Mitchell, David | Doorgang

Mitchell, David. DoorgangTijd is een belangrijk motief in de verhalen van David Mitchell. Tijd, of eigenlijk het spel met de tijd, het op losse schroeven zetten van de ijzeren wetten van de tijd. Wie die wet laat varen (wat binnen de kaders van een fictief verhaal natuurlijk prima kan), krijgt ineens vrijwel onbeperkte mogelijkheden. Mitchell deed het in De Tijdmeters, hij doet het opnieuw in Doorgang.

In 1979 bezoekt Nathan met zijn moeder het huis aan Slade Alley van een rijke gravin, dat nogal moeilijk te vinden is. Moeder mag er proefspelen op de piano, terwijl Nathan zich moet vermaken met de bijdehante zoon van de gravin. In 1988 gaat een agent op een verder onduidelijk onderzoek uit en stuit op een poortje in Slade Alley en gaat er naar binnen. In 1997 besluit een groepje studenten, geïntrigeerd door een oud politierapport uit 1988, op onderzoek te gaan in Slade Alley. Zo zijn er nog meer gebeurtenissen in 2006 en 2015. En bijna allemaal met eenzelfde afloop: er verdwijnt iemand in de coulissen van de tijd. Meer wil ik er eigenlijk niet van zeggen om de plot niet weg te geven, maar het zit erg ingenieus in elkaar.

Mitchell blinkt uit in het neerzetten van geloofwaardige personages en omgevingen. Er zijn weinig schrijvers die zo goed een wereld kunnen oproepen waar je in gelooft, waarbij de kilte langs je ruggengraat strijkt of de zon op je huid brandt. Het maakt dat hij als geen ander in staat is je mee te slepen in een andere wereld, waar niets is zoals je het gewend bent en waardoor de gebeurtenissen onder je huid kruipen en nog lang in je dromen meegaan.

Prachtig ook om te zien hoe Mitchell bouwt aan een oeuvre. Personages uit Tijdmeters spelen ook weer een (bij)rol in Doorgang. Het doet denken aan de reeks De donkere toren van Stephen King. Dat Mitchell Stephen King hoog heeft zitten, mag blijken uit het feit dat hij hem vereert met een vermelding in zijn boek. Maar ook zonder die vermelding is de gelijkenis tussen de schrijvers treffend: het loslaten van natuurwetten, de betoverende sfeerbeschrijvingen, de personages die uit het boek breken, de smeuïge dialogen, de continue verkenning van het kwaad: het is zo herkenbaar.

Jammer dat Mitchell altijd wel een personage invoegt dat grof in de mond is. En niet iedereen is dol op het spel met de natuurwetten, wat natuurlijk als magie kan worden uitgelegd. Maar ik moet toegeven: voor mij is dit guilty pleasure.

Mitchell, David | Tijdmeters

Mitchell TijdmetersDavid Mitchell is veelbesproken. Enerzijds wordt hij op eenzame hoogte gezet als virtuoos en het beste wat de huidige schrijverij te bieden heeft, aan de andere kant knappen mensen af op het ‘kijk-es-wat-ik-kan-gehalte’. Qua leeservaring ben ik geneigd in te stemmen met de eerste groep. Het verhaal wervelt via allerlei hoofdpersonen rond de belangrijkste hoofdpersoon Holly, een paranormaal begaafde dame die per toeval betrokken wordt in een strijd tussen twee groepen mensen die buiten de tijd zijn geplaatst. Dat klinkt absurd en dat is het ook.

In de eerste episode (1984) maken we kennis met Holly, een jonge meid die kwaad van huis wegloopt en tijdens haar vlucht aangesproken wordt door een vreemde dame die een bizar gesprek met haar voert, maar daarmee iets in haar hoofd plant wat haar in veel problemen zal brengen. Deze episode is, behalve deze gebeurtenis, geheel aards, hoewel het gevecht aan het einde van de episode ook wel erg bizar is. In de tweede episode (1991) staat Hugo Lamb centraal. Hij ontmoet Holly, maar maakt een keuze waardoor hij haar ook weer uit het oog verliest. En zo zijn de overige episodes (2004, 2015, 2025, 2043) steeds opgebouwd: Holly speelt een kleinere of grotere bijrol, maar het perspectief is steeds gericht op een andere figuur.

Hoe verder het verhaal vordert, hoe fantasievoller het wordt. We zijn het spelen met tijd van Mitchell gewend (vergelijk ook Wolkenatlas), maar ik vond de episoden die verder van de realiteit afstaan niet zijn sterkste. Hij beschrijft op enig moment een heel gevecht tussen de chromometristen en de anachoreten in de kapel van de schemering (ja, het staat er echt) en dan verliest hij wat mij betreft zijn geloofwaardigheid. En ook al weet je bij fantasy dat het irreëel is, toch moet een schrijver moeite doen om je dat te laten accepteren. Gelukkig bouwt hij het voorzichtig op en daarom lees je door. Tegelijk zit daar ook een deel van het probleem: een argeloze lezer krijgt pas ruim over de helft van het boek het idee dat hij fantasy zit te lezen.

Mitchell kan uitstekend personages tot leven brengen, schrijft prachtige dialogen en houdt goed tempo. Wel zijn verschillende personages behoorlijk grof in de mond en neigen decor en hoofdpersonen naar fantasy. Voor mensen die de strijd tussen goed en kwaad vooral Bijbels geduid willen zien, kan dat reden zijn om het boek niet te lezen. Want christelijk is dit boek niet.