Bakker, Gerbrand | De kapperszoon

Gerbrand Bakker - De kapperszoon omslagfoto

In 2022 verscheen het boek De kapperszoon van Gerbrand Bakker. Bakker kenmerkt zich door een veelheid aan schrijfactiviteiten, van etymologische woordenboeken tot beschouwende werken over de natuur. Maar inmiddels is De kapperszoon alweer zijn 5e roman, waar we inmiddels alweer 12 jaar op wachtten. Kunnen we ook best in 2023 nog met een recensie komen, zo meent boekenbloggenderwijs.

Het boek vertelt het verhaal van een enigszins vereenzaamde kapper. Hij heeft de zaak overgenomen van zijn grootvader, die zich nog wekelijks door hem laat knippen, terwijl hij ingehouden moppert dat hij het allemaal anders zou doen. De vader van de kapper is blijkbaar uit de lijn gevallen en gaandeweg het boek leren we hoe dat kan.

Vader is namelijk in het vliegtuig naar de Canarische eilanden gestapt. Het vliegtuig waarmee hij vliegt, verongelukt op Tenerife en alle passagiers komen om. Hier doet de feitelijke historie zijn intrede in deze roman, want het gaat om een ongeluk dat daadwerkelijk plaatsvond in 1977 en de luchtvaartwereld op z’n grondvesten deed schudden. De kapper gebruikt de tijd die hij over heeft (en die is veel, want hij heeft het liefst zo min mogelijk klanten) om zich te verdiepen in de gebeurtenissen en duikelt de nodige informatie op (die Bakker in z’n eerste nawoord ooit verantwoordt), tot aan interviews met de dochter van de piloot uit het Reformatorisch dagblad aan toe.

De opstelling van het verhaal is overzichtelijk: het boek valt uiteen in drie delen en vertelt over de naamloze kapper, zijn grootvader die hem stukje bij beetje verder inwijdt in de geheimen rond zijn vader en zijn bedillerige moeder die het gebeurde maar het liefst zo ver mogelijk van zich afhoudt. Samen leggen ze de weg af die nodig is om dichterbij het verleden te komen. De overige personages zijn passanten. Met uitzondering van de vader, waar vrijwel het hele tweede deel over gaat.

Het is een pakkend verhaal geworden, waarin de personages mooi worden neergezet. Het is mooi om te zien hoe de moeder oppervlakkig moppert, maar nooit onaardig is of tot zelfreflectie komt. De kapper zelf geeft zich emotioneel maar moeilijk en moet het op het vlak van de liefde hebben van avontuurtjes. En grootvader is een aardige man, die niet gewend is om zijn eigen emoties te duiken. En dat terwijl er zo’n groot vraagstuk in hun leven ligt. Het geeft een mooie spanning aan de roman.

De kapper gaat op zaterdag zijn moeder helpen met het begeleiden van ‘beperkte mensen’ in het zwembad, omdat haar vaste hulp Henny het vliegtuig heeft genomen naar, jawel, een Canarisch eiland. Bij dat zwemmen is ook een 14-jarige jongen aanwezig, waar de kapper nogal opgewonden van raakt. Hij probeert halfslachtig iets bij de jongen, maar het ketst af. In dit geval is het bijzonder dat de schrijver zichzelf de roman in schrijft, als klant van de kapper en bij gelegenheid ook als drinkmaat. Hij is de enige die met de kapper reflecteert op deze affaire. Moeder krijgt er wel iets van mee, maar gaat er – zoals te verwachten was – niet verder op in.

Op sommige momenten kijk je door de ‘bekleding’ heen en zie je teveel van het geraamte van het boek: dan voelt het in elkaar gezet. Met name het deel 2 en de uiteindelijke ontknoping van het boek praten de boel wel weer erg makkelijk rond. Maar het is al met al een boek waar je makkelijk in thuis raakt. De personages voelen dichtbij en de kapperszaak en het zwembad worden vertrouwde plekken. Dat kalme en het klein maken van een wereld kan Bakker als geen ander.

Alkema, Elise | Avé

Ave - Elise Alkema

–SPOILER ALERT OP VERZOEK VAN DE AUTEUR–

Avé, zo heet het boek en zo heet de hoofdpersoon van het boek. Dat roept de associatie op van een groet (vooral van de engelen die Maria ermee begroeten), maar het is ook een Latijnse meisjesnaam (die betekent `iemand die aanbeden is`). De naam die het meisje echter bij haar geboorte gekregen heeft, is Maria. Haar moeder vertikt het echter om haar zo te noemen, dus we leren haar vooral kennen als Avé.

Het verhaal is in grote lijnen gauw verteld: de vader en moeder van Avé zijn na een huwelijk vol onbegrip en verwijten uit elkaar gegaan en vader heeft zich uit het leven van Avé verwijderd. Het boek begint aan het sterfbed van de moeder van Avé, waar we Avé al zorgend voor haar moeder vinden. Ze heeft haar studie eraan gegeven om fulltime voor haar moeder te zorgen. Tegen wil en dank, zo blijkt, want moeder commandeert haar rond en Avé komt niet echt aan zichzelf toe. Op een avond is ze het zat en vertrekt ze midden in de nacht naar een bar in het dorp Ave-et-Auffe. Echt gezellig wordt het niet en als ze weer thuiskomt, wordt haar moeder net afgevoerd naar het ziekenhuis, waar ze overlijdt.

Op dat moment begint de zoektocht naar haar vader, die jaren geleden spoorslags is vertrokken, maar nog wel recht heeft op de helft van het huis. Via de testament-executeur krijgt ze het adres, waaruit blijkt dat vader in IJsland woont. Ze reist ernaartoe en die reis zal uiteindelijk het begin van de rest van haar leven blijken te zijn. Ze gaat er naartoe om haar moeilijke jeugd af te sluiten, maar ontmoet ook Jónar, die met al zijn goedmoedigheid en vrolijke geduld een bres weet te slaan in haar isolement.

Prima debuut

Elise Alkema positioneert haar personages in het boek behendig. Avé voelt zich bekneld door haar moeder, die een ronduit dominante persoon is. Tegelijk kiest Avé ook weer niet voor zichzelf. Haar vader blijkt al een even moeizame persoon om mee om te gaan, maar juist door zijn geslotenheid en moeite om tot reflecteren te komen. Jónar heeft juist de vasthoudendheid om in contact te blijven, juist als het moeilijk wordt. Het is in al deze contacten dat de figuur Avé een hart en een ziel krijgt. Daarnaast heeft Alkema een neusje voor aansprekende omgevingen: de Belgische Ardennen (waar haar jonge jaren zich afspelen) en IJsland zijn schitterende decors voor een roman. Met name IJsland weet Alkema goed te benutten als omgeving die het verhaal goed kan dragen.

Een prima debuut dus. Natuurlijk wordt ook wel duidelijk dat Alkema nog ruimte heeft om te groeien. De personages zijn soms wel wat vlak: moeder is eigenlijk alleen maar eigenwijs en dominant, vader alleen maar gesloten en op zichzelf. Op sommige momenten snak je naar een vriendelijk woord van vader, want zo bot kan een man toch niet zijn? Daarnaast blijven er ook best wat thema’s liggen: de schuldvraag rond haar moeders overlijden, of de naam die ze draagt.

Het tempo ligt best hoog in het boek en meestal is dat fijn, maar nu missen toch ook wel wat ankerpunten: de begrafenis van moeder bijvoorbeeld, daar worden pas halverwege het boek wat woorden aan gewijd. En het boek valt uiteen in twee delen: een deel van 40 pagina’s en een deel van 200 pagina’s. De vraag is wat die tweedeling oplevert voor het boek. Al met al maakt het dat het boek af en toe wat geconstrueerd aanvoelt, maar wat maakt het uit? Ik heb er een paar fijne uurtjes mee doorgebracht en ik schat in dat fans van Joke Verweerd ook hun hart zullen ophalen aan Elise Alkema’s eersteling.

Ng, Celeste – Kleine brandjes overal

Ng, Celeste - Kleine brandjes overal

Zo’n stad waarin het allemaal klopt: de straten zijn schoon, de huizen mooi, de tuinen verzorgd, de scholen uitstekend. Mensen doen hun werk, hun boodschappen en gaan vriendelijk met elkaar om. Wat kan er nu misgaan in zo’n perfecte omgeving. Maar zoals het ouder Romeinse rijk ons al heeft geleerd: als alles goed gaat, ligt decadentie op de loer. De roman Kleine brandjes overal van Celeste Ng is een prachtig eigentijds voorbeeld daarvan.

In het boek spelen enerzijds Mia en haar dochter Pearl, en anderzijds het gezin Richardson de hoofdrollen. Mia en Pearl komen in Shaker Heights wonen en huren een woning van mevrouw Richardson. Pearl gaat op school bij de kinderen Richardson en al snel ontstaan er vriendschappelijke banden tussen hen: Pearl wordt allereerst vrienden met Moody (waar Moody denkt dat het om verliefdheid gaat), Pearl wordt verliefd op Moody’s oudere broer en meidengek Trip, Lexie (ouder zus van Moody) neemt Pearl mee uit shoppen. En dan is er nog het jongste zusje Izzy. Ze ontmoeten elkaar na schooltijd vaak in huize Richardson.

Schitterend is het verhaal waarbij de kinderen in de deuren van alle lokalen van de school tandenstokers steken en zet vervolgens afbreken. Het gevolg is dat de deuren niet meer te openen zijn en er complete chaos ontstaat op school. De conciërge is een volle dag bezig om alle sloten weer werkend te krijgen.

Mia is kunstfotografe. Ze maakt experimentele foto’s en haar werk wordt gewaardeerd: afdrukken van haar foto’s worden goed verkocht. Toch is geld niet in overvloed aanwezig en als het gezin Richardson een nieuwe schoonmaakster zoekt, vinden ze die in Mia. Mia doet haar werk meestal als er niemand thuis is, maar komt toch regelmatig in contact met Lizzy. Mia is rustig en wijs en bouwt een goede band op met haar, mede ook door het gegeven dat Lizzy en haar moeder juist niet zo’n goede band hebben.

Al die contacten, relaties en belangen, dat is een recept voor drama. Zonder veel weg te geven: Mia blijkt een verleden te hebben, waar Pearl uiteindelijk uit voortgekomen is. Mia heeft een vriendin die in paniek haar kind te vondeling heeft gelegd. Mevrouw Richardson is juist iemand die van zichzelf vindt dat ze van goede komaf is en bouwt aan een ideaal gezin. Ze is bevriend met een mevrouw die een adoptief kind dreigt te verliezen. In een rechtszaak die speelt komen Mia en mevrouw Richardson lijnrecht tegenover elkaar te staan. De rommeligheid van het leven tegenover het maakbare bestaan.

Kleine brandjes overal thematiseert op briljante wijze het de vraag in hoeverre we het leven naar onze hand kunnen zetten, waarbij de vraag of bemiddelden daarin meer mogelijkheden hebben dan armen nadrukkelijk meespeelt. Hoever kun je als liefhebbende ouder gaan om het leven van je kind richting te geven? Ben je als mens de baas over het al of niet doorgaan van een nieuw leven? Het boek is afwisselend ontroerend, hilarisch, absurd, scherp en spannend. Het houdt een mooie spiegel op voor de postmoderne mens die denkt het allemaal te weten en te kunnen en laat zien wat voor potje we er soms van maken.

Waterdrinker, Pieter | De rat van Amsterdam

Het lijkt een hecht gezin dat op pad gaat vanuit Letland naar Israël. Ze komen niet ver, in Amsterdam strandt het gezelschap. Samen dragen ze het verdriet van een dochter en zus die overleed, hoewel iedereen dat op een andere manier een plek geeft. Moeder kan niet loslaten en blijft zich verzetten tegen het leven dat voor haar ligt. Vader, in Riga nog een intellectueel maar in het buitenland de zoveelste vluchteling, wil een groots en meeslepend leven en grijpt waar hij kan zijn kansen. De zoon, hoofdpersoon van dit verhaal, zit er tussenin en leert de fijne kneepjes van het als liefdadigheid verpakte kapitalisme.

In een lange aanloop vertelt Pieter Waterdrinker hoe Ruben Katz opgroeit in Amsterdam. Hij is razend intelligent, bijzonder goed in talen en aangezien vader heeft gelogen dat ze Joods zijn, krijgt hij een plekje op het Spinoza lyceum alwaar hij functioneert als een soort excuus-leerling die door de schoolleiding wordt gekoesterd. In zijn klas zit ook Phaedra, waar Ruben een onuitgesproken verliefdheid voor opvat. Jarenlang aanbidt hij haar en fantaseert hij over haar, zonder dat hij tot actie overgaat.

Het hele verhaal wordt door Ruben zelf opgetekend terwijl hij in de gevangenis zit. Zijn relaas is doorspekt met nogal opschepperige verhalen over zijn seksuele ontwikkeling. Het feit dat hij naar eigen zeggen nogal groot geschapen is, maakt hem aantrekkelijk voor een vrouw met invloed en via haar komt hij te werken op het hoofdkantoor van een charitatieve loterij. Eenmaal daar binnen leert hij dat de hele loterij slechts het voertuig is voor de zelfverrijking van de oprichters ervan. Hij leert hoe hij met taal zaken die slecht zijn goed kan verkopen en zo geld uit de zak van goedgelovige mensen weet te kloppen. Hij wordt een rat met de ratten.

Op enig moment zoekt Phaedra contact met hem, wat leidt tot een kortstondige relatie. De eigenaar van de loterij is – toevallig – ook nog eens de vader van Phaedra. Dat zorgt voor de nodige moeilijkheden (zevenmijlslaarzensamenvatting: Ruben wordt ontslagen, raakt betrokken bij een andere charitatieve organisatie waar ook Phaedra bij betrokken is, gaat op missie naar Rusland, dat gaat loopt uit de hand, hij wordt beschuldigd van samenzwering en wordt uitgeleverd), en zo belandt Ruben uiteindelijk in de gevangenis.

Alles met alles is het een wonderlijke vertelling. Er zitten weinig saaie momenten in het verhaal, het leven van Ruben is een aaneenschakeling van hoogte- en dieptepunten. Het lijkt erop dat Waterdrinker de harteloosheid, de oppervlakkigheid, de ijdelheid en zelfverrijking van de Amsterdamse grachtengordelweldoeners aan de kaak wil stellen en daar een verhaal bij heeft willen verzinnen. Ik heb nog niet eens verteld over gezochte slot. Niet gehinderd door realiteitszin kletst hij alle verwikkelingen aan elkaar en geeft hij de elite er in schitterend proza van langs. Dat leest misschien wel lekker, maar als je het boek uithebt, ben je er als lezer niks wijzer van geworden dan de wetenschap dat Waterdrinker boos is op de grachtengordel. Erg teleurstellend, na het informatieve Tjaikovskistraat 40

Floor, Tinka |Nasleep

Tinka Floor heeft met Nasleep een lijvige roman geschreven. Een verhaal met verschillende lijnen en hoofdpersonages. Floris, een vijftienjarige jongen, die op zoek gaat naar zijn verbannen vader, een gewelddadige man die iedereen de stuipen op het lijf joeg, alleen al door er te zijn. Floris’ zoektocht naar zijn vader is eigenlijk ook een zoektocht naar zichzelf.

Daarnaast is er Marthe, zijn moeder, jarenlang door Alexander misbruikt en geïsoleerd van haar familie en vrienden. Ook zij is in feite op zoek naar wie ze nu eigenlijk is, hoe ze haar leven verder wil leiden. Stof genoeg voor een meeslepend verhaal. En op bepaalde momenten word je in Nasleep ook meegenomen, word je geraakt door het leed van Marthe, de vragen van Floris, de gruwelijke omstandigheden van Line en de wederwaardigheden van de vele andere personages die een rol spelen in dit boek.

En daar ligt, wat mij betreft, meteen de zwakte van het verhaal: het is te veel. In de beperking toont zich de meester, is een bekende uitspraak en die had Floor ter harte moeten nemen. Er zijn te veel lijnen en lijntjes, belangrijke en minder belangrijke personages om echt helemaal in het verhaal te komen. Jammer, want de Marthe en Floris zijn boeiende figuren die een afgerond verhaal verdienen! De uitgebreide lijst met personen en de verschillende stambomen waren op zich een goede toevoeging, maar niet voldoende helpend om echt zicht te houden op wie nu wie was en wie bij wie hoorde.

Floor heeft het verhaal in een middeleeuws aandoend decor geplaatst, maar wijkt in haar taalgebruik nog wel eens af van wat bij deze periode passend is, wat tot enige vervreemding leidt. De manier waarop gedachten en gesproken tekst naast elkaar stonden en soms in elkaar overliepen maakte het lezen er niet gemakkelijker op en riep soms zelfs enige irritatie bij mij op, evenals de letterlijke herhalingen die te vaak voorkwamen. Schrijven is schrappen is ook zo’n bekende uitspraak en schrappen had hier tot een beter verhaal kunnen leiden.

Aan fantasie ontbreekt het Tinka Floor niet, ze is zeker in staat een boeiend verhaal te schrijven, maar met Nasleep is ze daar, wat mij betreft,  maar ten dele in geslaagd. Ik ben benieuwd naar een volgend, korter, verhaal.

Waterdrinker, Pieter | Tsjaikovskistraat 40

Pieter Waterdrinker - Tsjaikovskistraat 40

Pieter Waterdrinker heeft een ronduit bijzonder leven geleid. In het boek Tsjaikovskistraat 40 doet hij er verslag van. Daarbij vindt hij steeds in zijn leven en de plaatsen die hij bezoekt aanleiding om iets over de Russische geschiedenis te delen, zowel de nabije geschiedenis als de tijden daarvoor.

Een christen benadert Pieter Waterdrinker een dag met een missie: er moeten zevenduizend bijbels naar Rusland worden gesmokkeld. Omdat Pieter wel eens in Rusland is geweest, is hij de ideale kandidaat om de bijbels naar hun uiteindelijke bestemming te begeleiden. Het is het begin van een enorme aaneenschakeling van gebeurtenissen.

Pieter gaat inderdaad naar Rusland. Hij komt in aanraking met een Russische handelaar die de bijbels in ontvangst neemt en ze in de zwarte handel brengt. Via hem komt hij in aanraking met een Nederlander die reizen organiseert hem als agent in Rusland in dienst neemt. Ze verzorgen niet alleen reizen, maar ook handelen ook in goederen die in Rusland schaars zijn. Het brengt Pieter op de meest bijzondere en schimmige plekken van Rusland. Het brengt hem in contact met bijzonder kleurrijke mensen, die op creatieve wijze hun weg banen door de kansen die het uiteenvallende Rusland bood.

Maar het brengt hem ook in contact met Julia, op wie hij verliefd raakt. Hij trouwt met haar en brengt de rest van zijn leven met haar door, deels in Nederland en deels in Rusland. Aan haar draagt hij het boek ook op.

De liefde voor Julie en Rusland

Het boek geeft een enerzijds romantisch beeld van het wilde westen dat Rusland zeker ook is of is geweest. Maar Waterdrinker stelt herhaaldelijk dat hij de fictie voorbij is: alles is waar. Waterdrinker vertelt kleurrijk. Hij beschikt over een vocabulaire dat menig schrijver jaloers zal maken. Hij hakt zinnen uit de rotsen van de literatuur die zeer de moeite waard zijn. Ook mensen met een beetje avontuur in hun bloed zullen dit boek zeker waarderen. Tegelijk is het ook onvoorstelbaar wat er allemaal kan gebeuren als de spelregels niet helemaal duidelijk zijn en het vooral ieder voor zich is. Alles is doordrenkt met alcohol en seks is niet uit het decor weg te denken (hoewel het nergens plastisch wordt). Verschillende contacten van Waterdrinker komen door geweld om het leven.

De historische kant van Rusland komt fragmentarisch aan de orde. In het kort komen de hoogtepunten even langs, die Waterdrinker allemaal behendig aan zijn eigen leven weet te knopen. Al met al is het een eerlijk boek, hoewel Pieter zichzelf als een wat naïevige minkukel afschildert. Het leven overkomt hem: ‘deze wereld wordt geregeerd door willekeur.’ Hij is niet hard genoeg om het echt te maken in de zwarte handel, hij wil zijn handen wel een beetje maar niet echt vies maken, hij mist het gogme om op beslissende momenten echt een slag te slaan. Ook in de literatuur omschrijft hij zichzelf als een schrijver die de hele tijd juist buiten het lucratieve net vist. Het is de liefde voor Julia en voor Rusland die voor mij boven komt drijven en die het boek de moeite waard maken.

De bijenhouder van Aleppo | Leferti, Christy

Vluchtelingen. Mensensmokkelaars. Omgeslagen bootjes. Opvangkampen op Lesbos. Overvolle asielzoekerscentra. We horen en lezen er dagelijks over. In De bijenhouder van Aleppo geeft Christy Lefteri een gezicht aan de anonieme vluchtelingen in de personages van Nuri en Afra uit Syrië. Een schokkend verhaal van oorlogsleed, eindeloos wachten, misbruik, slopende bureaucratie, verlies en eenzaamheid. De bijenhouder van Aleppo is echter ook een verhaal van hoop en overlevingsdrang!

Ooit waren Nuri, Afra en hun zoon Sami gelukkig in hun geboorteland. Samen met zijn neef Mustafa had Nuri een imkerij waar hij zich met hart en ziel voor inzette. Afra was een gewaardeerd schilderes en verkocht haar werk in de bazaar. De burgeroorlog maakte daar echter wreed een einde aan. Dan lijkt vertrekken nog de enige mogelijkheid, maar tijdens een bombardement komt Sami om het leven en raakt Afra haar gezichtsvermogen kwijt waardoor Afra niet weg wil.

Pas als Nuri gedwongen wordt om mee te vechten, geeft ze toe en begint de lange reis naar Engeland waar Mustafa inmiddels al is. Nuri en Afra zijn vluchteling geworden. Erger is misschien nog dat de verbondenheid die hun relatie kenmerkte weg lijkt te zijn. Afra leeft in het donker en trekt zich steeds meer in zichzelf terug. Nuri leeft in zijn angsten en verdriet en vlucht in een schijnwereld. Kunnen ze elkaar nog bereiken?

Lefteri verstaat de kunst een intens schrijnend verhaal te vertellen op een wijze die zowel schokt als ontroert. Haar taalgebruik is prachtig! Heden en verleden zijn op natuurlijke wijze met elkaar verweven en stukje bij beetje ontvouwt het leven van toen en nu van Nuri en Afra zich. Lefteri verbloemt de harde realiteit niet, maar zorgt er temidden van alle ellende voor dat wanhoop niet het laatste woord krijgt. Ondanks alles houden Nuri en Afra hoop op een toekomst waarin de bijen weer zullen zoemen en hun honing maken. Die hoop is niet goedkoop, Nuri en Afra strijden ieder tegen hun eigen demonen, maar ze laten elkaar en een toekomst samen uiteindelijk niet los. Liefde en trouw en geloof in een betere toekomst blijken, tegen alles in, te overwinnen.

Wie ooit gedacht heeft dat vluchtelingen huis en haard misschien wel erg makkelijk verlaten om ergens een beter leven te vinden, wordt in De bijenhouder van Aleppo wel uit de droom geholpen. Vluchten en alles wat je ooit had loslaten is intens zwaar en vereist ongelooflijk veel moed.

Lefteri heeft een prachtig boek geschreven en ik hoop dat het door velen gelezen zal worden!

Wieringa, Tommy | Totdat het voorbij is

tommy Wieringa - totdat het voorbij is

Tommy Wieringa kan mij als geen ander laten voelen. Ik heb genoten van De heilige Rita, waarin hij het thema ouder-kind al verkent. Hoewel dat een toch wel bijzondere vertelling is, komen ook daarin de oergevoelens als liefde, loyaliteit, verraad en binding(angst) al aan de oppervlakte. In het verhalenbundeltje Totdat het voorbij is, deelt Wieringa vanuit zijn persoonlijke leven gedachten, gesprekjes en ervaringen omtrent zijn dochters en zijn vaderzijn.

Het bundeltje kent 23 verhaaltjes van 2 à 3 pagina’s. Hoewel het boek dus qua omvang niet veel voorstelt, zijn de verhalen stuk voor stuk pareltjes. Heel vaak zijn ze uit het leven gegrepen. Zo bepaalt het eerste verhaal (over het moment waarop hij de geboorte van zijn tweede dochter op het gemeentehuis gaat melden) de lezer bij vergankelijkheid. De beambte wijst hem erop dat hij een goede pen moet gebruiken: ‘Als uw dochter over tachtig jaar het geboortebewijs opvraagt, is het net of u niet hebt ondertekend.’ ‘Ik denk aan de manuscripten die ik afstond aan het letterkundig museum, alles vulpeninkt, niks scripta manent. Als mijn dochter oud is en ik dood, zal het zijn of ze niet geschreven werden.’

Vrijwel alle verhaaltjes zijn zo opgebouwd. Hij begint met een anekdote, die van alles kan zijn. Soms een herinnering, soms iets wat zijn dochters zeggen (die de gewoonte ontwikkelden om namen van schrijvers als scheldwoord te gebruiken: ‘Hou je Steinbeck!’), soms een ontmoeting (de zelfspot over zijn ontmoeting met Möring is hilarisch) en soms een observatie.

Bijzonder raakte mij het verhaal over het verschil tussen moeder en vader, waarin hij citeert uit het werk van Knausgård. ‘”Ik heb altijd geweten dat ze meer van haar hielden dan van mij, of met een grotere intensiteit. Ze was warmer en gepassioneerder dan ik en gaf ze iets wat ik ze niet kon geven. Maar ze hadden mij ook nodig, want als ik thuiskwam na weg te zijn geweest, was het alsof er iets tot rust kwam in hen en in het huis, alsof mijn aanwezigheid een soort evenwicht schiep in hun bestaan.” Ik heb me daarbij neer gelegd: eerst de moeder en pas veel later de vader. Een gezin zonder moeder heb ik altijd als iets tragisch ervaren, als iets waar het wezenlijke aan ontbreekt. Een hart. Een gezin zonder vader kan misschien lastig zijn, onpraktisch als het ware, maar meer ook niet; het is een overkomenlijk probleem.

Deze, maar ook andere opmerkingen die Wieringa maakt, zorgen ervoor dat het boek gaat over oergevoelens: die van het vader worden en de veranderde kijk op het leven die dat met zich meebrengt. Ik ga een doos van deze boekjes aanschaffen en ik beloof iedere aanstaande vader in mijn omgeving bij dezen een exemplaar.

Rood, Lydia | Turkenliefje

Bij een roman waarin slavernij één van de thema’s is, denk je niet meteen aan christelijke Nederlanders (en andere Europeanen) in Noord-Afrika. In Turkenliefje brengt Lydia Rood hen voor het voetlicht. Een voor mij onbekend stukje geschiedenis kwam tot leven. Geïnspireerd op de memoires van Cornelis Stout, opgenomen in Christenslaven van Laura van den Broek en Maaike Jacobs, vertelt Rood het verhaal van de familie Stout vanuit het perspectief van dochter Jacomijn.

Twee periodes wisselen elkaar af in het verhaal. Aan de ene kant worden de belevenissen van de familie Stout op hun tocht naar Suriname, hun gevangenneming als het schip door kapers wordt overmeesterd en hun periode van slavernij in Algiers verteld.. Daarnaast krijg je een beeld van het leven van Jacomijn terug in Nederland dat zich jaren later afspeelt. Al tijdens de zeereis wordt Jacomijn verliefd op één van de kapers, Mahomet, en tijdens haar gevangenschap ontstaat er een echte relatie. Voorwaarde voor een huwelijk is dat Jacomijn het christelijk geloof vaarwel zegt en zich tot de islam bekeert. Haar vader wil dit echter koste wat het kost voorkomen.

Het komt uiteindelijk niet zo ver, want Jacomijn gaat terug naar Nederland. Ze vergeet haar grote liefde echter niet. Jaren later wordt ze door haar vader uitgehuwelijkt aan drukker Simon de Vries. In de ogen van haar vader is hij een betrouwbare echtgenoot en misschien wel de laatste kans voor Jacomijn om nog aan de man te komen. Jacomijn twijfelt, maar belooft haar stervende vader met Simon te trouwen. Het verleden en haar oude liefde blijken echter niet ver weg. Zeker als er ineens een zekere Dingenis van Veere, de Turk, een brief komt bezorgen die Jacomijn in grote tweestrijd brengt. Moet ze niet op zoek, terug naar Algiers, om uiteindelijk met Mahomet samen te zijn? Of kiest ze voor Simon en de geborgenheid die hij haar kan geven?

Lydia Rood geeft in Turkenliefje naast de romantische verwikkelingen in het leven van Jacomijn een uitgebreid beeld van de achttiende eeuw. Liefhebbers van historische romans komen zeker aan hun trekken als het gaat om inzicht in het leven in die tijd. Rood doet dat zeer genuanceerd. Zowel de Nederlandse samenleving als de Algerijnse wereld met slavenhouders heeft goede en minder goede kanten. Ook zijn er in beide landen goede en min of meer slechte mensen.  De hoeveelheid feitelijke informatie, hoewel zeer interessant, had echter wel als gevolg dat ik me minder goed kon identificeren met Jacomijn. Hierdoor liet ik me minder meenemen in het verhaal. De uitgebreide informatie maakte het verhaal soms wat stroperig. Ondanks dit minpuntje, heb ik Turkenliefje met plezier gelezen. Er viel genoeg te leren en waarderen! Een literatuurlijst en uitgebreide woordenlijst zijn een goede toevoeging!

Hall Kelly, Martha | Russische rozen

Russische rozen, een roman waarin het leven van de welgestelde New Yorkse Eliza Ferriday, Sofia Stresjnajva, een nichtje van de Russische tsaar en Varinka een boerendochter van het Russische platteland met elkaar verweven zijn. Een mix van historie en fictie die je vanaf de eerste bladzijde boeit.

De vriendinnen Eliza en Sofia reizen in het voorjaar vanuit het Parijse appartement van Eliza naar Sint-Petersburg. Het is de stad waar de Romanovs en de Russische elite in ongekende weelde leven, terwijl een groot deel van de bevolking in diepe armoede leeft. Het autocratische bewind van de tsaar en diens rijkdommen roepen echter steeds meer weerstand op. Op straat nemen de onlusten in hoog tempo toe. Als de dreiging van een wereldoorlog toeneemt, gaat Eliza terug naar de Verenigde Staten. Ze houdt per brief contact met Sofia. Als voor Sofia en haar familie steeds duidelijker wordt dat de volkswoede ook tegen hen als familie van de tsaar gericht is, gaan zij naar hun landhuis op het platteland. Nu komt Varinka in beeld, een boerenmeisje dat Sofia inhuurt als kindermeisje. De Stresjnajva’s leiden in eerste instantie hun leventje in grote welstand. Dat staat in schrijnend contrast tot de armoede waarin de inwoners van het platteland leven. 

Revolutie

Eliza, in New York, zet zich op allerlei manieren in voor de opvang van Russische vluchtelingen in zowel New York als Parijs. Als op een gegeven moment het contact met Sofia verbroken is, maakt ze zich ernstig zorgen over wat er gebeurd zou kunnen zijn.

De Russische Revolutie maakt een einde aan het bewind van de tsaar en aan de bevoorrechte positie van adellijke families als de Stresjnajva’s. Terwijl heel veel Russische families naar het buitenland zijn uitgeweken, komt een deel van de familie Stresjnajva’s op tragische wijze om het leven. Voor Sofia was tijdens de verschrikkelijke gebeurtenissen niet aanwezig. Voor haar begint de zoektocht naar haar zoontje Max, meegenomen door Varinka. 

‘Russiche rozen’ wordt  afwisselend verteld vanuit het perspectief van de drie vrouwen. Elk van hen geeft haar eigen beeld van de geschiedenis tussen 1914 en 1920. Dat neemt de lezer afwisselend mee naar Sint-Petersburg, New York, het Russische platteland en Parijs. Juist door die verschillende perspectieven krijg je een goed beeld van deze periode.

In het Parijse appartement, waar het verhaal begon, ontmoeten Sofia en Eliza elkaar uiteindelijk weer en weten ze uiteindelijk ook een hereniging met Max tot stand te brengen. 

Martha Hall Kelly is er in geslaagd een zeer persoonlijk  en op waarheid gebaseerd verhaal over een ingrijpende periode in de wereldgeschiedenis te schrijven. Aanbevolen!