Over Willem van Hartskamp

Bibliofiel. Passie voor onderwijs. Fervent wandelaar.

Asman, Willem | Enter

Enter is het eerste deel van een trilogie, geschreven door Willem Asman. Asman is geen kleine jongen in het genre, eerder werk werd genomineerd voor de Diamanten Kogel en de Gouden Strop. Het tweede deel verschijnt in november 2017, getiteld Error. De trilogie gaat over de geheimzinnige organisatie Rebound.Met Enter heeft Asman een prima thriller geschreven.

Enter vertelt over Tyler en haar dochter Charlie, woonachtig in Amsterdam. Moeder woont onder een nieuwe naam in een doorsneebuurt van de hoofdstad. Beiden zitten in een getuigenbeschermingsprogramma. Wanneer Charlie op een dag erachter komt dat haar vader nog leeft, besluit ze hem op te zoeken. Maar dit is niet zonder gevaar en wanneer ze dan ook een afspraak maakt met iemand die meer kan vertellen over haar vader, wordt ze vlak voor de afgesproken tijd in een busje getrokken en gekidnapt. Vanaf dat moment ontvouwt zich een heerlijk plot.

Moeder Tyler belt uiteraard direct de organisatie om ze te vertellen van de ontvoering. Maar dan blijkt dat deze organisatie en haar getuigenbeschermingsprogramma niet bekend is met haar zaak. Wat is echt? Wie vertelt de waarheid? Het grote waarheid-en-leugenspel kan beginnen.

Enter heeft veel elementen in zich die het tot een goede thriller maken: een geheime organisatie, veel onzekerheid, waarheid en leugen die elkaar snel afwisselen, flink portie wantrouwen, veel spanning en boeiende personages en tot slot de nodige plotverrassingen. Boven de verschillende hoofdstukken staat telkens precies beschreven waar het zich afspeelt, in welke tijd en op wie de focus ligt. Vanuit wisselende perspectieven komt het verhaal tot je. Dat maakt het geloofwaardig. Het boek heeft een mooie cover, ligt prettig in de hand en heeft een mooie bladspiegel.

Enter eindigt met een geweldige cliffhanger die de lezer reikhalzend doet uitzien naar het tweede deel. Een klein stukje van dat deel staat achterin het boek, een prima opwarmertje voor Error.

 

Oord van den, Steffie | Honkvast

Steffie van den Oord, schrijfster en journaliste, brengt in haar nieuwste boek Honkvast een boeiend thema ter sprake: zeer oude mensen. Hoogbejaarden die je niet moet ‘verpotten’. Bijna hun leven lang wonen ze op de plek waar ze zijn opgegroeid. Van den Oord zocht en vond.

Met 15 hoogbejaarden heeft ze een interview. Dat levert voor Honkvast spraakmakende, ontroerende en soms grappige verhalen op. Elk interview wordt voorafgegaan door een quote uit het interview. Een motto uit het leven gegrepen. Het levensverhaal van Mia Lukkezen – Mom is ontroerend: ‘Elke zomer stonden die grafjes in bloei. Drie zusjes en een broertje. Ik tuinierde dus al vroeg.’

Het geloof speelt in sommige levens geen rol van betekenis. Het komt wel ter sprake. Mia vertelt over de dood van haar man: ‘Schrikken deed ik niet; we gaan toch, wist ik als kind al. Allemaal. Hij heeft geen doodsstrijd gehad. Dat vind ik zo nutteloos, die verlies je uiteindelijk toch.’ Met veel gevoel voor de mensen die ze interviewt, integer ook, beschrijft en vertelt Van den Oord de taal van haar ‘personages’, de soms oude riten of gebruiken, maar ook de literaire veelzijdigheid die bepaalde mensen in haar boek ten toon spreiden: zo verzamelt de een misdaadromans (enkel Agatha Christie), de ander citeert Multatuli: ‘Ik weet niet of wij zijn geschapen met een doel, of maar bij toeval daar zijn. Ook niet of een God of goden zich vermaken met ons leed… Als dit zo was, zou het vreselijk zijn.’  Met dit citaat geeft de geïnterviewde gelijk haar levensvisie mee.

Honkvast is een prettig boek, dat vlot leest. Het roept herinneringen op aan vroeger tijd. Je proeft de sfeer, ruikt de geur van het platteland, ervaart de weidsheid van het landschap rondom de bejaarde mensen. Met enige weemoed lees je de verhalen van oude huizen en de mensen die blijven. Het zeer persoonlijke levensverhaal van Stientje Kramer-Brands uit Urk is er een van intense schoonheid, puur en diep verdrietig. Onno Jan Hazekamp, een van de bejaarden, geeft nog een laatste levenswijsheid mee: ‘Geniet van het leven, had ik gelezen in de Bijbel, ook als je oud bent.’

Goossens, Johan | Jongens, ik wil nu toch echt beginnen

Johan Goossens heeft een heerlijk, ontspannen boekje geschreven met columns over zaken die hem uit het hart gegrepen zijn. Goossens is schrijver en cabaretier. Daarnaast heeft hij ook nog tijd voor de klas te staan op een ROC ergens in de Randstad. Een veelzijdig type dus. Met de bundel Jongens, ik wil nu toch echt beginnen toont hij je een kijkje in zijn hoofd, in de keuken van het lesgeven aan een ROC en wil hij laten zien dat een beetje gay oké is.

De cover toont een heerlijke titel, die voor docenten in het VO en het MBO ongetwijfeld meer dan bekend in de oren zal klinken. Het bekende papieren vliegtuigje dat in het klaslokaal circuleert en meestentijds over het hoofd van de docent scheert, zal niet minder bekend voorkomen. Johan Goossens zet met deze ‘schrikbarende’ titel gelijk alles op scherp. En je gaat als lezer er maar eens goed voor zitten.

De eerste column getiteld ‘Centraal station’ vertelt het verhaal van Samira, een leerlinge die de hele dag door Allah-poëzie schrijft en hem verheerlijkt. Ze zet middenin de nacht op Facebook een berichtje voor Johan dat hij morgen vooral niet moet komen op het Centraal Station. ‘Ik waarschuw u, omdat u mijn leraar bent’. Johan appt gelijk een collega, half twee ‘s nachts ( en uiteraard nog wakker). Wat te doen? Een heftig onderwerp, dat ( en daarvoor is het een column en moet het vooral lichtvoetig blijven) met een heerlijke anti-climax eindigt.

In een andere column, getiteld ‘Diploma-uitreiking’, beschrijft Johan Goossens op hilarische wijze een gesprek onder docenten na afloop van de diploma-uitreiking. Uiteraard ‘met een biertje, een wijntje en gemopper.’  Elk jaar weer duurt de diploma-uitreiking veel te lang. Maar, zo eindigt Johan: ‘En hoe zelfbewust mijn collega’s ook zijn over hun met pijn en moeite gefiguurzaagde teksten, de leerlingen zie je glunderen als ze toegesproken worden. Het kan hun niet lang genoeg duren.’

Johan Goossens is erg goed in het kort en krachtig, trefzeker neerzetten van personen die hij in binnen- en buitenland tegenkomt. Ik moet eerlijk zeggen dat ik zijn columns over en vanuit het onderwijs het leukst en best vind. Dat zal zeker te maken hebben met het feit dat het zo herkenbaar is. Daarom is het boekje sfeervol en echt leuk om te lezen voor mensen die werkzaam zijn in het onderwijs. De zaken vanuit zijn privéleven, hij is bijvoorbeeld zelf homo, raken me niet en zijn qua woordkeuze en leefwereld zeker niet de mijne.

 

 

 

 

Hollander, den Loes | Duivelspact

Loes’ op een na nieuwste thriller is een strak gecomponeerde en bizarre thriller. Duivelspact gaat over Marijn Bentink van Heemstede. Wanneer ze in haar trouwjurk staat te wachten op haar aanstaande man, verongelukt hij op weg naar zijn bruid. De zwartste dag uit haar leven geeft ze uiteindelijk een plaats. Wanneer er signalen zijn dat het ongeluk van Roel geen ongeluk was, bezint ze zich op wraakacties die zich ten volle richten op de geliefden van de daders die het ‘ongeluk’ veroorzaakt hebben. Zij moeten dood. Wanneer verschillende acties van haar kant lijken te lukken, krijgt ze informatie die de hele tragische, noodlottige kwestie opnieuw op zijn kop zet. Gaat ze verder voor wraak? Of kiest ze de kant van vergeving? Naast dit hoofdverhaal speelt Marijns relatie tot haar moeder een belangrijke rol in het verhaal. Een ernstig aangrijpend verhaal vanuit haar jeugd zindert door in het heden en heeft zeker gevolgen voor de toekomst…

Duivelspact is een typische Den Hollander-thriller. Goed opgebouwd qua thematiek, plotontwikkeling en karaktertekeningen. Het thema getuigt van creativiteit en originaliteit bij Den Hollander. Je merkt dat er goed over nagedacht is. Het plot zit verrassend goed in elkaar, een meeslepend verhaal wordt verteld vanuit verschillende perspectieven. Zo krijg je het geslepen verhaal van verschillende ‘diamantzijdes’ mee. En schittert het verhaal door de ogen van de diverse hoofdpersonages. De karakters zijn realistisch. Niets menselijks is hen vreemd. Er zitten aan mensen altijd donkere kanten, Loes den Hollander houdt ze goed tegen het licht.

Ik vind het knap dat een auteur als Den Hollander boek na boek weet te schrijven zonder dat het een keer saai wordt, dat is zeker haar verdienste. Het zijn verhalen die soms bizarre trekjes vertonen, maar qua menselijkheid realistisch overkomen. Boeiend is ook dat Loes vrouwen de hoofdrol laat spelen, als man heb ik bij Loes’ boeken daar zeker geen bezwaar tegen. Niet iedere auteur kan me boeien met een vrouwelijke hoofdrolspeler. Loes weet dit altijd wel voor elkaar te krijgen!

‘Vandaag is het vijf jaar geleden dat drie dronken vrienden mijn leven vernielden. Ik weet wie ze zijn, met wie ze zijn, waar ze wonen. Dat moest ik te weten komen om toe te kunnen slaan als de tijd rijp zou zijn. En de tijd is rijp.’

 

Fitzek, Sebastian | Het pakket

Thriller! Je bent gewaarschuwd! De nummer 1 thrillerauteur Sebastian Fitzek, Duitser van origine, komt met zijn nieuwste boek: Het pakket.

Hij lapt het hem opnieuw. Wat een suspense, wat een plot! In Het pakket lees je het schokkende verhaal van Emma Stein, psychiater van professie. De proloog plaatst je in het verleden van Emma, jong meisje, bang voor het monster in de kast. Een monster dat minder fictie lijkt dan het wordt voorgesteld…

‘Een leugenaar wordt niet geloofd, ook al spreekt hij de waarheid.’  Het pakket opent met dit spreekwoord. 28 jaar later, op het spreekgestoelte staat Emma Stein een zaal toe te spreken. Ze geeft een lezing over dwangpsychiatrie. Maar Fitzek weet deze openingsscene zo te beschrijven dat je denkt dat het allemaal op dat moment echt is, dat je te doen hebt met Emma. Zo weet de schrijver al in het begin van het boek meerdere keren de lezer op het verkeerde been te zetten. Wat is echt, wat is fictie? Fitzek draait er niet om heen…of wel…of niet…

Wanneer Emma na haar lezing haar intrek neemt in kamer 1904 van Le Zen, een chique hotel, wordt ze al snel geconfronteerd met een tekst die op de beslagen spiegel van de badkamer staat geschreven, die aan duidelijkheid niets te wensen over laat. Dan staat er plotseling een rijzige, slanke Russische dame voor de deur van haar hotelkamer. Nadat ze haar te woord heeft gestaan, loopt Emma terug naar de badkamer: tekst is verdwenen. Als het nacht wordt en ze net is ingedommeld, wordt ze wakker van gezoem op de kamer. Haar mobiel gaat. Het is de receptie van het hotel, met de vraag wanneer ze denkt in te checken. Dan blijkt dat er geen kamer 1904 bestaat. Dan hoort ze ineens gekuch naast haar oor, een man staat naast haar: ‘Emma, die niet meer in staat was zich te bewegen, kon niet gillen, niet trappen en niet om zich heen slaan. Alleen afwachten waar ze de pijn als eerste zou voelen. En bidden dat de gruwel snel voorbij zou zijn. Wat niet zo was.’

6 maanden daarna. Emma zit op de gesloten afdeling van een psychiatrische kliniek. Ze is het slachtoffer geworden van een psychopaat, genaamd De Kapper. Zij is de enige die het heeft overleefd. Dat is haar ongeluk. Niemand gelooft haar, vanwege het feit dat ze het heeft overleefd. En ze is als enige van de slachtoffers geen hoer. Gaandeweg het verhaal zet Fitzek de wereld van de lezer voortdurend op zijn kop. Emma, voor wie je groot medelijden koestert, raakt meer en meer in paniek, de waanzinnigheid nabij. Want heeft ze het zich allemaal ingebeeld, of is er meer aan de hand? Als Emma ontslagen wordt uit de kliniek en terugkeert naar huis, ontvangt ze via de postbode een pakket voor de buurman. Maar als die buurman niet schijnt te bestaan, overvalt haar de ijzingwekkende gedachte dat het pakket wel eens voor haar zou kunnen zijn.

‘De meeste mensen denken dat de slaap het kleine broertje van de dood is, terwijl het zijn grootste tegenstander is. Niet de slaap, maar de vermoeidheid is de voorhoede van de eeuwige duisternis. Zij is de pijl die vadertje dood op ons afschiet, trefzeker, avond na avond, en die de slaap elke nacht opnieuw met alle kracht weer uit ons probeert te trekken. Maar helaas is de pijl vergiftigd en hoe de stroom van dromen ook probeert het gif er weer uit te spoelen, er blijft altijd een restant in ons achter.’

Tot de laatste bladzijde toe houdt Fitzek de lezer erbij. Een ongekend spannende thriller van de allergrootste thrillerschrijver van Duitsland. 10 jaar lang schrijft Fitzek. Gratuliere! Op naar de volgende 10 jaar!

 

Korpershoek, Maria | Vlinders in de kerk

Jarenlang maakten Maria Korpershoek en haar man deel uit van een kerkelijke gemeente in Rijssen. Wanneer Maria een burn-out krijgt en op zoek gaat naar de bron ervan, ontdekt ze dat veel spanningen te herleiden zijn tot zaken die spelen en speelden in haar kerkelijke gemeente. Perfectionist als ze was deed ze alles in en buiten de gemeente met veel inzet. Totdat… ze instort. Haar man Gert-Jan en zijzelf  bezochten interkerkelijke initiatieven, bijbelstudies, bijeenkomsten. Hun kerkelijke gemeente vond dat niet juist. De school waar Maria juf was en de kerk waartoe ze behoorde, maakte zich ernstig zorgen over het feit dat ze dergelijke bijeenkomsten bezocht. Ze stelt hierover vragen. Wat is er mis mee dan? Zolang die hervormden en evangelischen Bijbelse dingen geloofden en zeiden, was het toch goed? Je moet toch alles onderzoeken en het goede behouden?

Haar zoektocht naar de antwoorden resulteert in het boek: Vlinders in de kerk, uitgegeven bij de christelijke uitgever Novapres. Een veelkleurig verhaal en dito vormgegeven boek. Haar verhaal is herkenbaar. Haar verhaal is persoonlijk. Je mag er ook anders naar kijken, ze legt je haar mening nergens op. Ik vind het moedig, dapper en goed dat Maria Korpershoek haar verhaal zo verwoordt. Het is een bemoedigend boek geworden, zonder dat ze neerkijkt op of een sneer geeft naar haar kerkelijke gemeente, waar ze inmiddels geen deel meer van uitmaakt. En dat is ook wel begrijpelijk, gezien haar verhaal, haar bevindingen.

Uitgangspunt voor haar boek is een schitterend symbolische collage die ze maakte tijdens haar herstel van de burn-out. Stap voor stap, stuk voor stuk, licht ze aan de hand van die collage haar verhaal toe en deelt ze haar hoofdstukken in. Elk detail van haar collage heeft een betekenis en bevat een gedachte die wordt onderbouwd vanuit de Bijbel. Aan het eind van het boek zet ze alle details nog eens op een rij en geeft ze tal van studievragen voor een verdere en diepere doordenking van haar verhaal.

Maria Korpershoek zegt in haar voorwoord: ‘Hoewel bepaalde gedeelten pijnlijk kunnen zijn voor sommige lezers, is het mijn verlangen dat dit boek zal bijdragen aan de opbouw en eenheid van het lichaam van Christus. Het is ook mijn gebed dat gebroken mensen door hun vertrouwen op de Heere Jezus en het kennen van Hem tot genezing en volle vrijheid in Christus zullen komen.’

Confronterend en spiegelend is Maria Korpershoek geregeld. Confronterend in de zin van positief-kritisch, schoppen doet ze nergens. Want hoe je het ook wendt of keert, ze heeft haar roots lief, haar kerk van oudsher lief, maar wanneer hoofdzaken bijzaken worden en v.v. dan kan ze best fel en pittig zijn. Met name dat grote groepen reformatorische mensen Jezus niet durven aanvaarden als het allergrootste geschenk dat je wordt aangeboden, de vraag of men wel uitverkoren is, de vrees voor de kerkleiders, licht haar na aan het hart. Bewogen spreekt ze dan ook deze doelgroep aan.

Ook Korpershoeks eerste avondmaalsgang komt uitgebreid voorbij. Alle worstelingen over wel of niet aan mogen gaan worden verteld. Ook de manier waarop er door anderen wordt gekeken naar avondmaalgangers is schrijnend. Korpershoek laat zien dat menselijke woorden en hun theologie zijn gaan heersen over de Bijbel: ‘De Bijbel wordt een boek met  honderden addertjes onder het gras. (…) Nu wordt in reformatorische kerken gewaarschuwd tegen het zelf lezen en onderzoeken van de Bijbel!’

Maria Korpershoek besluit haar boek met een deel over de gemeente. Hoe kunnen we een voorbeeld nemen aan de eerste christelijke gemeente zoals die beschreven wordt in Handelingen 2? ‘De eerste christenen leefden in liefde, eenheid en verbondenheid samen. De gemeente groeide en er werden dagelijks nieuwe mensen toegevoegd. Misschien behoren wij bij de laatste christenen. Dat is niet ondenkbaar. Hoe zal de Heere Jezus ons straks als Zijn bruid vinden?’

Al met al een boek dat beklijft. Een boek dat uitnodigt tot kerkelijke en persoonlijke reflectie.

Altebrando, Tara | Verdwenen

Ik las een voor mij volstrekt onbekend boek, een volstrekt onbekende auteur: Verdwenen van schrijfster Tara Altebrando.

Verdwenen oogt mysterieus, uitnodigend. Verlaten schommels, beeld voor de (ongeschonden) jeugd echter een schommel ontbreekt. Een desolaat strand, het is een metafoor voor de inhoud van het boek. De cover is er een om door een ringetje te halen. Het boek is vertaald door Anne-Marieke Buijs. En het is een verzorgde vertaling, zinnen lopen goed en het leest vlot weg.

Elf jaar geleden verdwenen zes kinderen. Nu komen er ineens vijf terug. Max is de enige die niet terugkeert. De geheugens van de tieners zijn gewist. Avery, de zus van Max, is nu vijftien. Samen met een van de andere tieners gaat ze op onderzoek uit. Wie zit erachter? Waarom zijn deze kinderen destijds spoorloos verdwenen? Veel vragen die heel langzaam, maar zeker beantwoord worden in dit verhaal.

Ik werd getriggerd door de cover en het verhaal op de achterkant van het boek. Na lezing viel het verhaal me erg tegen. Maar ik moet zeggen, ik las het door de bril van de volwassene, niet door de ogen van een tiener. Wanneer je dat wel zou doen, lijkt het een mooi, spannend verhaal. Nu echter niet. Tara Altebrando speelt met de taal, dat is een opmerkelijk pluspunt. In het verhaal kom je geregeld zinnen tegen die zo uit een gedicht van Paul van Ostaijen zouden kunnen komen. Zinnen uit zogenoemde beeldgedichten sieren de inhoud op. Blijft de vraag waarom Altebrando dit doet. Wil ze dichter bij het gevoel van de tiener komen? Wil ze taal- en leesplezier bijbrengen?

De hoofdstukken zijn geschreven kijkend door de ogen van een van de teruggekeerde tieners. Dit perspectief maakt het niet noodzakelijkerwijs boeiend of interessant. Het geeft de lezer wel enige structuur. De manier waarop de gezinnen ieder voor zich omgaan met de terugkeer van de tieners is in te delen van bizar tot realistisch: ‘Wat hadden ze dan moeten doen? Hun hele leven moeten rouwen en wensen dat ze nog steeds een kind hadden? Een of ander gestoord monument bouwen? Buitenaardse wezens de schuld geven?’

Reflectie op rouw, omgaan met verdriet en de kijk op het leven zelf zijn terug te vinden: ‘Lucas maakte de urn open en de wind werkte mee toen hij de as eruit schudde. (…) Terug naar het begin. We bestaan allemaal uit stof. Zijn allemaal stervende. Verliezen allemaal. Vergeten allemaal.

We vertrekken allemaal, altijd.’

 

Ware, Ruth | De vrouw in suite 10

Ruth Ware heeft een hoge plaats verworven in de rij met bekende thrillerschrijvers. Zeker na haar bestseller In een donker, donker bos zijn alle ogen gericht op dit tweede boek: De vrouw in suite 10.

Ruth Ware is publiciste bij een grote uitgeverij in Londen. Na haar wereldwijde succes met In een donker, donker bos is ze doorgegaan met schrijven en heeft ze gekozen voor een bijzondere setting, die overigens sterk lijkt op die van Passagier 23, geschreven door Sebastian Fitzek. Ik moest vaak aan dat boek denken tijdens het lezen van De vrouw in suite 10.

Een persreis wacht de hoofdpersoon Lo Blacklock. Nadat ze een traumatische inbraak heeft overleefd in haar huis, heeft ze geprobeerd de draad van het leven op te pakken. Ook haar relatie met haar vriend Judah staat onder druk. Ze hoopt een en ander weer in balans te krijgen door aan boord te gaan van een klein, maar zeer luxueus cruiseschip. Tijdens de eerste reis van dit schip met verschillende journalisten en VIP’s aan boord, overkomt haar in een van de nachten iets vreemds: ze hoort een harde plons, onmiskenbaar het geluid van een lichaam dat overboord gegooid wordt. Lo gaat op onderzoek uit en stuit op bizarre verschijnselen. Niemand gelooft haar verhaal over de verdwijning van een persoon, een jonge vrouw die in suite 10 verbleef. Sterker nog: er zat niemand in die suite. Er is geen enkel bewijs, toch blijft het knagen in haar. Langzaam maar zeker krijgt ze het beklemmende en zeer verontrustende gevoel dat ze de grip op alles kwijtraakt en gek wordt. Of is er inderdaad meer aan de hand op de Aurora Borealis?

‘(…) ik dacht: er is een moordenaar aan boord, en niemand die het weet, behalve ik.’

De vrouw in suite 10 is keurig vertaald door Hanneke van Soest. Ik kwam nauwelijks onjuistheden tegen. De zinnen lopen keurig. De dialogen zijn vlot verteld. Al met al zit er veel vaart in het verhaal. Het verhaal is prima gestructureerd: het kent verschillende delen en tijdsperioden. Elk deel wordt afgesloten met een of meerdere mails of Facebookberichten van vriend Judah, die al vrij snel nadat Lo aan boord ging, melding maakt van haar vermissing. Meer en meer wordt duidelijk dat er een vies spel gespeeld wordt op dit cruiseschip. Maar wie is of zijn er bij betrokken? Dit blijft gelukkig lange tijd verborgen.

De vrouw in suite 10 is een boek waarin je de claustrofobische gebeurtenissen aan boord volop meemaakt. Doordat het indringend en filmisch beschreven is, lijkt het erop dat je zelf deel uitmaakt van deze persreis. Dat is de kwaliteit van Ruth Ware.

 

Beek- Visser, Marlen | Meesterdeal

In 2015 debuteerde auteur Marlen Beek met de thriller Stem!, wat haar direct een nominatie opleverde voor de Schaduwprijs (prijs voor het spannendste debuut). Met Meesterdeal levert ze haar tweede spannende boek af.

De cover van Meesterdeal toont overduidelijk aan dat je te maken krijgt met een thriller die zich in en om een school afspeelt: een ouderwets krijtbord, een houten leerlingenstoeltje, een rondslingerende pen op de grond. Ook de ondertitel laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Het is een fraai uitgevoerd, prettig in de hand liggend boek. De flaptekst nodigt uit tot lezen. Dit boek triggert mij enorm; ik ben in het dagelijks leven docent Nederlands. Het verhaal roept dan ook veel herkenning op. Gelukkig niet op alle fronten…

Als de  zestienjarige Eva van Lierop een verhouding krijgt met haar tweeënveertigjarige mentor Sten Oudshoorn lopen de spanningen vanzelfsprekend hoog op in het gezin Van Lierop. Langzaam maar zeker komen er meer en meer details openbaar rond deze verhouding. Temeer daar je vanuit wisselende perspectieven het hele verhaal meekrijgt. Een inkijkje in het hoofd en gevoel van de mentor zelf maakt het verhaal op hoofdlijnen geloofwaardig. Binnen het gezin spelen zelf ook nogal wat geheimzinnige zaken, die pas (zoals het hoort) op het eind ontrafeld worden en ook voor de nodige verrassingen zorgen.

Marlen Beek schrijft in haar nawoord: ‘Bij Meesterdeal waren het enkele krantenberichten die mij aan het denken zetten. Ze hadden een overeenkomst: alle beschreven ze een situatie waarin de grens in een docent-leerlingrelatie wordt overschreden. (…) Maar wat als de leerling in kwestie zegt uit vrije wil te handelen en jouw bezorgdheid als ouder afdoet als bemoeienis, terwijl je weet dat je kind kwetsbaar is en de gevolgen niet overziet? (…) getracht de dilemma’s te schetsen waarmee de betrokkenen worstelen en de vraag te stellen of goed echt goed is en fout echt fout.’

De geloofwaardigheid waar ik eerder over schreef is op hoofdlijnen prima. Maar op het eind vind ik het ongeloofwaardig worden. Hoe de verhouding tussen docent en leerling in elkaar steekt en wat de (duistere) achterliggende motieven zijn, vind ik te vergezocht. Maar het doet geen afbreuk aan het verhaal zelf. Het verhaal boeit erg, hoofdstukken eindigen veelal met een heerlijke cliffhanger en het is, zeker als je in het onderwijs werkt, ook herkenbaar. De symboliek van de namen Adam (vader van het gezin) en Eva (dochterlief) is treffend gekozen. Helemaal als je de gedachtes van de mentor leest in het volgende citaat: ‘Eva heeft hem een droomwereld binnengelokt met haar verleidelijke blik. Ze heeft hem een paradijselijke appel aangereikt. Hij had die appel nooit moeten aannemen. Al duizenden jaren is bekend wat daarvan terecht gekomen is. Maar Eva voorgoed opgeven kan hij ook niet. Hij zit hopeloos in een spagaat tussen de wereld van fatsoen en zijn honger naar aandacht.’

Het is Marlen Beek uitstekend gelukt om enkele open eindjes in te bouwen en de dilemma’s waar de betrokkenen mee worstelen concreet sterk neer te zetten. Met een gerust hart kun je een volgend boek van haar tegemoet zien!

 

Chirovici, E.O. | Boek der spiegels

Veel commotie rondom de verschijning van dit boek, sterker nog, het manuscript was een regelrechte hit in uitgeversland. Binnen enkele uren ging het de hele wereld over en ontbrandde er een strijd om de vertaalrechten. Nederland kreeg de wereldpremière: als eerste verscheen het boek hier. Ik heb het over Boek der spiegels van de schrijver Eugen Chirovici. Hij groeide op in een Roemeens-Hongaars-Duits gezin. In Roemenië ging zijn debuut meer dan 100.000 keer over de toonbank. Het zegt dus wel iets over de kunst van het schrijven van deze auteur. Of het publiek is (helaas) gauw tevreden. De lezer oordele zelf!

‘Allemaal hadden ze ernaast gezeten en alleen maar door hun eigen obsessies door de ramen gezien waar ze doorheen hadden proberen te kijken, terwijl het in wezen aldoor spiegels bleken te zijn geweest. Ooit zei een grote Franse schrijver dat de herinnering van zaken uit het verleden niet noodzakelijkerwijs de herinnering hoeft te zijn van hoe die zaken waren. Ik geloof dat hij gelijk had.’ 

Boek der Spiegels is knap geconstrueerd, geraffineerd geschreven. Maar wie denkt dat er een thriller van formaat ligt, komt bedrogen uit. Het is wel een goed geschreven roman geworden. Zonder meer! Eigenlijk is dit een whydunnit in plaats van een whodunnit. De auteur legt dit ook uit in zijn nawoord achterin het boek. Dat is een interessante invalshoek. Reden te meer om dit boek eens te lezen, het is snel, spannend en een tikje mysterieus.

Het verhaal op zich is snel verteld: in 1987 wordt de vooraanstaande hoogleraar Joseph Wieder vermoord. De zaak werd nimmer opgelost. 25 jaar later ontvangt literair agent Peter Katz enkele hoofdstukken van een manuscript met de titel Boek der spiegels. Het zijn de memoires van Richard Flynn over zijn tijd op Princeton University. Hierin beschrijft hij zijn bijzondere verstandhouding met Wieder. Katz raakt geobsedeerd door de nooit opgeloste moordzaak Wieder. Hoe dieper hij in de zaak duikt, hoe verder hij verwijderd raakt van de oplossing. Katz zoekt de mensen op die destijds behoorden tot de kring van intimi van Wieder. Vanuit verschillende perspectieven wordt de moord op Wieder beschouwd. Dit zorgt ervoor dat je als lezer een goed beeld krijgt van de personages en de omstandigheden die van invloed waren op de moord op Joseph Wieder.

Vertaler Edzard Krol heeft ervoor gezorgd dat de sfeer in het verhaal en de vertaling zelf echt samenvallen. Nauwgezet en uitermate correct heeft hij vertaald. Waarvoor hulde!