Grossman, David | Komt een paard de kroeg binnen

Komt een paard de kroeg binnen - David Grossman‘Twee Israëlische kolonisten en een Araboesj (scheldnaam voor Arabier) lopen door de Kashba. Ineens horen ze een luidspreker van het legere aankondigen dat over vijf minuten de avondklok ingaat voor Arabieren. Een van de kolonisten neemt het geweer van zijn schouder en jaagt de Araboesj een kogel door het hoofd. De andere kolonist staat er een beetje van te kijken. ‘Braverman, waarom deed je dat?’ Waarop Braverman hem aankijkt en zegt: ‘Luister, ik weet waar hij woont, hij was nooit van zijn leven op tijd aangekomen.”

Deze en andere keiharde grappen, sommige actueel, sommige plat, sommige al erg oud vormen het decor van de nieuwste roman van Grossman. Een cabaretier geeft een voorstelling in Netanja voor een publiek dat zich verheugt op een avond vol grappen en bijtende spot richting de vijandelijke arabieren. Speciaal voor deze avond heeft hij een oude jeugdvriend een gepensioneerde rechter, uitgenodigd. Ze zijn elkaar jaren uit het oog verloren, maar omdat de rechter bekend staat om zijn al te eerlijke oordelen, vraagt de cabaretier hem een voorstelling bij te wonen en hem te analyseren.

Maar eigenlijk begint de cabaretier vanaf minuut een zijn levensverhaal te vertellen, maar dat is helemaal niet grappig en dus helemaal niet naar de verwachting van het publiek, dat voortdurend mort en roept om grappen. Om ze te lijmen gooit de cabaretier zijn beste moppen eruit, maar kan niet voorkomen dat uiteindelijk de zaal vrijwel helemaal leegloopt.

Het is het eerste boek van Grossman nadat zijn zoon omkwam in het Israelisch-Palestijnse conflict. Hoewel het verhaal niet letterlijk gaat over het verlies van een zoon, gaat het wel over de rol van entertainment in het leven van de kunstenaar. Kan hij nog vlakweg vermaken, zonder dat de gruwelijke werkelijkheid voortdurend aan de oppervlakte komt in zijn verhaal? Stoot hij zijn publiek niet van zich af, dat helemaal niet gediend is van verdriet, diepgang of zelfkritiek?

Het is een beetje een geconstrueerd boek geworden en dat zit hem erin dat stand up comedy vaak grappig wordt door de timing en miming van de cabaretier. Dat is niet te vangen in een boek, dus het relaas van de verdrietige cabaretier komt wat mij betreft niet over, en de wisselwerking tussen artiest en publiek wil maar niet gaan leven. Maar de literaire kant van het boek, het verwerkingsproces van de cabaretier, is beeldschoon beschreven en stelt een vraag die ik niet verklap, maar waarvan ik vurig hoop dat Grossman er niet zelf mee heeft hoeven dealen, gezien de gebeurtenissen in zijn leven.