Klebold, Sue | Het besef van een moeder

0b68c9fe5d7e0ed8cf56147004da1462_cache_‘Op 20 april 1999 bewapenden Eric Harris en Dylan Klebold zich met geweren en explosieven en liepen Columbine High School binnen. Ze doodden twaalf leerlingen en een leraar en verwondden vierentwintig anderen alvorens zichzelf van het leven te beroven. Het was de ergste schietpartij op een school in de geschiedenis. Dylan Klebold was mijn zoon.’

Sue Klebold schrijft in Het besef van een moeder in heldere taal een absoluut tragisch verhaal op. 16 jaar lang heeft zij geworsteld met die ene, allesomvattende vraag: waarom mijn zoon? Ze vertelt waarom ze dit boek moest schrijven: het is een missie. ‘Door wat ik heb geleerd weet ik dat we in actie moeten komen, dat we in kaart moeten brengen wat we kunnen doen om tragedies zoals mijn zoon die heeft aangericht te voorkomen en om te verhinderen dat kinderen in stilte lijden.’

In Het besef van een moeder roept Sue Klebold ouders op om verder te kijken dan het oppervlakkige masker dat veel kinderen dragen. Wat gaat er schuil in het hart en in het hoofd van hun kind(eren)? Praat met, maar meer nog luister naar je kind. Zie je kind! Klebold neemt het zichzelf tot op de dag van vandaag ernstig kwalijk dat ze verschillende signalen niet heeft herkend of kon herkennen. Ze geeft zichzelf voortdurend de schuld maar groeit gaandeweg het verhaal in het besef dat ze niet de schuldige is. Ze groeit in het besef dat ze als moeder alles voor haar kind gedaan heeft, een goede opvoeding heeft kunnen bieden en hem een leven heeft gegeven overeenkomstig de goede (christelijke) normen en waarden. En toch… gaat het op die ene lentedag in april gruwelijk mis…

Het eerste hoofdstuk begint met de dag waarop het ongelooflijke gebeurde. Hoe ze het nieuws ontving. Wat ze voelde, dacht, de pijn, het verdriet, maar ook de zekere ontkenning, het wordt eenvoudig, maar o zo emotioneel opgeschreven. Eerlijk en open verwoordt Sue haar diepste emoties: ‘Die helse rit van 41 kilometer naar huis was de eerste stap in wat mijn levenstaak zou worden: in het reine komen met het onmogelijke.’ In de daaropvolgende hoofdstukken krijg je een kijkje in haar opvoedkeuken. Je leert het gezin Klebold goed kennen. Je leert Dylan kennen. Je kruipt voor een deel in zijn leven. Dan de indringende vraag die Sue zelf oproept: ‘Wat hebben jullie in vredesnaam gedaan dat zoveel woede in een kind heeft veroorzaakt? Hoe kan het dat jullie niet zagen wat er aan de hand was?’

Kort na de geboorte van Dylan heeft Sue een naar voorgevoel. Ze is van nature niet bijgelovig, maar ze had een diep, verontrustend gevoel dat haar sterk deed huiveren. ‘Het was alsof er een roofvogel overvloog, die zijn schaduw over ons wierp. Toen ik naar het volmaakte bundeltje in mijn armen keek, werd ik overspoeld door een sterk voorgevoel: dit kind zou me enorm veel verdriet bezorgen.’ Cliché, maar waar… dit fragment bezorgde me kippenvel.

Er staat ontzettend veel (uitgebreid) beschreven in Het besef van een moeder. Teveel om aan te roeren. Een ding nog: uiteindelijk bekruipt je meer en meer het gevoel dat Sue Klebold toch ernstig naïef is. De signalen waren er overduidelijk. Iedereen zag ze. Maar zij niet… ‘Ik begon te beseffen dat ik heel goedgelovig was geweest.’ Haar besef is het besef van de lezer. Haar naïviteit vermengt met de grote waarom-vraag levert een leerzaam, onthutsend en indringend persoonlijk relaas op.

 

Borst, Hugo | Ma

HugoHet is liefde wat de klok slaat. Ma Borst en Hugo Borst: beide pareltjes aan een zeldzaam waardevolle ketting. In Ma beschrijft schrijver, columnist en bekend voetbalcriticus Hugo Borst het aftakelende leven van zijn moeder, Joke. Ma lijdt aan dementie. Na haar broer en zussen is zij aan de beurt. Wat ze lange tijd al vreesde, wordt bewaarheid: ‘(…) ma had beginnende alzheimer. Ik hoorde haar koelbloedig zeggen dat ze er niet vreemd van opkeek met vier zussen en een broer voor haar die dement waren geworden.’ Wekelijks vertelt Hugo in het Algemeen Dagblad zijn belevenissen met zijn moeder. Als mantelzorger verzorgt hij ma liefdevol, bijgestaan door zijn vrouw, broer en schoonzus. Dat het niet alleen maar kommer en kwel is met zijn moeder, mag duidelijk zijn in zijn korte columns. Hugo gaat dementie te lijf met zijn humoristische en bij vlagen cynische strijdpen.

‘Daar zitten we weer, ma in haar grijze stoel, ik op de zwartleren bank. Tijger ligt op een dekentje naast me. ‘Bakkie koffie, ma?’ ‘Neem jij ook?’ Als ik op bezoek ga bij ma, kijk ik uit naar de kopjes koffie die ik ga zetten. Het is het ritueel, denk ik. De koffie zelf kan het niet zijn.’

De columns die betrekking hebben op haar ziekte worden afgewisseld met herinneringen van Hugo aan vroeger. Ma wordt beschreven in de periode voor haar ziekzijn. Een prachtig portret schetst de auteur in en tussen de regels door. Zintuiglijke ervaringen weet hij op te roepen. Vol warmte en zeer integer geschreven. Beeldend ook: ‘Als mijn moeder had gevoetbald, was ze nooit op de vleugels terechtgekomen. Ze zou in de as hebben gespeeld met soms een zwenking naar links.’ Om even de politieke voorkeur van ma neer te zetten…

Wanneer het thuis niet langer meer gaat met ma, wordt ze opgenomen in een verpleeghuis, steevast Verpleeghuis genoemd, met een hoofdletter, liefkozend. ‘Linksom of rechtsom, ma’s lot is bezegeld. Ze gaat naar een verpleeghuis en dat is een opluchting, want de afgelopen weken – och, ze was zo verdrietig, gedesoriënteerd en angstig – waren een kwelling voor ma.’

Bij ma gaat de dementie verder: ‘Ik ben zo blij dat ma mij nog herkent. Ik kan me gewoon niet voorstellen dat ze mij op een dag vergeten is.’ (…) Maar meneer Alzheimer is een dominante eikel. Hij stookt de boel op in ma’s bovenkamer, gooit de boel in de war. En zo is mijn moeder plotseling hebzuchtig geworden.’ Dan weer heel zakelijk en nuchter, dan weer emotioneel en beladen, raakt Hugo Borst de lezer diep in zijn ziel. Ma Borst wordt onze collectieve moeder, voor even… Met veel charme en ingehouden verdriet en pijn weet de schrijver te vertellen over het opruimen van het appartement van ma, in het stille besef dat ze hier nooit meer terugkeert. Het dagelijks leven in het Verpleeghuis raakt. De oude moeder op bed, slapend, wegkwijnend, dan weer vol levenslust bij tijden, staat op je netvlies gebrand, mede dankzij de waanzinnig mooie close-ups van Ma (geportretteerd door Margi Geerlinks).

Waarom dit boek? Borst: ‘Door over haar te schrijven, bestaat ma nog: ze is niet afgeschreven, ook al is zij een afgeleide van de moeder van wie ik heel mijn leven hou. Ik heb het gevoel dat ik haar met deze stukjes trouw blijf.’

De bewondering voor de verzorg(st)ers in het Verpleeghuis is ‘Euromasthoog’. Met recht kan dan ook gezegd worden dat Ma meer is dan alleen een boek. Ma is een monument, een ‘living-statue’ voor alle verzorg(st)ers. Een monument voor alle (dementerende) Ma’s.

Eerder geplaatst op www.Hebban.nl

Dolen, van H.L. | Passie, intriges en politiek

56558_9789025307394_cvr‘De keizerinnen werden geacht over de volgende deugden te beschikken: grootmoedigheid, bescheidenheid, mededogen en voor alles zelfbeheersing. Fysieke schoonheid is onmisbaar. Wereldse ijdelheid moesten zij verwerpen, want ‘die leidde rechtstreeks naar de hel’.'(…)

Hein van Dolen beschrijft in een pakkend, handzaam formaat de levens van tien keizerinnen van het Byzantijnse rijk. 12 eeuwen vergeten geschiedenis… Vrouwen die zeer divers van aard zijn, van schoonheid, van daden, van regeringswijze, tja, eigenlijk in van alles verschillen. Opmerkelijk in deze geschiedbeschrijving is dat elk meisje in Constantinopel keizerin kon worden: ‘Zij konden geselecteerd worden via een zogeheten bruidsshow of schoonheidswedstrijd waardoor zelfs meisjes van geringe komaf een kans kregen om lid van het keizerlijk huis te worden.’ De talentenjachten van deze tijd zijn er niets bij.

De opbouw van het boekje dat zo’n 160 pagina’s beslaat is zeer helder. Een korte maar duidelijke inleiding plaatst het onderwerp van dit boekje in de tijd. De contouren van het Byzantijnse rijk en de plaats die de keizerinnen hier innamen wordt geschetst. Na deze introductie volgt een Vooraf.

Voor een goed begrip van dit boekje wordt hierin nader uitleg gegeven over de gebruiken van die tijd aan het hof, de functies van de koninklijke dames en de godsdienstige kwesties die destijds een rol speelden. Hierna volgen de tien persoonlijke portretten van de vrouwelijke regeerders. Toch bekruipt je het gevoel dat de intro en het Vooraf best samen hadden kunnen gaan in een langer voorwoord. Het voelt een beetje onhandig. Dat zegt tegelijkertijd iets over het gevoel tijdens lezing van dit boekje. Het leest niet prettig, de taal stokt. Het is dan ook geen smeuig verhaal maar eerder een opsomming van droge en minder droge feiten. In tien kleine portretten trekken de keizerinnen aan het geoefende lezersoog voorbij.

De auteur heeft veel gevoel voor historie maar weet dit niet voldoende over te brengen op de lezer. Dit boekje spreekt geen groot publiek aan. Het is taaie kost. Voor de echte historici zal dit boekje een aardigheidje zijn, misschien zelfs onderwerp voor nader onderzoek. De schrijver geeft nog wel spraakmakende titels mee aan de tiental portretten, zoals: de slecht befaamde Theophano, de hoogbegaafde Anna Komnena, de veelbesproken Theodora.

Een saillant detail uit het Vooraf laat zien dat sommige zaken echt van alle tijden en plaatsen zijn: ‘(…) en de zesde-eeuwse geschiedschrijver Prokopius (…) geeft ons nadere bijzonderheden over de hooligans. Hij vertelt hoe de fanatieke aanhangers hun baard en snor lieten staan en hun hoofdhaar van voren afschoren, terwijl ze het aan de achterkant onverzorgd lieten groeien. Zij hulden zich in gewaden met wijde pofmouwen die eigenlijk te opzichtig voor hun stand waren. (…)’ Tja, behalve de overeenkomsten zijn de verschillen met vandaag opzienbarend… en humoristisch!

Eerder geplaatst op www.hebban.nl