Een onwaarschijnlijke bekering | Rosaria Champagne Butterfield

Rosaria Champagne Butterfield was hoofddocent aan de Syracuse University. Ze onderwees in het vak Engels, had een aanstelling bij het Centrum voor Vrouwenstudies en was lesbisch. Maar haar leven ontspoorde, zoals ze zelf schrijft, toen ze 37 was. Dit boek is haar levensverhaal, het is ‘het verhaal van een hoogleraar Engels die het christelijk geloof ontdekt’.

Rosaria kreeg als hoogleraar veel belangrijke taken en werd uitgenodigd door vooraanstaande universiteiten, zoals Harvard, om colleges Homostudies te geven. Ze was een betrokken persoon bij de homogemeenschap en zette zich in voor gelijke rechten voor deze groep. Zo was haar lobby voor gezins- en partnerregeling zeer succesvol waardoor homostellen van dezelfde regelingen profiteerden als getrouwde stellen. Rosaria neemt de lezer mee in de wereld van de universiteiten. Ze beschrijft op boeiende wijze haar werkomgeving en haar motieven voor de strijd om gelijke rechten. En het christendom? Dat was een dom of gevaarlijk geloof.

Op haar veertigste ontvangt ze een brief van een predikant. Het is het begin van een rollercoaster. Haar hele leven gaat op de kop, het voelt alsof ze in de kreukels ligt. De auteur beschrijft haar eigen verandering als een lange weg die veel heeft gekost. Langzamerhand ziet ze in dat de bijbel een waarheid bevat die ze niet voor mogelijk had gehouden. De auteur weet heel goed weer te geven wat er in haar leven gebeurt, welke emoties ze ervaren heeft, wat het effect is op haar omgeving en op welke manier ze (al redenerend en uiteindelijk ook biddend) het christelijk geloof ontdekt. Zoals je van een hoogleraar mag verwachten is de auteur zeer kritisch. Kritisch op alles wat zegt ‘de waarheid’ te zijn, ze is kritisch op haar eigen werk(verleden), ze schrijft kritisch over de rol die kerken innemen en bovendien beschrijft ze alle kritische vragen die ze zichzelf heeft gesteld in haar zoektocht naar haar nieuwe leven. Zo creëert ze onbedoeld een spiegel voor de lezers rondom de thema’s evangelie, gezin, eredienst, heiligmaking, seksualiteit, gezin, huwelijk en roeping.

Het onderwerp waarover de auteur schrijft is precair, ze beseft dat. Ook schrijft ze dat haar levensweg niet model staat voor anderen. Dat is een belangrijk gegeven voor de lezer, dit boek is het unieke verhaal van Rosaria Champagne Butterfield, geen theologisch model voor bekering. Het is een open bijdrage van intellectueel hoog niveau. Dat laatste maakt het boek niet voor iedereen even toegankelijk. De filosofische schrijfstijl is boeiend van aard en door deze stijl krijg je een inkijkje in het hart van de auteur. En dat inkijkje blijft niet aan de oppervlakte, maar wat valt er anders te verwachten van een hoogleraar?

Budgen, Anne | Boven de straat hangt een witte lucht

Met Boven de straat hangt een witte lucht heeft Anne Budgen een zeer lezenswaardig boek geschreven. Het heeft de vorm van een dagboek. Fragmentarisch qua vorm, afgewisseld met stukjes uit Opwekkingsliederen, gedichtenflarden en Bijbelverzen. Het is het dagboek van Anna Meesink, een veertienjarig meisje dat opgroeit in een orthodox-christelijk gezin. Het boek begint op 17 januari 1993; je leest over drie pepermunten en twee guldens die klaarliggen op de keukentafel. Het is vlak voor kerktijd. Nog snel even de schoenen pakken die ergens onder het bed staan. Psalmboek in je tasje stoppen. Op de fiets springen en gaan! Boven de straat hangt een witte lucht. De lente komt eraan. Het is de voorbode voor het nieuwe leven dat Anna wacht.

Anne Budgen laat zien hoe in het streng-christelijke gezin scheuren beginnen te ontstaan. Vader en moeder gaan uit elkaar. Vader hoort stemmen. Oudste broer Han wil niet meer naar de kerk. Moeder gedraagt zich anders dan vroeger: minder streng, minder op regels gericht. Anna, beginnende puber, is gauw beïnvloedbaar, hoewel ze ook zelf nadenkt. Haar hoofd bevat wel honderd kamers en ze puilen allemaal uit. Zo chaotisch als ze is, zo ‘chaotisch’ is de structuur van dit boek. Wanneer haar buurvrouw haar uitnodigt eens mee te gaan naar de pinkstergemeente nemen de twijfels toe bij Anna over haar christelijke wortels, haar staan in het geloof, haar houding jegens God en christenen. ‘Ik heb de Heilige Geest ontvangen. Ik was in de pinkstergemeente en de preek was voor mij! Het ging over je helemaal aan Jezus geven en jezelf afleggen voor Zijn Aangezicht. Het gaat niet om ons maar om Hem.’

Nauwkeurig, gedetailleerd verwoordt Anna Meesink haar gevoelens en wat ze allemaal denkt, ervaart en meemaakt in het geloof. Haar vragen, haar kritische houding ten aanzien van de traditie, het komt allemaal voorbij. Ze laat zich meevoeren door de taal, door woorden en het Woord. (de Bijbel, red.) Op 4 september 1994 vertelt ze: ‘Vanochtend kreeg ik een woord tijdens de dienst in de pinkstergemeente. ‘Dochter, ik zie je worsteling met Mij en met Mijn Woord. Je twijfelt. Ga in het water zoals ook ik het water in ging en gedoopt ben.’ Was dat voor mij? (…) Ik voel soms weerstand. Dan ga ik alles analyseren…’

Boven de straat hangt een witte lucht is de debuutroman van schrijfster en dichteres Anne Budgen (1979). Opvallend vind ik dat dit verhaal verschenen is bij een niet-christelijke, meer algemene, toonaangevende uitgeverij. Het is een specifiek boekje geworden, christenen zullen zich herkennen in de taal die gebruikt wordt, de Bijbelverzen die geciteerd worden, de verschillende liederen die bij passende gelegenheden, situaties en omstandigheden opgetekend staan. De geloofstwijfel die uitgewerkt wordt in het leven van Anna is die van veel christenen wellicht. Het staan in een bepaalde traditie en de vraag naar schijn en zijn in het leven van christenen fungeert als een spiegel voor de ziel. De toon die Budgen gebruikt, is die van waardering en hier en daar een milde vorm van zelfspot. Negatief is ze nergens. Boven de straat hangt een witte lucht kan zich qua inhoud meten met Franca Treur.

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik niet vermoed dat mensen die niets of niet veel op hebben met het christelijk geloof en het staan in een dergelijke traditie dit boekje zullen lezen. Daarvoor heb je toch inzicht nodig in en gevoel nodig voor de thematiek van het boek. Anne Budgen laat messcherp zien dat het helaas in veel kerken en bij veel christenen meer gaat om de buitenkant dan om de binnenkant, de vorm die overheersend is in plaats van de inhoud. Het leven van Anna toont aan dat de buitenwereld steeds meer vat krijgt op het innerlijke leven. En toch… helemaal loskomen van je christelijke wortels lukt je nooit. Die gedachte biedt uiteindelijk toch hoop en troost.