikt. Hij had die appel nooit moeten aannemen. Al duizenden jaren is bekend wat daarvan terecht gekomen is. Maar Eva voorgoed opgeven kan hij ook niet. Hij zit hopeloos in een spagaat tussen de wereld van fatsoen en zijn honger naar aandacht.’

Het is Marlen Beek uitstekend gelukt om enkele open eindjes in te bouwen en de dilemma’s waar de betrokkenen mee worstelen concreet sterk neer te zetten. Met een gerust hart kun je een volgend boek van haar tegemoet zien!

 

Thériault, Denis| De verloofde van de postbode

In De verloofde van de postbode ontmoeten we opnieuw postbode Bilodo, hoofdpersoon van ‘De eenzame postbode’. Na het lezen van dit prachtige boek was ik in de veronderstelling dat Bilodo op tragische wijze om het leven was gekomen, op dezelfde wijze als de persoon wiens leven hij zich had toegeëigend. Niets blijkt echter minder waar.

Vanuit het perspectief van Tanja, serveerster in het restaurant waar Bilodo zijn lunchpauze houdt, beleven we het verhaal van de eenzame postbode opnieuw. Voor wie De eenzame postbode gelezen heeft,  is er een herkennen van verhaalelementen, maar dat is absoluut niet noodzakelijk om van De verloofde van de postbode te kunnen genieten.

Tanja is verliefd op Bilodo en probeert zijn aandacht te trekken, hetgeen de collega’s van Bilodo niet ontgaat. Bilodo leeft echter in zijn eigen wereldje van, naar later blijkt, zijn correspondentie in de vorm van haiku’s  met Ségolène, waarbij hij zich voordoet als de overleden Grandpré. Na een vervelend voorval lijkt de kans op een mogelijke relatie met Bilodo voor Tanja zo goed als verkeken. Ze kan hem echter niet helemaal loslaten en besluit hem op te zoeken om op zijn minst de verstandhouding van voor het voorval terug te krijgen.

Het levert echter niets op en vlak daarna is Tanja getuige van het ongeluk dat Bilodo overkomt bij het posten van zijn brief aan Ségolène. Hier neemt het verhaal een compleet andere wending, want Bilodo blijkt niet te zijn omgekomen, maar wordt gereanimeerd door Tanja en komt met hersenletsel in het ziekenhuis terecht. Bilodo wordt in coma gehouden en Tanja brengt bijna al haar tijd aan zijn bed door.

Als Bilodo bijkomt, blijkt hij aan ernstig geheugenverlies te lijden. Tanja maakt hiervan gebruik en presenteert zich als zijn verloofde. Wat een ironie: de bedrieger bedrogen! Tanja doet alle mogelijke moeite om Bilodo te overtuigen van hun gezamenlijke verleden en zo de door haar gewenste relatie in stand te houden. Een citroentaart gooit echter roet in het eten.  Als Bilodo zijn herinneringen weer terug heeft, vertrekt hij halsoverkop naar Guadeloupe om Ségolène te ontmoeten.

Thériault weet op overtuigende wijze deze verhaallijn af te ronden en Bilodo en Tanja aan elkaar te verbinden. Uiteindelijk komt het verhaal weer terug bij de haiku’s van Grandpré en herhaalt de geschiedenis zich ‘als de tijd lussen maakt’.

Met De verloofde van de postbode schreef Thériault opnieuw een prachtig verhaal dat je verrast en ontroert.

 

Wieringa, Tommy | De dood van Murat Idrissi

Met de titel De dood van Murat Idrissi geeft Wieringa aan dat zijn nieuwste pennenvrucht geen vrolijk verhaal bevat. Net als  Dit zijn de namen gaat De dood van Murat Idrissi over vluchten uit je thuisland in de hoop op een beter leven.

In 2004 vond er een rechtszaak plaats tegen twee Marokkaans – Nederlandse jonge vrouwen die verantwoordelijk werden gehouden voor de dood van een vluchteling in hun auto.  Tijdens de zoektocht naar het lichaam van de jongen werd justitie geconfronteerd met  het feit dat dit geen uniek geval betrof: in Spanje werden veel vaker lichamen van Noord-Afrikanen op weg naar Europa gedumpt en het zoeken naar het lichaam was zoeken naar een speld in een hooiberg.  Het greep Wieringa aan en langzaamaan ontstond er een verhaal.

De dood van Murat Idrissi begint met een inleidend hoofdstuk waarin het ontstaan van de Middellandse Zee wordt beschreven en daarmee de scheiding tussen Europa en (Noord) Afrika. Er ontstond een kloof die er  (geografisch gezien) niet  was!

Vervolgens ontmoeten we Ilham en Thouraya, twee Marokkaans-Nederlandse meisjes, op de veerboot van Tanger naar Algeciras. Ze hebben vakantie gevierd in het land van hun ouders, maar het is niet hun vaderland: zij zijn toeristen uit het verre Nederland, het land van de mogelijkheden.  Ilham had zich in haar jeugd altijd als  Nederlandse beschouwd. . Op het schoolplein vertelde ze het haar klasgenoten:  ‘[…] ik, Ilham Assouline, geboren in het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk, havoleerling aan het Kennemer College die ’s zomers in dezelfde grauwe zee zwemt als jullie, als ik nu geen Nederlandse ben, wanneer dan?’

Maar de aanslagen van 11 september 2001 luidden een nieuw tijdperk in: ‘Of je bent met ons, zei de machtigste man ter wereld, of je bent met hen. De vliegtuigen, zijn woorden – ze sloegen haar wereld, de hele wereld in twee stukken, in wij hier en zij daar. En Ilham werd zij. En haar lichaam werd daar.’  In sobere bewoordingen schetst Wieringa de problematiek van immigranten in de huidige verdeelde samenleving.

Al aan het begin van hun vakantie krijgen de vrouwen schade aan hun gehuurde auto en komen ze in geldnood. In Rabat ontmoeten ze Saleh die zich min of meer over hen ontfermt en hen in contact brengt met Murat, een jongen die kansloos is in Marokko en naar Nederland wil. De vrouwen laten zich overhalen Murat op de veerboot naar Spanje mee te smokkelen in de ruimte voor het reservewiel. Volgens Saleh lopen ze geen enkel risico! En zij hebben toch ook hun kansen gehad? Waarom zouden ze Murat niet helpen? Het levert ze ook voldoende geld op voor de terugreis.

Maar Murat overleeft de overtocht niet.  Saleh en zijn maten  gaan ervandoor en laten Ilham en Souraya met het lijk in hun auto achter. Met nauwelijks geld en bang voor de ontdekking van het lichaam reizen ze door Spanje. Het is heet en het lichaam gaat ontbinden. Wieringa doet je de hitte voelen en de stank ruiken. Een ontmoeting met een groepje Marokkaans-Nederlandse jonge mannen biedt perspectief. Souraya brengt een nacht met een van hen door, berooft hem en met een gevulde portemonnee reizen de vrouwen verder. Ergens in het binnenland van Spanje dumpen ze Murat. ‘Sorry,’ zei Ilham zacht […]en de vrouwen vervolgen hun weg naar Nederland.

De dood van Murat Idrissi is inderdaad geen vrolijk verhaal. Het is wel een aangrijpend verhaal: een jongen die zijn verlangen naar een beter leven met de dood moet bekopen. Een verhaal over Marokkaanse-Nederlanders die leven tussen twee werelden en zich nergens echt thuis weten. Een verhaal over jongeren voor wie de (Marokkaanse) wereld van hun ouders in alle opzichten botst met hun eigen leven in een modern seculier Nederland. Een verhaal over identiteit. Wieringa is wat mij betreft in alle opzichten geslaagd met deze vertelling.

 

 

 

Chirovici, E.O. | Boek der spiegels

Veel commotie rondom de verschijning van dit boek, sterker nog, het manuscript was een regelrechte hit in uitgeversland. Binnen enkele uren ging het de hele wereld over en ontbrandde er een strijd om de vertaalrechten. Nederland kreeg de wereldpremière: als eerste verscheen het boek hier. Ik heb het over Boek der spiegels van de schrijver Eugen Chirovici. Hij groeide op in een Roemeens-Hongaars-Duits gezin. In Roemenië ging zijn debuut meer dan 100.000 keer over de toonbank. Het zegt dus wel iets over de kunst van het schrijven van deze auteur. Of het publiek is (helaas) gauw tevreden. De lezer oordele zelf!

‘Allemaal hadden ze ernaast gezeten en alleen maar door hun eigen obsessies door de ramen gezien waar ze doorheen hadden proberen te kijken, terwijl het in wezen aldoor spiegels bleken te zijn geweest. Ooit zei een grote Franse schrijver dat de herinnering van zaken uit het verleden niet noodzakelijkerwijs de herinnering hoeft te zijn van hoe die zaken waren. Ik geloof dat hij gelijk had.’ 

Boek der Spiegels is knap geconstrueerd, geraffineerd geschreven. Maar wie denkt dat er een thriller van formaat ligt, komt bedrogen uit. Het is wel een goed geschreven roman geworden. Zonder meer! Eigenlijk is dit een whydunnit in plaats van een whodunnit. De auteur legt dit ook uit in zijn nawoord achterin het boek. Dat is een interessante invalshoek. Reden te meer om dit boek eens te lezen, het is snel, spannend en een tikje mysterieus.

Het verhaal op zich is snel verteld: in 1987 wordt de vooraanstaande hoogleraar Joseph Wieder vermoord. De zaak werd nimmer opgelost. 25 jaar later ontvangt literair agent Peter Katz enkele hoofdstukken van een manuscript met de titel Boek der spiegels. Het zijn de memoires van Richard Flynn over zijn tijd op Princeton University. Hierin beschrijft hij zijn bijzondere verstandhouding met Wieder. Katz raakt geobsedeerd door de nooit opgeloste moordzaak Wieder. Hoe dieper hij in de zaak duikt, hoe verder hij verwijderd raakt van de oplossing. Katz zoekt de mensen op die destijds behoorden tot de kring van intimi van Wieder. Vanuit verschillende perspectieven wordt de moord op Wieder beschouwd. Dit zorgt ervoor dat je als lezer een goed beeld krijgt van de personages en de omstandigheden die van invloed waren op de moord op Joseph Wieder.

Vertaler Edzard Krol heeft ervoor gezorgd dat de sfeer in het verhaal en de vertaling zelf echt samenvallen. Nauwgezet en uitermate correct heeft hij vertaald. Waarvoor hulde!

Kepler, Lars | Jager

Met Jager levert het schrijversduo Lars Kepler hun nieuwste deel rondom Joona Linna af. Het is weer een ouderwets spannende, raszuivere thriller geworden. Thrillers schrijven kunnen de Scandinaviërs wel. Oog voor detail, oog voor sfeer en keiharde plots.

‘Ratjen, konijnen en de hel ‘, herhaalt Joona in zichzelf. Hij denkt aan de lichte en beetje verwonderde kinderstem en het rijmpje over de konijnen die een voor een in de hel belanden.’ (…) De moordenaar noemde Ratjen en zei dat de hel ze zou opslokken, hij is van plan alle konijnen in het rijmpje te doden.’

Joona Linna, opnieuw hoofdrolspeler in dit zesde deel Jager, zit in de gevangenis als zijn hulp wordt ingeroepen door Saga Bauer en haar team van rechercheurs. Ze zitten vast, muurvast. Een mysterieuze moordenaar lijkt geheel willekeurig slachtoffers te maken. Het enige wat hen verbindt is het kinderliedje dat ze horen vlak voor hun dood. Chef-kok en tv-ster Rex Muller verheugt zich ondertussen op het feit dat zijn zoon eindelijk bij hem komt logeren. Dan wordt plotseling Rex zelf verdacht van de moorden. Maar dan ontvangt hij ook het telefoontje waarop een stem te horen is die een kinderliedje afspeelt…

Behalve snelle acties, bloedstollende scenes waarin de moordenaar toeslaat, komen we ook haast poëtische zinnen tegen die de lezer even een moment van rust geven: ‘Valeria pakt de kar en loopt weer naar de kas. Zwijgend blijven ze de walnootbomen op de aanhanger laden. Het verleden beweegt zich onrustig in hen allebei, herinneringen tuimelen langzaam rond in hun oceaan en trekken meer herinneringen omhoog in de wervelingen.’ De climax is er een om door een ringetje te halen, even verbijsterend als heftig. Het verhaal zit opnieuw gedegen in elkaar, leest heerlijk weg en weet je geregeld op het verkeerde been te zetten.

Jager is absoluut een aanrader voor de liefhebber van Scandinavische thrillers, het is echter wel aan te bevelen eerst de voorgaande delen op volgorde te lezen. Wil je het verhaal en de bijbehorende context goed begrijpen, dan is dit een must. De titel Jager valt te herleiden uit het volgende stukje: ‘Konijnen zijn nerveuze dieren, ze kruipen in elkaar, zitten doodstil en hopen onzichtbaar te blijven, maar kunnen er niet tegen als de jager plotseling blijft staan om af te wachten. Door de stilte raken ze in paniek en dan zetten ze het op een lopen omdat ze denken dat ze gezien zijn.’

 

Zandberg, Lucas | De rendementsdenker

De rendementsdenker. Onthoud deze titel. Lucas Zandberg. Onthoud deze auteur. Een ge-wel-di-ge roman over het onderwijs. Wat mij betreft een klassieker!

Lucas Zandberg (1977) studeerde Engels en schrijft artikelen voor de populaire weblog Tzum. In 2007 gedebuteerd met de succesvolle historische roman Mijn leven is van mij. Hierna verschenen achtereenvolgens Mayling (2012) en De vergeten prins (2015).

Met De rendementsdenker zet Zandberg de misstanden in het onderwijs op de gevoelige kaart. Robert Witteveen, zojuist afgestudeerd als docent Engels aan het HBO, is op zoek naar een baan. Hij vindt deze op het ROC Leyderschans in het hoge noorden van Nederland. Vol goede moed zet de 24-jarige Robert zijn eerste schreden in onderwijsland. Bevlogen, vol passie geeft hij les en wint zijn leerlingen voor zich. Aan de start van zijn onderwijscarrière loopt hij echter aan tegen onwillige collega’s Nederlands en Engels: de een staat vlak voor zijn pensioen en loopt niet meer zo hard, de ander is onbereikbaar en communiceert slechts per mail. Een collega, Lilian, een wat oudere dame, ziet het nog wel zitten, maar oogt vermoeid door vele jaren onderwijs: ‘Het mbo is het stiefkindje  van het Nederlandse onderwijssysteem (…) Alle aandacht gaat naar academische opleidingen. (…) Om mbo’ers bekommert geen mens zich.’ Robert besluit een talensectie op te richten en een vernieuwd lesprogramma op te zetten voor Engels. Dit stuit op enkele bezwaren, maar het lukt hem uiteindelijk.

Wanneer het afdelingshoofd van de opleiding Welzijn na een ernstig ongeluk tijdens zijn vakantie overlijdt, komt zijn vervanger Margot in beeld. Margot, die eerder een leidinggevende functie bij de politie had, verhuisd is naar Leermens in Groningen en daar een nieuw leven hoopt te beginnen, gaat aan de slag als sectormanager op het ROC. Samen met het CVB ( College van Bestuur) starten ze CPM op. (Creatief Project Management) De motieven van zowel Margot als die van het CVB voor een volledige metamorfose van het huidige onderwijssysteem staan lijnrecht tegenover die van het onderwijzend personeel binnen de opleiding Welzijn. Resultaatgericht onderwijs en de lancering van een megalomaan nieuwbouwproject in de stad maken de sfeer binnen school er niet beter op. Dieptriest is met name hoe in deze setting gesproken wordt door het management over de werkvloer: ‘De eerste fte die ik tegenkwam was de dramadocent’. Meer en meer komt het management verderaf te staan van de werkvloer, letterlijk en figuurlijk. De dreigende sfeer, de overbelasting van het personeel en de diverse misstanden binnen de school lopen uit op een onvermijdelijk desastreus einde.

Zandberg spreekt uit ervaring. Dat is te merken. Robert Witteveen, hoofdpersoon, is zeker zo gepassioneerd als Zandberg. Het kan niet anders. Ik heb veel moeten lachen om de schrijnende situaties die voorkomen in het boek. Het kan niet waar zijn! En toch… wanneer je, net als ik, werkzaam bent in het onderwijs, weet je: het is waar. Met stijgende verontwaardiging en verbazing leefde ik mee met het wel en vooral het wee van de verschillende docenten, teamleiders, sectormanager en het CVB. Voor een ieder die werkzaam is in het boeiende landschap dat onderwijsland heet, is dit boek absoluut een mustread!

Er is meer. Iedereen die houdt van een goed boek, van literatuur, komt aan zijn trekken in dit boek. Ook de privéomstandigheden van Robert Witteveen komen aan bod: de moeizame relatie met zijn ouders die het liefst zien dat hij niet in het onderwijs werkzaam is, maar gaat studeren aan de universiteit, de steeds ouder wordende opa die uiteindelijk sterft, de perikelen rondom de erfenis, alsook het privéleven van Margot met al haar sores, staan geregeld symbool voor en lopen parallel aan de gebeurtenissen binnen het onderwijs.

Ik houd van het citeren van anekdotes uit een boek. Dit boek is het meer dan waard geheel geciteerd te worden. Een goed geschreven roman van grote klasse!

‘Docenten zijn soms net autisten. Alles wat afwijkt van het oude wijzen ze van de hand.’

‘Wat vind jij als beginneling eigenlijk van deze toestanden?’ vroeg Astrid aan mij. ‘Ik houd me liever bezig met belangrijke dingen’ zei ik. ‘Ik ben aangesteld om les te geven. Al het andere is ruis.’

‘Wij raken uit het oog waar het om gaat: het onderwijs. Al deze cijfers en grafieken vertellen ons niets over hoe het er werkelijk aan toegaat. Daarvoor moet je het gebouw in, met leerlingen en leraren praten. Het onderwijs moet centraal staan, toch?’ 

Na dit laatste citaat van een van de teamleiders van de sector, valt voor haar het doek. Ze wordt ontslagen. Niet passend binnen het personeelsbeleid van de school…