Olde Heuvelt, Thomas | Hex

9789024573349Aanbevolen door de grootmeester van de horror, Stephen King. Een fijn interview in DWDD. Een ‘griezelige’ reportage in EenVandaag. Thomas Olde Heuvelt is ‘booming business’ met zijn boek Hex. Toch vreemd dat zijn boek dat enkele jaren geleden al verscheen nu pas een bestseller is. En plotseling willen we allemaal zijn andere boeken ook lezen. En vergelijken.

Onlangs sprak ik Thomas in Amsterdam bij de uitreiking van de Hebban Awards in de wandelgangen. Een sympathieke en vlotte jonge schrijver. Niks gruwelijks en engs aan. Hij vroeg me: ‘Vind jij mijn boek horror, fantasy of een thriller?’ Ik antwoordde hem: ‘Horror.’ En volgens mij schoot ik in de roos. Opmerkelijk vind ik dat wanneer je Thomas Olde Heuvelt ziet en spreekt je je haast niet kunt voorstellen dat hij zulke gruwelijk spannende en angstaanjagende zaken kan beschrijven. Een groot verschil tussen de schrijver en zijn boek. En misschien is dat wel zijn verdienste.

Thomas Olde Heuvelt behoeft geen verdere introductie. Zijn boek wordt verfilmd en verschijnt in vele talen inmiddels. Zelfs Japan staat nu voor hem in de rij. Speciaal voor Amerika heeft hij de setting van de Nederlandse versie herschreven naar de Amerikaanse. En ook de Nederlandse versie kent inmiddels een alternatief einde. En dat is gewoon heel knap.

Hex speelt zich af in het Limburgse dorpje Beek. Een ogenschijnlijk rustig en gemoedelijk dorp. ( Ik kan, helaas, wanneer ik denk aan Beek niet meer normaal aan Beek denken na het lezen van Hex, maar dat terzijde.) In Beek waart echter een heks rond, gedoemd tot ronddolen. Gedoemd om met dichtgenaaide ogen en mond te dwalen door het dorp, door straten, maar ook in de huizen. Ze kan zomaar verschijnen aan je bed, aan het voeteneind. Of gewoon ergens in de hoek van je woonkamer staan en fungeren als kapstok. Iedereen in het dorp kent haar, weet van haar. Maar vooral, accepteert haar. Zwijgend doet ze haar rondes door het dorp, de weg letterlijk blindelings wetend. Iedereen weet ook: niemand mag haar ogen openen. Want gebeurt het toch, dan gaat het gruwelijk mis. In die wetenschap groeien de mensen jarenlang op met de heks. Groeien de mensen op met het ultieme kwaad in hun midden. Een speciale groep mensen, een soort Raad, houdt met camera’s en een heuse Hex-app voor de inwoners van Beek de heks nauwlettend in de gaten. Ze moet koste wat kost verborgen blijven voor de buitenwereld. Regelmatig gaat het mis tussen de heks en verschillende inwoners van Beek. Deze gebeurtenissen worden gedetailleerd en gruwelijk beschreven. Langzaam maar zeker groei je als lezer toe naar een climax. Want de ogen van de heks worden geopend en dan is het einde van de wereld in Beek daar.

Er zijn vele belangrijke personen in Hex. Deze personages worden helder neergezet. Met veel oog voor details en sfeer weet Thomas Olde Heuvelt een ijzersterke spannende horrorthriller te schrijven. Helemaal bijzonder is het einde van Hex. Het is even intens als luguber. Hier laat Olde Heuvelt zien dat hij de Bijbel kent: ‘Kwaad inspireerde nieuw, erger kwaad, en uiteindelijk was alles terug te voeren op Beek. Beek had dit over zichzelf afgeroepen. (…)Zijn ogen hadden al die jaren dichtgenaaid gezeten, maar nu niet meer. (…) Ze konden zijn ogen niet langer sluiten – niet die van hem.’ (hem = Stefan de Graaf, red.) Een prachtige symboliek ligt er besloten in de ogen, die zo’n belangrijke rol spelen in Hex. Het duivelse kwaad schuilt uiteindelijk niet in de ogen van de heks, maar in de ogen van de mens zelf: ‘Ze hadden dit over zichzelf afgeroepen: zij waren het kwaad, een menselijk kwaad. Zij hadden het kwaad geschapen dat Katharina (de heks, red.) was, door de kommer en kwel in zichzelf de overhand te laten voeren, door onschuldigen te straffen en hun eigen handen in onschuld te wassen.’

Thomas Olde Heuvelt is een groot schrijver in dit genre, zonder meer. Symboliek, thematiek en dramatiek gaan hand in hand. De hand van de meester, Stephen King, is voelbaar, zichtbaar, met name in de sfeer- en landschapsbeschrijvingen. Oke, vooruit, een minpunt dan: er zijn momenten dat ik denk: mag het een onsje minder? Soms gaat de fantasie iets teveel op de loop met de auteur. Of was het toch omgekeerd?