Een heftige thematiek en een met enthousiasme geschreven snelle thriller die spijkerhard binnenkomt: Sebastian Fitzek, een van de beste thrillerschrijvers van het moment, levert hiermee Het Joshuaprofiel af. ‘Ik weet niet hoe het u vergaat, maar een paar van mijn allerbeste vrienden die een vroeg ontwerp van Het Joshuaprofiel mochten lezen, zeiden daarna: ‘Fitzek, ik haat je!’ Op mijn vraag, waarom, verduidelijkten ze: ‘Omdat je me zover hebt gekregen een pedofiel aardig te vinden.’ In het nawoord gaat Fitzek hier verder op in. En even verder schrijft Fitzek: ‘De dag dat ik hem ( de kindermisbruiker, red.) besloot in deze thriller meer ruimte te geven dan oorspronkelijk gepland, was toen op de snelweg een auto voor me reed met op de achterkant een sticker waarop stond: DOODSTRAF VOOR KINDERSCHENDERS!’
In Het Joshuaprofiel gaat Fitzek in op kindermisbruik, kindermishandeling, (terug)plaatsing in pleeggezinnen alsook ‘predictive policing’: het feit dat de overheid al je dataverkeer op het internet screent en scant. Op basis hiervan kan de overheid ‘voorspellen’ of je al dan niet kwaad in de zin hebt. Dit wordt ook wel criminaliteitsvoorspelling genoemd. Fitzek haalt hierbij ook de wellicht bekende speelfilm Minority Report (met Tom Cruise in de hoofdrol) aan. Wat in die film nog sciencefiction was, is dat nu niet meer…
Het verhaal zit doordacht en complex in elkaar. De intro op het verhaal bestaat uit een fragment uit een thriller die de hoofdpersoon Max Rhode geschreven heeft, getiteld De Bloedschool. De research die Rhode heeft uitgevoerd via de digitale snelweg voor het schrijven van dit boek brengt hem in groot gevaar. Joshua ( en ik verklap niet wie of wat hier achter zit) is hem op het spoor. Deze geheimzinnige en schimmige tegenstander ontvoert zijn dochter en heeft inmiddels meerdere slachtoffers gemaakt. Of is het toch Max zelf die erachter zit? Welke rol speelt de broer van Max in dit alles: Cosmo? Een crimineel van het zwaarste kaliber en net terug uit de gesloten psychiatrische inrichting… De hamvraag in het hele boek: Kan ik de touwtjes van mijn leven nog wel in eigen handen houden? Speelt het lot met mijn leven? Of houdt een hogere en belangrijkere macht de teugels van je bestaan in handen? De cover van het boek beeldt dit schitterend uit. Vanuit veel verschillende perspectieven maak je het verhaal mee, je bent zelf ‘player in the game’. Je betrokkenheid op het verhaal neemt hierdoor sterk toe.
Uiteraard blijft het zoals in zovele boeken van Fitzek tot op het laatst vaag, Fitzek legt pas in de finale de allerlaatste puzzelstukjes keurig op zijn plek. Niets is wat het lijkt! En dat vind ik de kracht van Fitzek. Het blijft tot op het eind geloofwaardig. Tussen de regels door speelt Fitzek nog even met recensenten van boeken, dit wil ik niemand onthouden: ‘Het hele eiereneten was toch dat recensenten vaak in de waanzinnigste figuren levensechte personen zagen, van wie ze de authenticiteit hemelhoog prezen, zoals Hannibal Lecter, de hyperintelligente kannibaal, die in het echt niet bestond. Daarentegen werd een schrijver die een realistische dader beschreef met het verwijt ‘cliche’ om de oren geslagen.’