Mysliwski, Wieslaw | Steen op steen

Met Steen op steen heeft de Poolse auteur Myśliwski een geweldig boek geschreven. Het vraagt wel wat van de lezer. Myśliwski gaat heel associatief te werk: hij knoopt herinnering aan herinnering, anekdote aan anekdote en je moet er echt je aandacht bij houden om in zijn gedachtestroom mee te gaan. Het is de inspanning echter ruimschoots waard!

Hoofdpersonage Szymek Pietruszka keert na een lange periode in het ziekenhuis terug in zijn geboortedorp met het plan om een graf van steen te bouwen waarin zijn hele familie, namelijk zijn ouders, broers en hijzelf, (her)begraven kunnen worden.  Dit gegeven loopt als een soort rode draad door het hele verhaal en daarnaast vertelt Szymek, als ik-persoon, over zijn leven. Gebeurtenissen uit zijn jeugd worden afgewisseld met belevenissen uit zijn partizanentijd in de Tweede Wereldoorlog. Naast allerlei verhalen over zijn eigen leven, vertelt hij over dorpsgenoten, familieleden, medepartizanen om vervolgens weer in zijn eigen leven terug te keren.

Je krijgt in Steen op steen een beeld van de omstandigheden op het platteland van het vooroorlogse Polen. Je leeft mee in de bittere strijd van de partizanen tegen de Duitse overheersers. Het opent je ogen voor de lijdensweg van de Poolse bevolking onder de Duitse bezetting. Het geeft inzicht in het leven van de Polen tijdens de periode van de communistische dictatuur waarin oude katholieke tradities botsen met de opvattingen van de machthebbers.

Myśliwski wisselt filosofische opmerkingen af met humoristische beschrijvingen van bijvoorbeeld Szymecs kwajongensstreken en de rauwe werkelijkheid van het boerenbestaan.  Aangrijpend vond ik het gedeelte waarin de vader van Szymek de zinloosheid van oorlog verwoordt. ‘Waar zouden we dan voor moeten vechten? We ploegen, we zaaien, we maaien, wie zijn wij tot last? Een oorlog zal de wereld niet veranderen. Ze zullen elkaar alleen uitmoorden en het zal zijn zoals het was voor de oorlog. En weer zullen het de boeren zijn van wie er het meest in de grond achterblijven. En niemand zal zich ook maar herinneren dat ze hebben gevochten en waarvoor. Want gedenkstenen of boeken laten boeren niet achter, enkel tranen.’

Myśliwski’s taalgebruik is ongepolijst, grof soms, maar wel passend bij de keiharde werkelijkheid die door Myśliwski beschreven wordt.

‘Steen op steen’ is bij uitstek een boek voor lezers die van historische en psychologische romans houden en graag willen nadenken over wat ze lezen. Daarbij moeten ze bereid zijn om zich mee te laten nemen in de gedachtespinsels van de hoofdpersoon en zo af en toe een stukje te herlezen om het echt te begrijpen. Het prachtige verhaal is dit alleszins waard!

Wolters, Octavie | Voorland

Octavie Wolters (1977) studeerde af in moderne Nederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Haar debuut is getiteld: Voorland.

‘Het was het eeuwige ritme van de aarde. Het afsterven, de wedergeboorte, als een aangeslagen toon waarin voor altijd de grondtoon van een lagere octaaf doorklinkt. En de mens in wie, telkens opnieuw, het land zich verankerde. Alles anders, alles hetzelfde.’

Het land, het Limburgse land, is begin- en eindpunt van de proloog. Diep indringende landschapsbeschrijvingen beroeren de zintuigen van de lezer. Het is de rivier zelf, meanderend door het heuvellandschap, die de lezer meetrekt in de emoties van de verhaalpersonages. Het is de kerk op de heuvel, overal bovenuit stekend, die het bewijs van het verleden is, ‘dat niets ooit voorbijgaat en dat alles aan elkaar verbonden is, een lange keten van schakels die haast onzichtbaar, op het scherp van de snede aan elkaar gesmeed zijn.’

Het eerste deel van Voorland begint op 5 april 1969. Wolf Haasting verwekt zijn kind. ‘Ik wil geen kind, het is niet goed.’ Op datzelfde moment blaast aan de andere kant van het dorp zijn vader, Willem, zijn laatste adem uit. Zijn vrouw Johanna is enig getuige. Een slopend ziekbed maakt een eind aan het leven van vader Willem. De oogstrelende woorden die Octavie gebruikt om dit proces zichtbaar en voelbaar te maken en de schitterende details in het ziekenkamertje (de piëta op het kastje, de parfumflesjes op een rij en de spiegel op de lage kast) vormen de opmaat naar meer. Tegen het eind van het boek komen dezelfde details terug, maar dan in een ander tijdperk, in het leven van de kleinzoon van Willem en zoon van Wolf, Otto.

Na de dood van vader en tijdens de zwangerschap van Heleen, Wolfs vrouw, trekt Wolf zich geregeld terug in zijn domein, het biologielokaal van de school waar hij werkzaam is als biologiedocent. Hier voelt hij zich geborgen, hier voelt hij zich in zijn element samen met de tetra’s in zijn aquarium. Zij zijn voor hem als kinderen, kinderen die hij niet wenst. De liefde voor de tetra’s en zijn machteloze liefdeloosheid jegens Otto worden poëtisch beschreven in Voorland.

Naarmate het boek vordert, we hebben dan al de nodige tijdswisselingen gehad (1968 en 1969 wisselen elkaar af), belandt de lezer in het tweede deel, eind jaren negentig van de 20e eeuw. Hierin zien we dat Otto volwassen wordt en zelf ook een kind verwekt bij zijn vrouw, An. Otto is inmiddels archeoloog en krijgt de opdracht om in het zuiden van het land een opgraving te doen. Hij belandt hierdoor weer in zijn vroegere dorp waar hij is opgegroeid. Ook hier poëtische flashbacks die inzicht geven in gevoelens en gedragingen van de verschillende, treffend uitgewerkte, karakters.

Op het eind van het verhaal maak je de sprong naar 2015 in de epiloog. Hier maak je kort kennis met Ude, de dochter van Otto en An. Het boek eindigt waar het mee begon, met een rake toevoeging waarmee de thematiek van het verhaal binnendreunt: ‘Alles anders, alles hetzelfde, altijd nu.’ De eeuwige cycli van leven en dood, van het ene geslacht dat gaat en het andere geslacht dat komt, het gevoel dat alles verandert in en om je heen en tegelijk alles hetzelfde blijft, is zo bijzonder verwoord, dat je dit alleen maar zelf kunt genieten en bewonderen.

Voorland is uitermate geschikt om gelezen te worden door scholieren uit de bovenbouw van havo en VWO. Er is sprake van een pakkende stijl van schrijven, vele motieven (die ik nu niet verklap, kom daar zelf maar achter), een geweldig thema, fraai uitgewerkte karakters, schitterende tijdssprongen en poëtisch proza.

‘De kist zakte in de diepte. Het gat sperde haar muil open en slokte het lichaam voor eeuwig op. Het land dat tot zich nam…’

 

 

 

 

Rowley, Steven | Lily en de octopus

.

Lily en de octopus is een verhaal dat mij enorm geraakt heeft maar tegelijk op afstand hield. Lily is de twaalfjarige teckel van Ted Flask en het hoofdpersonage van het boek. Ted is een homoseksueel die het geluk in de liefde (nog)  niet gevonden heeft en Lily is in zeker opzicht een plaatsvervanger voor een menselijke partner.

De conversaties tussen Ted en Lily worden met humor beschreven en de wijze waarop man en hond samen een spelletje Monopoly spelen is ronduit komisch. Hun geluk wordt echter bedreigd: ‘De octopus heeft stevig beet en klemt zich vast boven haar oog. [….] De octopus lijkt zowel kwaad als misplaatst. “Agressief” is misschien een beter woord. Alsof hij zichzelf aankondigt en zijn ruimte opeist. Ik ga niet liegen. Hij is even angstaanjagend als verbijsterend. Ik heb eens ergens een filmpje gezien van een octopus die zich zo goed op de oceaanbodem wist te camoufleren dat hij volkomen onzichtbaar was, tot er een onfortuinlijke wulk of krab of slak langskwam en hij opdook, om met dodelijke precisie toe te slaan. […] Als je hem eenmaal had gezien kon je hem eigenlijk niet meer níét zien – […].’

Lily heeft een tumor op haar kop, in Teds woorden een octopus die haar met zijn tentakels in zijn greep houdt. Ted gaat de strijd aan. Hij wil Lily, die we in flashbacks zien opgroeien van puppy tot de bejaarde hond die ze nu is, niet opgeven.  De eenzaamheid die hem wacht zonder Lily is te groot om onder ogen te kunnen zien en daarom zal de monsterlijke octopus vernietigd moeten worden.  Een bizarre strijd volgt waarbij je in een fantasiewereld terecht komt die het verhaal wat mij betreft enigszins aan kracht doet verliezen.

Het knappe in Lily en de octopus vind ik de wijze waarop je door Steven Rowley geconfronteerd wordt met mogelijk verlies van een geliefd dier (of persoon…). De onaanvaardbaarheid, het niet willen of kunnen loslaten, wordt zo beschreven dat je meevoelt, zelfs meestrijdt. Uiteindelijk moet Ted het gevecht opgeven en laat hij Lily los. ‘Ze was twaalf en een half in echte jaren, wat zevenentachtig in hondenjaren is. Ik ben tweeënveertig, oftewel tweehonderdvierennegentig. We hebben twaalf prachtige jaren samen gehad. Oftewel vierentachtig in hondenjaren. […] Er werd hartstochtelijk van je gehouden.’

Ted, die het in alle opzichten van het hier en nu moet hebben, pakt zijn leven weer op. Hij ontmoet Byron aan wie hij zijn verhaal over Lily vertelt en daarmee eindigt het verhaal toch hoopvol voor Ted. Persoonlijk vind ik het ontbreken van een perspectief dat verder reikt dan het leven van geboorte tot sterven echter schrijnend.

Eenzaamheid, verlangen naar geluk, liefde, angst voor lijden en dood zijn trefwoorden in Lily en de octopus. Rowley verstaat de kunst om je te raken. Hij raakte mij echter kwijt toen de strijd tegen de octopus bizarre vormen aannam en de verhaalwerkelijkheid opging in een fantasiewerkelijkheid.

Riddle, A.G. | De oorsprong

A.G. Riddle leidde jarenlang internet-startups, totdat hij zijn grote passie ontdekte: schrijven. Gelukkig voor de liefhebber van spannende verhalen met erdoorheen gevlochten puzzels, avonturen en veel, heel veel geheimzinnigheid. De oorsprong is deel 1 uit de Atlantis-trilogie. In januari 2017 mogen we deel 2 getiteld Het virus verwelkomen. En later in het jaar komt deel 3 uit.

‘Het geloof is onze wanhoopspoging om de wereld om ons heen te begrijpen. En ons verleden te begrijpen. We leven in het duister, omringd door mysteriën. Waar komen we vandaan? Wat is onze functie? Wat gebeurt er als we dood zijn? Het geloof geeft ons ook nog iets anders: normen en waarden, de begrippen goed en kwaad, richtlijnen voor menselijk fatsoen. Maar het geloof is een instrument, dat net als alle instrumenten misbruikt kan worden.’ Zo verwoordt een Tibetaanse monnik het tegen Kate Warner, een van de hoofdpersonages in dit deel. Met deze woorden zitten we letterlijk en figuurlijk middenin het verhaal. En over die vraag gaat het met name in dit boek: waar komen we vandaan? Van wie stammen we af? En hoe overleven we de toekomst? De Oorsprong gaat dieper in op deze vraag en doet dit aan de hand van het bekende volk en rijk van Atlantis; een interessante en aangename invalshoek. Creatief en origineel. Wel zo belangrijk om je als auteur te onderscheiden in het woud van avonturenverhalen over herkomst en toekomst van de menselijke beschaving, het langzaam maar zeker toewerken naar het einde der tijden en daarbij de inzet van een levensgevaarlijk en zeer bedreigend virus.

Op Antarctica wordt een onderzeeboot gevonden diep in het ijs verborgen. Onderzoekster Kate Warner wordt op de zaak gezet. De ontdekking die ze doet is erg gevaarlijk voor haar en voor het hele menselijke ras. De volgende fase in de evolutie zou bereikt kunnen worden door haar baanbrekende ontdekking. Maar als de sleutel hiertoe in verkeerde handen valt, zou dit tevens het eind van de wereld kunnen betekenen. Geheim agent David Vale weet een zeer gevaarlijke boodschap te decoderen. Er is maar een persoon op de wereld die hem kan helpen: Kate Warner. Een wereldwijde samenzwering moet aan het licht gebracht worden om de waarheid te achterhalen over de oorsprong van Atlantis – en de mensheid. Doel van de tegenstanders? Niets minder dan het mensdom uitroeien. Kate en David binden de strijd aan tegen deze samenzweerders; mits ze het overleven.

Het verhaal zelf is soms best ingewikkeld. Maar door de duidelijke tijd- en plaatsaanduidingen boven de hoofdstukken helpt het je als lezer wel het verhaal te volgen. Een prima structuur dus. Houd je hoofd er goed bij wanneer het evolutionistisch gedachtegoed aan de orde komt. Herlezen is geen overbodige luxe in dat geval. Het plot is spannend. De stijl snel. De lezer wordt voortgestuwd naar een stevige finale. Een open eind zorgt ervoor dat je reikhalzend uitkijkt naar het vervolg. Nog even geduld a.u.b.!

Weghorst, Angela | Anders

Angela Weghorst, werkzaam bij en oprichter van TwinQ, een onderzoeks- en adviesbureau, heeft een grootschalig onderzoek gehouden onder zo’n 4000 5- tot 25-jarigen. Het heeft geresulteerd in een stevig boek waarin ze haar onderzoeksresultaten op prettige en heldere wijze inzichtelijk maakt: Anders, het echte verhaal van Generatie Zenz, de 5- tot 25-jarigen van nu.

Vorm en inhoud zijn loepzuiver op elkaar afgestemd. Een kleurrijk boek en verhaal dat verteld moet worden. Veel informatie geeft de schrijfster en onderzoekster Weghorst. Het is een boek geworden dat je blijft doorbladeren en doorbladeren, op zoek naar de informatie die bij je past. Informatie waar je op dat moment behoefte aan hebt.

Weghorst beschrijft op nauwkeurige, gedetailleerde wijze haar onderzoek: de vragen, de interviews met kinderen en jongeren/jongvolwassenen, geeft inzicht in de resultaten, analyseert en concludeert. Ze doet dit op een manier die je raakt. Het is geen droog, wetenschappelijk boek geworden, maar een boek dat leeft. Een persoonlijk voorwoord, een persoonlijke opdracht voorin het boek, de persoonlijke verhalen, Weghorst spreekt aan. Ze geeft duidelijk aan hoe het boek is opgebouwd: 2 delen met elk een aantal hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk geeft ze aan hoe ‘de jeugd van tegenwoordig’ eruit ziet, wat deze groep kenmerkt. Ze behandelt de diverse maskers waarachter de jonge mensen ‘van tegenwoordig’ zich kunnen verschuilen: het masker van de gevoelens, het gedrag en die van de overtuigingen. In het derde hoofdstuk behandelt ze de diverse oudertypen: verantwoord, compromiszoekend, verwennend en de no- nonsenseaanpak. Van aanpassend tot dominant en van opvoedingsonbewust tot opvoedingsbewust. Een overzichtelijk schema op blz. 184 vat een en ander nadrukkelijk samen.

Angela Weghorst laat zien hoe de invloed die een docent op een leerling uitoefent enorm kan zijn, waarbij ze nadrukkelijk verwoordt dat docenten geen superhelden zijn en toch heel veel verschillende rollen vervullen: psycholoog, politieagent, medeopvoeder, om maar enkele rollen te noemen.

Interessant is het deel dat labelen van kinderen en jongeren aan de orde stelt. ‘Daarnaast ben ik van mening dat we de invloed van de sociale omgeving ook niet moeten onderschatten.’ (…) Zijn onze kinderen dan zoveel veranderd of is de wereld om ons heen veranderd? (…) Kinderen en jongeren dienen in de pas te lopen met de rest en afwijkend gedrag wordt steeds minder geaccepteerd en steeds sneller gerapporteerd.’ Opvallend detail is dat Weghorst stelt dat kinderen en jongeren blijkbaar wel uren stil kunnen zitten als ze met de digitale media bezig zijn. Ze stelt dat belangrijke opvoedwaarden die vroeger nog in tel waren, heden ten dage in de vergetelheid zijn geraakt: rust, reinheid en regelmaat.

Het doel van het boek? Angela Weghorst: ‘Ik hoop ook van harte dat dit boek zal bijdragen aan mijn droom: dat iedereen zichzelf mag zijn, gewoon zoals ie is. En dat iedereen de kans krijgt om de beste versie van zichzelf te kunnen worden, en niet een aangepaste versie zoals ( we denken dat) anderen willen dat we zijn.’

Weghorst heeft haar doel ruimschoots bereikt.

Sveen, Gard | De hitte van de hel

Gard Sveen (1969), auteur van het mogelijk bekende boek De doden hebben geen verhaal, komt nu met zijn tweede zeer spannende thriller: De hitte van de hel. Sveen is werkzaam als senior adviseur bij het Noorse ministerie van Defensie. Een interessante job die hij blijkbaar goed weet te combineren met het schrijven van een spannende thriller.

Sveens tweede thriller gaat opnieuw over inspecteur Tommy Bergmann, hij treft op een donkere avond vlak voor de kerstdagen van 1988 een lichaam aan op een verlaten terrein, een donker bos ver weg van de bewoonde wereld. Het is het lichaam van Kristiane Thorstensen, dochter van Elisabeth en Per-Erik. Het moment dat Tommy het slechte nieuws moet brengen bij de ouders wordt hartverscheurend beschreven: pijnlijk, gedetailleerd, gevoelvol. De proloog eindigt met dit beeld. Deel 1 speelt zich af in november 2004, opnieuw Advent. Opnieuw de donkere dagen voor Kerst. En weer wordt er een lichaam gevonden, nu dat van een zwaargewonde prostituee. Bergmanns herinneringen gaan terug in de tijd. De modus operandi lijkt op die van de moord in 1988. De verwondingen van de jonge vrouw lijken namelijk verschrikkelijk veel op die van de slachtoffers van destijds, slachtoffers van seriemoordenaar Anders Rask. Echter, deze zit opgesloten in een van de zwaarst beveiligde tbs-klinieken van het land.

Dan neemt de moeder van een van de slachtoffers van destijds contact op met de politie. Zij beweert dat de dader van toen niet Rask is, maar iemand anders. En zij weet wie…

Gard Sveen houdt het boeiend van de eerste bladzijde tot de laatste in De hitte van de hel. Vol sfeer, spanning en psychologie. Een thriller waarin alles klopt. Alles past. Alles op zijn plaats valt. En met een einde waar de vonken vanaf spatten. Eerlijk is eerlijk, voor de oplettende thrillerfan en diehard speurder is het einde niet helemaal onverwacht. En ook niet helemaal origineel. Toch is het een thriller die je op het puntje van je stoel bezet houdt.

Aandacht voor wezenlijke vragen en diepgaande bezinning tref je ook aan bij Sveen: ‘Welke god had zo’n wereld kunnen scheppen? Die vraag stelde Elisabeth Thorstensen zichzelf. De wereld was zo verdorven, zo gemeen en onbegrijpelijk dat het bestaan ervan op zich al bewees dat er geen god bestond. Dat wist ze al sinds ze negen was, maar elke keer voelde dat inzicht weer een beetje zwaarder.’ Het is deze vraag en andere waarom-vragen die ruimte bieden voor reflectie. Jammer genoeg is het antwoord, zoals blijkt uit het verhaal, er een van diepe duisternis, zwart als de hel. Er gloort ondanks Advent en de naderende kerstdagen geen licht aan de horizon.

Cronin, Justin | De oversteek

De ‘Justin Cronin-bijbel’ is bijna gereed. In januari 2017 zal deel 3 verschijnen: De stad van spiegels. Met dit boek zal zijn Oversteek-trilogie af zijn. 3 delen goed voor ruim 2200 pagina’s. Ga er maar aan staan! Justin Cronins dochtertje wilde dat pappa een boek zou gaan schrijven met in de hoofdrol een meisje. Dat is gebeurd. Met het schrijven van deze recensie waan ik me opnieuw in de surrealistische en (post)apocalyptische wereld voor, tijdens en na de uitbraak van een enorm dodelijk virus. Hier de neerslag van het lezen van zijn eerste boek uit de trilogie: De oversteek. (2010)

In De oversteek staat voorin aan wie Cronin zijn boek opdraagt: ‘Voor mijn kinderen, geen nare dromen.’ Om op de volgende bladzijde met deel 1 van dit boek te starten: ‘De ergste nachtmerrie van de wereld’. Een grotere tegenstelling is niet denkbaar. Cronin sust de lezer in eerste instantie bijna in slaap met zijn ‘opdracht aan’ om vervolgens genadeloos toe te slaan met de ‘ergste nachtmerrie’. De toon is gezet, de lezer kan aan het werk! Cronin opent het eerste hoofdstuk met een literaire omlijsting, namelijk met Sonnet 64 van William Shakespeare. Ik citeer het eerste stukje: ‘Zie ik, hoe fel de hand des Tijds de pracht / En praal verdierf van lang begraven tijd, / Hoe trotsche torens zijn ten val gebracht.’

Het lieve kleine meisje, Amy Harper Bellafonte ( hoofdpersoon), wordt direct geïntroduceerd door de auteur: ‘Voordat ze het Meisje zonder Verleden werd – Zij die uit het Niets Verscheen, de Eerste en de Laatste en enige, die duizend jaar leefde – was ze gewoon een klein meisje in Iowa dat Amy heette.’ Opvallend is de benaming die aan het meisje wordt meegegeven: de Eerste en de Laatste. De Bijbelse Alpha en Omega. Zie hiervoor het Bijbelboek Openbaring 1: 11 waar deze woorden letterlijk vandaan komen. De indruk wordt gewekt dat ze een soort Jezus is. Een Messiasachtige verschijning. Hiermee is niet alleen de toon gezet, maar geeft het cachet aan de inhoud van het verhaal. Dat Amy deze rol met glans vervult, met inachtneming van haar kind-zijn, wordt duidelijk wanneer we verder in het verhaal komen.

Cronin laat in het hele boek door proeven dat hij Bijbelse kennis en inzichten heeft en die intiem verweeft in zijn verhaal dat verteld moet worden: ‘Vertel eens: geloof je in de almachtige God, Peter?’ (…) Niet echt, ik denk dat het gewoon een woord is dat mensen gebruiken. Nou, dat is jammer. Heel jammer. Want de God die ik ken? Die zou ons altijd nog een kans geven.’ De non Lacey, die in de begintijd de zorg voor Amy had, voelt aan dat het einde van de wereld nabij is en laat zich duidelijk inspireren door Psalm 3.

De oversteek is een dik boek, bijna 1000 bladzijdes. Het voelt aan qua papier en dikte als een Bijbel. Maar wat een inspirerend, onvergetelijk en stoer verhaal! Het is zo vlot geschreven, het kan haast geen belemmering zijn al die honderden pagina’s. De schrijver houdt zijn lezers uren in de greep van zijn waanzinnig mooie verhaal; een mix van diverse genres: fantasyliteratuur, thriller, avonturenroman en psychologische roman. Het is een groots epos van een grootse schrijver. Dit boek doet niet alleen denken aan De beproeving (film:The Stand, 1994) van Stephen King, maar gaat er stevig overheen: Dag King, welkom Cronin!

Oh ja, nog een ding: het verhaal. Waar gaat het over? Tja, als je nieuwsgierig genoeg gemaakt bent, weet je het…over 1000 pagina’s! Neem en lees!

 

 

 

Minier, Bernard | Verduistering

Een lawine die over je heen dendert, een rollercoaster waarin je voortdurend heen en weer wordt geslingerd. Ik zou meer superlatieven kunnen vinden…Maar man, wat een geweldig goed boek! Oke, de clichés zijn niet van de lucht. Maar ik maak graag een uitzondering voor dit boek: Verduistering. Geschreven door de Franse schrijver Bernard Minier (1960). Hij groeide op in de Pyreneeën, werkte als douanebeambte en droomde van een bestaan als schrijver. Het is hem gelukt. En hoe!

Verduistering is prachtig opgebouwd. Het begint met een Ouverture, een proloog als het ware. Elk hoofdstuk dat volgt, heeft als titel een term uit de operawereld. ‘Ik heb altijd al van opera’s gehouden… Het is ongelofelijk hoeveel opera’s over zelfmoord gaan. Maar jouw probleem is dat je te veel waarde aan het leven hecht.’ Zo laat Mila, een van de belangrijkere bijpersonages, weten aan Christine (hoofdpersonage). Knap bedacht! Is er ook een overeenkomst tussen titel en inhoud van het betreffende hoofdstuk? Lastig in te schatten wanneer je niet bekend bent met diezelfde muziekwereld. Maar het doet zeker geen afbreuk. Het geeft daarentegen een zekere extra geladenheid, een toegevoegd spanningselement. Het laatste hoofdstuk is getiteld Finale, het is duidelijk waar het op uitloopt. Een epiloog maakt het verhaal af.

De (spannings)opbouw van het boek is meesterlijk. Een fraaie en geheimzinnige twist helemaal op het eind nodigt uit tot een vervolg. Nog mooier zou zijn als de auteur geen vervolg schrijft, maar de lezer in het extreem ongewisse laat.

Waar gaat het boek over? Radiopresentatrice Christine Steinmeyer ontvangt op kerstavond een mysterieuze, onheilspellende brief waarin aangegeven wordt dat zij degene is die iemand heeft aangezet tot zelfmoord. In eerste instantie denkt ze dat het een grap is, weliswaar een lugubere. Ze vermoedt dat de brief verkeerd bezorgd is. Ze gaat op onderzoek uit. Maar dan gebeuren er zaken in haar leven, kleine en grote, die haar wereld volledig op de kop zetten. Ze is het slachtoffer van een extreem gewelddadige, gestoorde psychopathische stalker. Maar is ze de enige?

Verhaallijn twee: ex-commandant Martin Servaz, die in een psychiatrische instelling verblijft en herstellende is van zijn avonturen uit voorafgaande boeken, ontvangt een envelop met daarin een sleutel van een hotelkamer waar een jaar eerder een gruwelijke moord is gepleegd. Of was het zelfmoord? Servaz pakt de spreekwoordelijke handschoen op en start op eigen houtje een onderzoek naar de raadselachtige (zelf)moord.

Minier weet met Verduistering de diepste angsten van de lezers omhoog te halen. Hij doet dit op stijlvolle wijze: langzame zinnen soms, afgewisseld met korte, snelle dialogen. De schrijfstijl is hier en daar poëtisch, met veel beeldspraak erin.

‘Uit het holst van de nacht en de diepste slaap komen stemmen omhoog die we liever nooit horen. Het lijken herinneringen aan de angsten uit onze jeugd toen elk voorwerp, iedere vorm in de kamer, als het licht eenmaal uit was en de deur dicht, in een monster kon veranderen, toen we, diep in ons bed – die reddingsboot op de verontrustende golven van de nacht – ons zo bewust waren van onze kwetsbaarheid en kleinheid. Die stemmen herinneren ons eraan dat de dood bij het leven hoort en dat de vergankelijkheid nooit ver weg is. Dat alle muren die om ons heen bouwen nauwelijks sterker zijn dan het strooien en houten huis uit het sprookje van De drie biggetjes.’

Op geraffineerde wijze verbindt hij ruimtevaart, stalking en psychologie met elkaar. Naar adem happend verslind je bladzijde na bladzijde. Om uiteindelijk met opgeheven hoofd uit de ‘sneeuwbergen’ tevoorschijn te komen.

Clancy, Tom & Grant Blackwood | Onder vuur

Tom Clancy - Onder vuurTom Clancy heeft tientallen boeken op zijn naam staan. Het zijn boeken die veelal draaien rondom de thematiek van de koude oorlog. Er worden hoge politieke spelletjes gespeeld en Jack Ryan (nota bene de zoon van de president) raakt er steevast bijna toevallig in verzeild. Zo ook in de laatste vertaalde thriller van Clancy (die al niet meer leeft, de formule wordt uitgewerkt door schrijvers die in zijn naam en stijl werken): Jack Ryan is in Iran en ontmoet een oude schoolvriend. Die geeft hem heel subtiel aanwijzingen, maar nog voor Ryan besloten heeft er iets mee te gaan doen, wordt hij aangesproken door twee mannen die hem ondervragen. Het blijkt dat zijn vriend Seth in een staatsgevaarlijk plan is terechtgekomen en zijn hulp goed kan gebruiken.

Jack is helemaal niet van plan zich in het gedoe te mengen, maar als hij door twee mannen onder druk wordt gezet om vooral zijn vriend te verraden, omdat die tot over zijn oren in een landverraad zou zitten, besluit hij dat hij er meer van wil weten. Vervolgens wordt hij in het appartement van Seth overvallen door twee andere mannen, die hem vervolgens meenemen, maar Jack springt uit de rijdende bus. Vervolgens wordt hij opgepikt door een vrouw die op zoek is naar Seth, omdat ze een informant van hem is, maar ook omdat ze een uit de hand gelopen flirt met hem heeft gehad. Zo zijn na dertig pagina’s alle ingrediënten voor een snelle thriller in stelling gebracht.

Uitmelken

Het is typisch voor een formule die uitgemolken wordt. De geestelijk vader ervan is zoals gezegd al overleden, maar met verschillende schrijvers die in de stijl van Clancy blijven, wordt het succes verder gerekt. Het eerste slachtoffer dat in al dat schrijfgeweld valt, is de realiteitszin. Hoewel er handig voor is gekozen de zoon van de oorspronkelijke Jack Ryan (die nu president van Amerika is), Jack Ryan jr., in stelling te brengen, blijft het toch wat onecht aanvoelen dat deze zoon zomaar zijn gang kan gaan en nooit ergens als de zoon van herkend wordt. Daarbij raakt hij steeds per ongeluk betrokken bij gebeurtenissen die van wereldschokkende aard zijn. Maar wie bereid is de grenzen van de werkelijkheid wat te verleggen en gewoon op zoek is naar een heldhaftig verhaal, is bij Jack Ryan aan het goede adres.

Seth lijkt inderdaad gecorrumpeerd in een staatsgreep, maar Jacks vertrouwen in zijn vriend maakt dat hij Seths beweegredenen doorgrondt en erachter komt dat Seth zelf ook weer een pop aan andermans touwtjes is. Origineel is het niet, vermakelijk wel.

Kamp, Elly | Ferdinand en Johanna

publication-633

Wie Bordewijk zegt, zegt Bint. En Karakter. Voor de literatuurliefhebber en de bovenbouw HV-scholier zijn het geen onbekende namen: Katadreuffe en Dreverhaven, Bint, De Bree, Klotterbooke en Te Wigchel. Welkom in de Hel…Neerlandica Elly Kamp schreef een biografie over het leven en werk van Ferdinand Bordewijk. Bijzonder is dat het hier gaat om een dubbelbiografie, want ook het muzikale leven en werk van zijn iets minder bekende vrouw Johanna Bordewijk- Roepman (componiste) wordt beschreven.

Kamp beschreef in een eerder werk al het leven van het echtpaar Bordewijk en publiceerde reeds over een andere bekende literaire grootheid: Willem Frederik Hermans.
Kamp stelt in haar voorwoord de vraag wie de man is achter het werk. Wat weten we nu van de persoon Ferdinand Bordewijk? Wie is zijn vrouw? Was zij de klassieke vrouw achter de schrijver, of was er meer? Op grond van gedegen onderzoek en gestoeld op minutieus archiefonderzoek is Kamp erachter gekomen dat zij echt een persoonlijkheid was. Een vrouw met een eigen carrière.

Bordewijks schrijven was een liefhebberij voor hem. Hij schaamde zich zelfs een beetje, maar tegelijk was de drang om te schrijven erg groot. Hij kon het gewoon niet laten. Nadat Elly Kamp zich had verdiept in het leven van Bordewijks vrouw kwam ze erachter dat zij de sleutel zou kunnen zijn voor het beter begrijpen van de schrijver Bordewijk. Haar leven was een studie op zich waard. Vandaar deze dubbelbiografie. Het doel: antwoorden geven op vragen en laten zien dat Ferdinand en Johanna emotionele en eigenzinnige mensen waren, die dankzij hun talent en ambitie bijzondere kunstenaars werden.

Het doel is ruimschoots gehaald: een prachtige, vuistdikke en gedetailleerde biografie ligt er. Kamp heeft antwoorden gegeven en aangetoond dat meneer en mevrouw Bordewijk de personen waren die ze vermoedde. Ze laat op een stijlvolle wijze zien hoe Ferdinand en Johanna elkaars tegenpolen waren en elkaar haarfijn aanvulden; zowel privé als in hun werk.

‘Zij (interviewers, red.) zagen naast een geremde, afstandelijke en argwanende man een aardige, charmante, spontane vrouw. Met haar opgewekte optreden was ze het tegendeel van een man die somberheid uitstraalde. Humor hadden ze beide, al uitte zich dat bij Johanna in een spontane lachbui, en vangen we bij Ferdinand niet meer op dan een glimp van een glimlach.’

Uitgebreid beschrijft Kamp in hoofdstuk 6 de roman Bint. Het maakte Bordewijk bekend en berucht. Kritiek en applaus levert het hem op. Maar wat is nu het thema? Wat schuilt er ten diepste achter het verhaal Bint? Is er sprake van bewondering voor het fascisme en nationaal-socialisme? Bint verscheen in 1934: de opkomst van Hitler en het nationaal-socialisme.  

‘Tegelijk is ‘de school van Bint’ een symbool geworden. Het staat voor een strenge, rechtlijnige pedagogie die een voorbeeld kan zijn voor het huidige onderwijs met zijn tekort aan gezag en teveel aan begrip voor de leerlingen. Niet dat dit regime moet worden overgenomen, maar een beetje meer Bint zou geen kwaad kunnen menen velen.’

Dit hoofdstuk, evenals de bespreking van andere werken van Bordewijk in een deel van het boek, schreeuwt erom grondig gelezen en bestudeerd te worden. Een heldere literatuurlijst, intrigerend fotomateriaal en verwijzingen achterin dit boek maken deze dubbelbiografie af. Chapeau!

Eerder gepubliceerd op: www.Hebban.nl