Een onwaarschijnlijke bekering | Rosaria Champagne Butterfield

Rosaria Champagne Butterfield was hoofddocent aan de Syracuse University. Ze onderwees in het vak Engels, had een aanstelling bij het Centrum voor Vrouwenstudies en was lesbisch. Maar haar leven ontspoorde, zoals ze zelf schrijft, toen ze 37 was. Dit boek is haar levensverhaal, het is ‘het verhaal van een hoogleraar Engels die het christelijk geloof ontdekt’.

Rosaria kreeg als hoogleraar veel belangrijke taken en werd uitgenodigd door vooraanstaande universiteiten, zoals Harvard, om colleges Homostudies te geven. Ze was een betrokken persoon bij de homogemeenschap en zette zich in voor gelijke rechten voor deze groep. Zo was haar lobby voor gezins- en partnerregeling zeer succesvol waardoor homostellen van dezelfde regelingen profiteerden als getrouwde stellen. Rosaria neemt de lezer mee in de wereld van de universiteiten. Ze beschrijft op boeiende wijze haar werkomgeving en haar motieven voor de strijd om gelijke rechten. En het christendom? Dat was een dom of gevaarlijk geloof.

Op haar veertigste ontvangt ze een brief van een predikant. Het is het begin van een rollercoaster. Haar hele leven gaat op de kop, het voelt alsof ze in de kreukels ligt. De auteur beschrijft haar eigen verandering als een lange weg die veel heeft gekost. Langzamerhand ziet ze in dat de bijbel een waarheid bevat die ze niet voor mogelijk had gehouden. De auteur weet heel goed weer te geven wat er in haar leven gebeurt, welke emoties ze ervaren heeft, wat het effect is op haar omgeving en op welke manier ze (al redenerend en uiteindelijk ook biddend) het christelijk geloof ontdekt. Zoals je van een hoogleraar mag verwachten is de auteur zeer kritisch. Kritisch op alles wat zegt ‘de waarheid’ te zijn, ze is kritisch op haar eigen werk(verleden), ze schrijft kritisch over de rol die kerken innemen en bovendien beschrijft ze alle kritische vragen die ze zichzelf heeft gesteld in haar zoektocht naar haar nieuwe leven. Zo creëert ze onbedoeld een spiegel voor de lezers rondom de thema’s evangelie, gezin, eredienst, heiligmaking, seksualiteit, gezin, huwelijk en roeping.

Het onderwerp waarover de auteur schrijft is precair, ze beseft dat. Ook schrijft ze dat haar levensweg niet model staat voor anderen. Dat is een belangrijk gegeven voor de lezer, dit boek is het unieke verhaal van Rosaria Champagne Butterfield, geen theologisch model voor bekering. Het is een open bijdrage van intellectueel hoog niveau. Dat laatste maakt het boek niet voor iedereen even toegankelijk. De filosofische schrijfstijl is boeiend van aard en door deze stijl krijg je een inkijkje in het hart van de auteur. En dat inkijkje blijft niet aan de oppervlakte, maar wat valt er anders te verwachten van een hoogleraar?

Rosenberg, Joel C. | Het Kremlin complot


Joel C. Rosenberg heeft opnieuw bewezen veel kennis te hebben van de wereldwijde verhoudingen. In zijn nieuwste thriller, Het Kremlin complot, probeert de Russische president, door een bliksemaanval op een buurland, de terroristische aanslagen in zijn eigen land tegen te houden. Deze bliksemaanval bedreigt de wereldvrede en kan de NAVO- landen uit elkaar drijven. De politieke spanning is voelbaar.

Marcus Ryker, het hoofdpersonage in deze thriller, is een voormalig agent van de geheime dienst. Door een aanslag raakt hij zijn vrouw en zoontje kwijt. Deze tragische gebeurtenis zorgt ervoor dat Ryker ingezet wordt om de Russische dreiging tegen te houden. Tijdens deze clandestiene missie krijgt hij hulp uit onverwachte hoek.

Het kan niet anders dat Rosenberg aan een nieuwe serie is begonnen. Hij neemt 200 pagina’s de tijd om het verleden van de hoofdpersonages te beschrijven. Alsof hij de achtergrond van de hoofdpersoon in één boek wil vertellen zodat het in de volgende boeken geen belemmering meer is. Het is bewonderenswaardig dat de auteur de spanning, en dus ook de lezer, weet vast te houden. Een compliment is op zijn plaats.
Na die 200 pagina’s gaat het verhaal razendsnel.

De gebeurtenissen in het boek zijn weinig subtiele vergelijkingen met de werkelijkheid – zo krijgt de aanslag op MH17 een plek – en dat maakt dit boek tot een actuele politieke en spannende thriller. Het belooft een mooie nieuwe serie te worden zoals we van Rosenberg mogen verwachten.

Dat Joel C. Rosenberg veel kennis heeft van de geopolitieke werkelijkheid is verklaarbaar. Door zijn ervaring als veiligheidsadviseur, van o.a. Benjamin Netanyahu, heeft hij veel gezien van de veiligheidssituatie in het Midden-Oosten. Er wordt gezegd dat Rosenberg zelfs politieke invloed heeft in de hoogste kringen. Veel artikelen van zijn hand verschenen in de grote Amerikaanse kranten en Rosenbeg gaf vele TV- interviews.

Alan Gratz | De jongen die tien concentratiekampen overleefde

 

Gemarteld, uitgehongerd, vernederd, eenzaam en ontheemd. Woorden die het leven tekenen van ‘de jongen die tien concentratiekampen overleefde’. In 1939 vallen de Duitsers Polen binnen. Yanek, de hoofdpersoon, is dan tien jaar oud. Vanaf dat moment verandert zijn leven in een catastrofe.

Kent u de namen? Krakau, Plaszów, Wieliczka, Trzebina, Birkenau, Auschwitz, Sachsenhausen, Bergen-Belsen, Buchenwald en Gross-Rosen. Plaatsen waar mensen, met name Joden, veranderden in nummers. Locaties waar menigeen het bestaan niet van wist en waar dieren vriendelijker werden behandeld dan mensen. Al deze plekken heeft Yanek, in zes jaar tijd, bezocht. Hij ontmoette daar Amon Goeth, de meedogenloze kampcommandant die ’s ochtends zijn schietoefeningen deed en daarbij gevangenen doodde. Ook stond Yanek oog in oog met het nazi-monster, Josef Mengele. Toen de Duitsers (tussen herfst 1944 en april 1945) de sporen van de vernietigingskampen wilden uitwissen, werden de gevangenen verhuisd. Yanek moest, in de winter, op blote voeten vele honderden kilometers lopen. Tijdens deze marsen vielen er tienduizenden doden, maar…hij overleefde.

Het zal u opvallen dat bovenstaande alinea geschreven is in verleden tijd. Het verhaal van Yanek is dan ook daadwerkelijk geschiedenis. Het is het verhaal van gevangene B-3087, Jack Gruener. Hoewel de auteur veel vrijheid heeft genomen (met toestemming van Jack) in het verhalen van deze geschiedenis zodat het beeld van de holocaust completer wordt, is dit boek er een die de lezer tot tranen toe roert.

Het is de ervaren Alan Gratz (in 1972 geboren te Knoxville, Tennessee) gelukt om de verschrikkingen van de holocaust weer te geven. Het boek leest als een ooggetuigenverslag en je legt het niet zomaar aan de kant. De lezer valt van de ene weerzinwekkende gebeurtenis in een andere, totdat de vrijheid er abrupt een einde aan maakt. Het contrast tussen holocaust en vrijheid wordt op treffende wijze verwoord:

“Met hoeveel mensen moet ik hierin slapen?’ vroeg ik. Hij (Amerikaanse soldaat, EJV) keek me verbaasd aan. ‘Met niemand,’ zie hij. ‘Het is jouw bed.’
Een bed helemaal alleen voor mij! Toen – het ene wonder na het andere – gaf hij me een deken, een kussen en lakens.
(…)
Ik wist niet eens meer hoe het was om iets zachts aan te raken. De soldaat hielp me en ik klom voorzichtig mijn nieuwe bed in. Een echte matras, met veren! Mijn lichaam zakte helemaal weg en mijn hoofd viel in het kussen.
Wat een luxe!” 

De jongen die tien concentratiekampen overleefde, een must-to-read. Om nooit meer te vergeten en om te beseffen wat ware vrijheid is.

 

Ivo Kouwenhoven | Verder kijken dan de muzieknoot lang is

Achter de muzieknoot, geproduceerd door het orkest, zit een zeer fascinerende wereld. Ivo Kouwenhoven heeft dat goed gezien en vertolkt in zijn boek Verder kijken dan de muzieknoot lang is.

Ivo Kouwenhoven is een (in 1972) geboren Rotterdammer. Hij is afgestudeerd aan het Rotterdams Conservatorium met als hoofdvak hoorn. Naast dat Kouwenhoven dirigeert en componeert, geeft hij advies over jeugdbeleid, schrijft columns (waarvan een heel aantal in het boek staan) en jureert bij verschillende jeugdfestivals in het land. Een muzikaal man met een groot hart voor de jeugd.

De auteur heeft in zijn beschrijving van de wereld achter de muziek veel aandacht voor de jeugd, immers wie de jeugd heeft … Veel orkesten hebben moeite met het werven van leden. Ivo Kouwenhoven geeft een tiental concrete tips om dit probleem te tackelen, waarvan dit wel eens de gouden tip kan zijn: “Vaak zijn het besturen of commissies die urenlang vergaderen hoe nu nieuwe leden te werven. Maar heeft u het wel eens aan de jeugdleden zelf overgelaten?”

Dat Kouwenhoven niet alleen aandacht heeft voor jeugd en muzieknotatie mag duidelijk zijn. Zelfs de penningmeester krijgt, op een positieve manier, een draai om zijn oren. Daarnaast irriteert de auteur zich aan de ‘azijnzeikerds van de vereniging’, deze kun je maar beter kwijt dan rijk zijn. Iemand die veel noten op zijn zang heeft, kan beter een toontje lager zingen…… Maar dan blijven het aantal noten toch hetzelfde? Het is één van de vele quotes van Kouwenhoven die her en der in het boek staan. Inderdaad, deze quote staat op de bladzijde die gaat over de ‘azijnzeikerds’. Het geeft aan dat Kouwenhoven op een prettige wijze zijn visie deelt en daarbij de negatieve kanten van een vereniging niet onbenoemd laat.

Ivo Kouwenhoven bewijst dat moderne media hem niet vreemd zijn. Hij schrijft over telefoongebruik tijdens de repetities van (jeugd)orkesten. De beschreven irritatie is herkenbaar, maar hij buigt het om op een manier die de jeugd wel weet te waarderen. Sterker nog, Kouwenhoven heeft zelfs telefoons een rol gegeven in zijn eigen werk ‘The Conductor’s Nightmare’, hilarische muziek voor opleidingsorkesten.

Het boek beslaat 144 pagina’s en staat vol met thema’s die aangestipt worden en waarbij beleidsmatig handige tips aangereikt worden. Degene die een zeer doordachte analyse van het beleidsmatige deel van een vereniging verwacht, komt bedrogen uit. Dat is ook niet de doelstelling van Kouwenhoven. Hij deelt een aantal opgedane ervaringen die voor veel verenigingen een antwoord kunnen geven op problemen, ergernissen of blokkades. Het boek is overzichtelijk en eenvoudig te lezen. Een aanrader voor ieder (bestuurslid van een) amateurorkest.

John Eldredge | Jezus onze niet zo lieve Heer

John Eldredge is geboren in 1960 in Los Angeles. Samen met zijn vrouw en zoons woont hij in Colorado Springs waar hij volop geniet van de schoonheid der natuur. Eldredge is afgestudeerd ‘counseler’, schrijver en spreker. Veel mensen worden geraakt door zijn boeken en lezingen. Vol vuur, humor en liefde spreekt hij over God en Jezus. Ondanks zijn spreektalent en schrijfkwaliteiten is Eldredge echter geen predikant of pastoor, zoals hij dat zelf formuleert. In zijn boek Jezus onze niet zo lieve Heer, komen zijn kwaliteiten duidelijk naar voren. De ondertitel zegt al veel over hoe John Eldredge kijkt naar de persoon Jezus. Het boek pretendeert een ontmoeting te zijn met de speelse, tegendraadse, prachtige persoon Jezus Christus.

Meer woorden over Jezus zijn alléén nuttig als ze ertoe leiden dat we hem ervaren. Meer speculatie of meer discussie hebben we niet nodig. We hebben Jezus zélf nodig.

Een citaat uit het voorwoord dat direct duidelijk maakt wat het doel van het boek is. Een ontmoeting met Jezus.

In het boek wordt de persoonlijkheid van Jezus beschreven. Eldredge probeert vanuit allerlei invalshoeken de ‘gewone’ mens Jezus te beschrijven. Hij stelt dat Jezus vaak als een religieus persoon wordt neergezet. Iemand die zo mysterieus is dat de gewone man hem niet kan ontmoeten. Het beeld van een ongrijpbare en op afstaand staande Jezus is ontstaan door het gif dat religie heet. Jezus ‘Onze lieve Heer’, of ‘de Verlosser’ noemen verafschuwt Eldredge dan ook en noemt dit religieuze praat waar Jezus niet erg van hield. Door Jezus op dusdanige wijze neer te zetten en kritiek te hebben op de wijze waarop mensen hem in gebed aanspreken, stapt de auteur in een valkuil. Wellicht onbedoeld fileert hij de wijze waarop mensen met eerbied tot Jezus naderen. De vraag is of Eldredge zijn doel bereikt door zo een deel van de christenen tegen de schenen te schoppen.

Eldredge schrijft over de speelsheid van Jezus, over de nederige persoonlijkheid, over hoe je van Jezus kan houden en hoe prachtig hij is. De liefde die de auteur heeft voor Jezus spat er vanaf. Jezus’ liefde tot mensen en zondaren komt daardoor ook zeer goed tot uiting in het boek. Door de woordkeuze leest Jezus onze lieve Heer prettig. De voorbeelden zijn sprekend en soms lijkt het alsof je Jezus daadwerkelijk ziet wanneer hij tegen de Farizeeërs spreekt of het tempelplein schoonveegt. Met veel Bijbelse voorbeelden, aangevuld met zijn persoonlijke ervaringen, probeert Eldredge zijn visie op de persoon Jezus te ondersteunen.

De auteur leunt soms ook op (oude) schrijvers zoals Augustinus, Bonaventura, Lewis en Manning. Om Manning als New Age- aanhanger en Augustinus te citeren is in de context van het verhaal zeer verrassend, of zelfs paradoxaal, te noemen. De lezer moet daarom wel beseffen dat dit een eenzijdig boek is. Hoewel Eldredge’s liefde voor Jezus op iedere bladzijde te proeven is, schrijft hij met enige regelmaat zeer kritisch over mensen die andere ervaringen hebben dan hij. Eldredge vergelijkt die personen met de Farizeeën in de Bijbel en biedt daardoor geen enkele ruimte aan gelovigen met een andere geloofsbeleving dan die van hemzelf. Dat is jammer en zelfs respectloos te noemen.

Jezus onze lieve Heer zal dan ook niet in alle christelijke kringen geaccepteerd worden. Desalniettemin is Eldredge geslaagd in het schrijven van een aansprekend en prikkelend boek. Helaas heeft de vertaler ervoor gekozen om verschillende Bijbelvertalingen te gebruiken waardoor het soms wat verwarrend overkomt, echter is dit de auteur niet aan te rekenen en zal het grootste deel van de lezers niet hinderen.

Doedens, Anne & Mulder, Liek | Zesdaagse oorlog

 

Weet u het nog? De oorlog van juni 1967? De oorlog die de kaart van het Midden-Oosten veranderde? Daarover gaat het nieuwste boek uit de serie Oorlogsdossiers. Zesdaagse oorlog, geschreven door Anne Doedens & Liek Mulder, verhaalt over de Israëlische ‘herschepping’ van het Midden-Oosten.

De zesdaagse land- en luchtoorlog brak uit op 5 juni 1967. Getalsmatig waren de Israëli’s ver in de minderheid ten opzichte van de Arabische troepen, kwalitatief echter superieur. De goed opgeleide Israëlische militairen waren enorm gemotiveerd. Door spionage was Israël uiterst goed op de hoogte van de militaire doelen in Egypte en binnen een paar uur was de Egyptische luchtmacht murw geslagen. De strijd die volgde in de Sinaï- woestijn, maar ook de verovering van Oost-Jeruzalem en de Westbank evenals de strijd tegen Syrië op de Golanhoogten, worden in het boek gedetailleerd beschreven. De kaarten die zijn opgenomen maken de strijd geografisch inzichtelijk.

De auteurs zijn zeer duidelijk over de partij die de Zesdaagse oorlog begon: Israël. Een uitspraak van de Israëlische minister van Defensie, Moshe Dayan, laat daar geen twijfel over bestaan.

“Na rapportages over de militaire en diplomatieke situatie van de eerste minister (…) is besloten een militaire aanval te lanceren, bedoeld om Israël te bevrijden uit de omsingeling en de dreigende aanval van het Verenigd Arabisch Commando te verijdelen.”

Maar de visies zijn verdeeld wanneer men zoekt naar een antwoord op de vraag of dit een terechte actie was. Israël is de oorlog wel begonnen, maar zijn ze ook schuldig? Of moet de schuld toch gelegd worden bij de andere partijen? Deze uitdagende militante taal van de Egyptische leider Gamal Abdel Nasser is namelijk ook niet voor tweeërlei uitleg vatbaar.

“We verlangen naar de strijd, opdat we de vijand (Israël) zullen dwingen uit zijn dromen te ontwaken en de Arabische realiteit onder ogen te zien.”

Deze vragen en citaten geven een inkijkje in het boek. Het laat zien dat deze geschiedenis van verschillende kanten wordt belicht. De auteurs hebben op een fantastische manier gebruik gemaakt van historische verslagen, dagboeken van militairen en hebben gesproken met ooggetuigen. Door dit op een rij te zetten ontstaat er een genuanceerd beeld. Dit beeld laat zien dat de Zesdaagse oorlog niet zomaar te begrijpen is.

Doedens & Mulder zijn er echter uitstekend in geslaagd deze complexe situatie in het Midden-Oosten, voor en tijdens de Zesdaagse oorlog voor de lezer inzichtelijk te maken. Daarnaast beschrijven de auteurs, in korte intermezzo’s, het leven van de verschillende hoofdrolspelers. Zesdaagse oorlog is dan ook een zeer aan te bevelen boek.

Jaime Karremann | In het diepste geheim

Spionage, u kent het wel. Een persoon die op vijandige grond informatie verzameld. Gevaarlijk werk, de vijand mag niet merken dat je er bent. Maar spioneren met zo’n 50-70 man tegelijk? Onopgemerkt, op een paar meter afstand van de vijand? Dat lukt niemand, behalve onze Onderzeebootdienst van de Nederlandse Marine. In het diepste geheim verhaalt over verschillende operaties van de Onderzeebootdienst ten tijde van de Koude Oorlog.

Het boek gaat over de zes Nederlandse onderzeeboten die geheime operaties hebben uitgevoerd om zoveel mogelijk informatie te verzamelen over Russische oorlogsschepen. De resultaten die hiermee geboekt zijn zorgden voor veel aanzien bij bevriende naties. Karreman schrijft over missies waarbij de onderzeeboten op enkele meters onder de kiel van een Russisch schip doorvoeren zonder ontdekt te worden. De spanning die dat met zich meebrengt aan boord van zo’n metalen kolos, is zo goed geschreven dat dit voelbaar is. De lezer leeft daadwerkelijk mee met de bemanning.

Het geniale aan In het diepste geheim is dat dit boek spannend is en tegelijk veel informatie over missies meegeeft. Karreman is er in geslaagd om meerdere hoofdstukken te beginnen met een goed geschreven missie, maar zodra er in die missie iets gebeurt wat herinnert aan een voorval met een onderzeeboot jaren daarvoor, beschrijft hij dat eerst om vervolgens het verhaal weer op te pakken. Zo krijgt de lezer veel informatie mee over verschillende missies door de jaren heen zonder dat het een lang, saai en technisch verhaal wordt. Chapeau!

Jaime Karreman, onafhankelijk marinejournalist die voornamelijk schrijft voor zijn eigen website Marineschepen.nl, heeft in 2017 dit boek gepubliceerd over spionage-operaties van Nederlandse onderzeeboten van 1968 tot 1991. Karreman werkte zelf een korte tijd voor de Marine en ging er later werken in burgerfunctie. Hij heeft op fantastische wijze geschreven over geheime missies in de Noordelijke IJszee en de Middellandse zee. Veel van de informatie die opgedaan is tijdens deze missie is nog geheim. Erkenning voor de Onderzeebootdienst blijft daarom vaak achterwege, maar dit boek laat zien dat onze onderzeeboten wel degelijk van belang zijn en wellicht voelt dit voor de bemanning als erkenning voor wat zij doen, tientallen meters onder de zeespiegel.

Een aanrader dus!

Jan Terlouw | Het hebzuchtgas

Eind 2016 is er een boek uitgekomen van Jan Terlouw. Een sprookje voor jong en oud met de titel Het hebzuchtgas. Een vervolg op ‘zoektocht in Katoren’ zou het oorspronkelijke idee zijn, zoals te lezen is in een biografie over Terlouw, waarvan ook een recensie is te lezen op deze site. Uiteindelijk is dit idee losgelaten en ontstond er een verhaal waarvan kinderen smullen, jongeren aan het denken zet en volwassenen met een glimlach op de bank achterlaat.

Het verhaal
Het verhaal gaat over Tradicië, een land wat voor een groot deel is verwoest door de orkaan Diana, van de vijfde categorie. De president van het land had het al voorspeld. Door de stijgende zeespiegel als gevolg van de opwarming van de aarde zagen hij en de wetenschappers dit al aankomen, maar de ministers wilden niet luisteren. Julia, de 18- jarige kleindochter van de president, maakt deze overstroming heel bewust mee. Ze moet zelf rennen voor het water.

Wanneer de storm voorbij is gaat Julia stage lopen bij het grote bedrijf Solide. Het bedrag houdt zich bezig met de winning van gas en olie en wordt geleid door Alphons Bovenwoning. Door haar stage komt Julia in aanraking met Trijn Vroege, een oudere vrouw die haar het gevaar van ‘hebzuchtgas’ uitlegt: “Hebzuchtgas maakt dat mensen alleen nog belangstelling hebben voor geld, niet eens meer voor wat je ervoor zou kunnen kopen of ermee kunnen doen (…). We ademen het allemaal een beetje in, maar daar boven in die hoge bankgebouwen en gebouwen van de grote oliemaatschappijen, daar krijgen ze zoveel binnen dat ze zowat niet meer van hun verslaving afkomen (…).”

Het is voor Julia en haar vrienden een motivatie om Tradicië te veranderen en directeur Bovenwoning en anderen af te helpen aan deze verslaving. Op verschillende creatieve manieren proberen ze de directeuren af te helpen van hun verslaving.

Motivatie Terlouw
In het voorjaar van 2017 sprak ik met D66- coryfee Jan Terlouw, in zijn prachtige villa ergens aan de IJssel. Hij vertelde dat hij zijn boodschap wil doorgeven aan jongeren. Terlouw beseft dat zijn generatie weinig tot niets meer kan doen aan thema’s als milieuverontreiniging en duurzaamheid. Thema’s die hem aan het hart gaan. “De jongeren moeten het stokje van ons overnemen”, is zijn devies. Deze motivatie is duidelijk te merken in dit sprookje. Het boek is maatschappijkritisch en probeert jongeren te laten inzien dat zij de groep zijn die de problemen rondom het klimaat kunnen oplossen. Of dat ook daadwerkelijk zo is durf ik niet te zeggen.

Ondanks dat de visie van Jan Terlouw over deze problematiek er duimendik bovenop ligt, is hij er wel weer in geslaagd een leuk boek te schrijven wat te lezen is door jong en oud. Bovendien kan dit boek dienen als gesprekstof voor aan de keukentafel of bij de koffie.

Het kan toch geen kwaad om, naar aanleiding van dit boek van Jan Terlouw, te praten over het omgaan met geld en het milieu?

Tom S. van Bemmelen | 150 Palestijnse fabels

Het conflict tussen de Arabieren en Israël krijgt veel aandacht. Ook in Nederlandse media is dit het geval. Het boek 150 Palestijnse fabels gaat in op de beeldvorming die ontstaan is door berichtgeving en betiteld 150 onderwerpen als Palestijnse fabels. Veel van deze fabels domineren de publieke opinie. Op een scherpe wijze verwijst Tom S. van Bemmelen dit naar het rijk der fabelen.

Het boek spreekt over de bezetting van Gaza, over complottheorieën, over de Gaza blokkade, over Hamas, over de Islam, over het lijden van de Palestijnen, over het Palestijnse volk, over de VN, over het watertekort en nog 141 onderwerpen.

Dat de auteurs een zeer scherpe pen hebben blijkt wel wanneer men schrijft over de Palestijnse fabel die zegt dat er vrede in het Midden – Oosten komt wanneer het Arabisch- Israëlische conflict zou zijn opgelost.

“De grote problemen, zoals onderdrukkende regimes, ontbreken van mensenrechten, strijd tussen soennieten en sjiieten, moslimfundamentalisme, Jihadisme, onderdrukking van minderheden en vrouwen, zwak onderwijs, zwakke economische structuur enzovoort, hebben niets of weinig met de wereld buiten het Midden-Oosten te maken. (…) Er werden dus circa 250 keer meer moslims gedood door islamitisch geweld dan in het conflict met Israël. Dat brengt ons bij het belangrijkste punt bij deze fabel: je moet wel heel blind zijn om nu nog niet in te zien dat het de islamitische haat en moordzucht tegen mensen van een ander geloof is die het hele Midden-Oosten en Noord-Afrika kapot maakt.”

Met zo’n scherpe pen zijn de meeste onderwerpen beschreven.

De 150 onderwerpen zijn op alfabetische volgorde in het boek gedrukt. Op deze wijze is het boek eenvoudig als naslagwerk te gebruiken. Verder zijn de teksten vrij kort en duidelijk beschreven. Bij ieder hoofdstuk worden afbeeldingen of citaten geplaatst die de lezer zelf kan controleren.

In de inleiding legt de auteur uit dat het boek beter leesbaar is omdat voetnoten niet zijn toegevoegd. Dat is jammer, het bemoeilijkt namelijk het controleren van de tekst. Hoewel na enig zoeken de citaten inderdaad op internet te vinden zijn.

De auteur is een militair en politiek geschoold man. Hij was tot 1973 officier bij de Marineluchtvaartdienst en werkte tot 1980 op het ministerie van Defensie. Tegelijkertijd was hij lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland en later lid van de Eerste Kamer voor de VVD. Sinds 2002 is hij voorzitter van de Nederlandse tak van de Israëlische Likoedpartij. De vereniging houdt zich bezig met informatievoorziening over en lobbyt voor de Israëlische zaak.

Het doel van dit boek is om een beter begrip te krijgen van het conflict tussen de Arabieren en Israël. Samen met Likoed Nederland en een aantal andere auteurs, wiens namen niet bekend zijn gemaakt om hun veiligheid niet in gevaar te brengen, is Van Bemmelen daar zeker in geslaagd, hoewel sommigen dit zullen wegzetten als propaganda.

Jan Terlouw | Kop uit ‘t zand

Jan Terlouw, wie kent hem niet? D66- coryfee, oud- Tweede Kamerlid, oud- minister en auteur van een heel aantal (jeugd)boeken. Eind 2016 is er een novelle van zijn hand verschenen. Kop uit ’t zand. Een novelle over het klimaat.

Het 95 pagina’s tellende boek begint met een heftige gebeurtenis. Na kennis gemaakt te hebben met de achtergrond van de hoofdpersonages, Bart en Fleur, steekt een milieuactivist zichzelf op het Plein voor de Tweede Kamer in brand. Het blijkt Bart’s vriend, Arie Minderhout, te zijn. Deze gebeurtenis heeft veel impact op het leven van Bart en hij doet bij het sterfbed van Arie een belofte die zijn leven zal stempelen.

De rode draad door het leven van Bart en Fleur zijn de zorgen rondom het klimaat. Er ontstaan steeds vaker extreme stormen en de klimaatverandering wordt duidelijk zichtbaar. Er wordt weinig tot niets gedaan door de bestuurders van het land. Ook Bart en Fleur kunnen niet voor een doorbraak zorgen en het lijkt alsof zij passief gedrag vertonen. Dit wordt prachtig door Terlouw beschreven. Bart en Fleur maken in hun persoonlijke leven veel herkenbare dingen mee. De worstelingen van het leven weet Terlouw goed te omschrijven, evenals de zeer moderne omgangsvormen die hij beschrijft. De liberale vrijheid, die kenmerkend is voor Terlouw, steekt hij ook in dit boekje niet onder stoelen of banken.

In tegenstelling tot Bart en Fleur gaan Carsten (zoon van Bart en Fleur) en Luna (halfzus van Carsten) wel over tot actie. Op het eind in deze novelle komen zij op een creatieve manier tot een oplossing. Een oplossing die wereldwijd een revolutie op gang brengt. Zo eindigt de novelle vrij abrupt. Met grote stappen volgt de lezer het leven van Bart, Fleur, Carsten en Luna. Door deze keuze kan het verhaal geen standaard novelle genoemd worden. Echter heb ik dat niet als storend ervaren.

De essentie is helder. Jan Terlouw maakt zich zorgen over het klimaat. Door deze novelle te schrijven wil hij zoveel mogelijk mensen laten inzien dat er iets moet gebeuren en dat onze kop uit het zand moet. Geen struisvogelpolitiek, zoals in deze novelle de praktijk is. Ook geen intentiepolitiek, zoals Bart en Fleur ten uitvoer brengen, maar actie zoals Carsten en Luna laten zien. Hij verwacht het dan ook niet (meer) van wetenschappers maar van de jeugd.

Al met al een lezenswaardige novelle.