Visser, Judith | Zondagskind

Judith Visser (1978) schrijft  een indrukwekkend boek: Zondagskind. De schrijfster kwam op volwassen leeftijd er eindelijk achter wat er aan de hand was met haar, ze heeft het syndroom van Asperger. Met een frisse blik, de nodige humor en met een ontroerende, soms scherpe pen blikt ze terug op haar jeugdjaren en wat deze vorm van autisme met haar deed en doet.

Op de een of andere manier doet Zondagskind sterk denken aan dat andere prachtboek, maar met een heel ander thema: Wees onzichtbaar van Murat Isik. In beide boeken gaat het over een klein kind op weg naar de volwassenheid. Beide boeken gaan over de zo bekende jaren ’80 en ’90 dat sterk herkenning oproept omdat de reeds genoemde auteurs dezelfde leeftijd hebben als ik. In beide literaire romans gaat het over de ups en downs in de ontwikkeling van kinderen en hoe die ontwikkeling sterk beïnvloed wordt door de cultuur, door de omstandigheden en gebeurtenissen, door gezin en vrienden, door dat wat in jou zit of wat jou overkomt. Overigens, en niet geheel onbelangrijk, is de titel Wees onzichtbaar ook vaak het levensmotto geweest van de hoofdpersoon in Zondagskind. Hoofdpersoon Jasmijn Vink probeert zich vaak onzichtbaar te maken voor de ‘boze buitenwereld’.

Zondagskind is een boek dat de lezer in het verhaal sleurt van begin tot eind. Jasmijn wordt je ziel ingetrokken. Voor de duur van 478 pagina’s is de lezer niet meer zichzelf, maar Jasmijn Vink. ‘Vragen ging niet, want ik kon niet praten met grote mensen.’ Het grote probleem van Jasmijn. Hoewel… ze praat wel met haar lieve hond en met Elvis Presley…Ze zeggen immers niets terug en dat is wel zo prettig. Jasmijn heeft autisme, maar ze weet het zelf nog niet. Ook haar ouders zien dat ze anders is dan andere kinderen, maar kunnen het nog niet duiden. Dat blijft in feite het hele boek door het geval. Dat zorgt uiteraard voor schrijnende situaties, maar deze zorgen ook voor het nodige vermaak. Zo kan het dus gebeuren dat het ene moment er een traan gelaten wordt door de lezer, het andere moment tovert deze een stralende glimlach tevoorschijn.

Jasmijn wordt voortdurend aangevallen door tal van prikkels die ze niet kan wegfilteren. Dit maakt haar verward, ziek en vermoeid. Wanneer dit besef ook enigszins indaalt bij de lezer, dan kan het niet anders of je krijgt een diep gevoel van respect voor de hoofdpersoon. Voor Judith. Voor zoveel andere kinderen, jongeren en volwassenen bij wie ditzelfde zich voordoet. Hiermee is het een ode aan mensen die autisme hebben of hooggevoelig zijn.

Mooi is het te lezen dat op de flaptekst staat: ‘met vallen en opkrabbelen leert Jasmijn hoe ze zich in sociale situaties staande kan houden.’ Dat is het exact: opkrabbelen. En niet opstaan. Dat duidt immers op een directe positieve (re)actie van Jasmijn in haar soms echt moeilijke situaties. Opkrabbelen gaat met enige moeite gepaard waarbij de kans om terug te vallen aanwezig is. Van medelijden is geen sprake bij de lezer, ik geloof dat de auteur dit ook niet zou willen. Wel respect en begrip kweken voor mensen met autisme. Daarin is Judith Visser glansrijk geslaagd!

 

 

Visser, Judith | In seizoenen

In seizoenen Judith Visser

Judith Visser, bekend van haar spannende psychologische thrillers, heeft het aangedurfd om een heel ander genre in te stappen: de literaire psychologische roman. Visser, geboren in 1978 te Rotterdam debuteerde in 2006 met Tegengif. Vele boeken volgden, ze werd genomineerd voor de Gouden Strop in 2009 en haar boek Stuk werd verfilmd. Ook won ze de award voor het beste Rotterdamse boek. Terecht dat de lezer met spanning uitkijkt naar In seizoenen.

‘Jullie moeten eerder in maanden gaan denken. Hooguit in seizoenen.’ ‘Wat?’ Ik knipperde met mijn ogen. ‘Wat zegt u?’ Mijn moeders gezicht was zo wit als de overjas van de dokter…

Annabel Wismar, de 59-jarige moeder van David, heeft kanker. Vulvakanker. Door nalatigheid van de Daniel den Hoed-kliniek is er geen genezing meer mogelijk en is ze uitbehandeld. Zowel moeder als David legt zich hier niet bij neer. Ze gaan naar België, daar is een arts die wel nog hoop kan bieden. In Leuven volgt de ene behandeling op de andere via een nieuwe en gedurfde methode. Voor David is het onverteerbaar dat zijn moeder langzaam maar zeker in plaats van beter steeds zieker wordt. Annabel zelf weet dat ze de dood tegemoet gaat. Haar hoop vervliegt. De ziekte slaat des te heviger toe. Haar omgeving ziet haar meer en meer lijden. David is de enige die tegen beter weten in vasthoudt aan zijn ‘alles komt goed’.

Annabel, de hoofdpersoon in deze beklemmende en ontroerende roman, is gescheiden. Haar ex-man woont samen met Coen in Spanje waar ze een populaire bed and breakfast runnen. De liefde echter zit diep bij beide. Dat blijkt later wanneer Annabel op haar sterfbed ligt. David is getrouwd met Josefien (‘Fien’). Al snel voel je aan dat er spanningen zijn tussen man en vrouw. Waar deze uit voortkomen wordt gaandeweg duidelijk. Ondertussen worstelt David met zijn verleden: zijn jeugdliefde Penny heeft zijn hart gebroken. En toch houdt hij obsessief vol dat het ooit helemaal goed komt tussen hen. David, (school)fotograaf van beroep, ontmoet een leerlinge die erg veel lijkt op Penny. Yvanka heeft een magische aantrekkingskracht op David. Hij vereenzelvigt haar met Penny. Hij ziet het als een teken aan de wand dat het uiteindelijk goed gaat komen met Penny.

In seizoenen is een roman waarin het proces van loslaten en vasthouden diep voelbaar en zeer intens wordt getekend. Annabel, David, Josefien… ieder heeft zijn of haar eigen verhaal met het grote thema van hechten en loslaten als rode draad. Zowel Annabel als David heeft een onverwerkt verleden. In cursief gedrukte hoofdstukken krijgen we een kijkje in het verleden. Aan het eind van het boek komen heden en verleden knap en heel ontroerend bij elkaar. Dan begint ook het grote loslaten…

In seizoenen is een boek dat het waard is herlezen te worden. Het motief van de eekhoorn en de uilenveer zijn subliem verweven in deze grootse roman. Beeldend wordt beschreven door Judith Visser hoe Annabel langzaam wegglijdt in de dood: ‘Ik hoorde het ronken van de motor. Voelde de wielen van de grote, gele bus. Hoe ze onder me bewogen. Rond en rond gingen. Me naar mijn bestemming brachten. Ik was alleen in de bus, maar ik wist dat er op me werd gewacht door degenen die mij waren voorgegaan.’

In seizoenen laat je achter met een verdrietig gevoel. Je leeft intens mee met Annabel. Voor David kun je minder sympathie koesteren. Zijn persoonlijke verhaal is soms wat vaag. Je identificeert je minder met hem. Voor veel mensen zal dit verhaal herkenning oproepen. Visser geeft in haar dankwoord aan dat ze dit verhaal losjes heeft gebaseerd op de dood van haar moeder. Dat maakt dat dit verhaal haar en de lezer diep raakt.

Visser: ‘Iedereen die op dit moment worstelt met welke ziekte dan ook wens ik oneindig veel liefde, steun en veerkracht toe.’