Peeters, Lenny | Dochter

Dochter is het verhaal van een jonge zwakbegaafde vrouw. Een andere naam dan Dochter heeft ze niet, of in ieder geval kent ze zichzelf alleen als Dochter. Ze heeft geen idee wie de man en de vrouw zijn die haar allemaal vragen stellen. Vragen over een afschuwelijke gebeurtenis. Lenny Peeters (1975) neemt ons in haar debuutroman mee in de geschiedenis van Dochter.

Dochter heeft grotendeels twee tijdslijnen. In de tegenwoordige tijd speelt zich een politieverhoor af en in de verleden tijd volgen we Dochter vanaf het moment dat ze als een jong meisje met haar vader leeft, tot het moment dat ze als jonge vrouw verdacht wordt van iets verschrikkelijks. Beide tijdslijnen zijn grotendeels chronologisch, maar op pagina 45 wordt de chronologie onderbroken. Dit gedeelte lijkt niet belangrijker dan de rest van het boek. De onderbreking van de chronologie lijkt geen dan ook geen doel te dienen.

Ik verwachtte van Dochter een inkijk in de gedachten van de zwakbegaafde Dochter.  Een inkijk waardoor ik zou begrijpen hoe Dochter denkt en tot bepaalde daden komt. Gedeeltelijk doet Lenny Peeters dat wel, maar op geen enkele manier maakt ze Dochter tot een personage waar je iets voor van medelijden voor voelt. Ik voelde juist meer en meer afschuw voor Dochter. Dochter lijkt steeds verknipter te worden. Ze mishandelt haar cavia’s, terwijl ze denkt dat ze ze verzorgt.
Pas in de laatste hoofdstukken wordt het mogelijk om iets te voelen voor Dochter, omdat Peeters de emoties van Dochter (voor zover ze die heeft) iets meer omschrijft. Toch blijft Dochter een verhaal dat meer verbazing en afschuw oproept dan begrip. Maar dat is misschien ook wel de bedoeling van Peeters. Peeters schrijft gewoon een intrigerend verhaal. Ze vertelt nooit teveel en houdt het verhaal in beweging.

Een waarschuwing voor de Hollander die Dochter gaat lezen. Lenny Peeters is een (begaafde) Vlaming. Kijk dan ook niet raar op als je woorden als ‘zetel’ en ‘proper’ langs ziet komen. Gelukkig past dit heel goed in de stijl van Dochter. Want omdat Dochter het leven van een zwakbegaafde beschrijft, zijn veel normale (seksuele) woorden al vervangen door andere, onbekende woorden. Een voorbeeld:

Ik knijp mijn vanvoren dicht. Toch heb ik al plas verloren. Ik voel aan de donkere plek in mijn broek.
Nat.
De vrouw zucht.

(p.130)

Met Dochter heeft Lenny Peeters een mooie debuutroman geschreven. Een goed lopend en origineel verhaal. Ik zou Dochter geen literatuur noemen. Dochter lijkt geen boodschap of diepere betekenis te hebben. Maar de vraag is of Peeters wel literatuur heeft willen schrijven.

Voor wie is dit boek geschikt? Voor mensen die van thrillers houden, maar ook voor mensen die niet van spanning houden. Tegenstrijdig? Lees Dochter en je zult zien dat het waar is.

 

Krabben, van der, Inge | Tot waar we kijken kunnen

tot waar we kijken kunnen

Inge van der Krabben (1972)  studeerde algemene letteren aan de universiteit van Utrecht, werkte als redacteur en communicatieadviseur voor diverse bedrijven en heeft haar eigen tekstbureau. Ze debuteert met haar roman Tot waar we kijken kunnen.

Tot waar we kijken kunnen is een roman die je een kijkje geeft in het leven van moeder en dochter die een moeizame relatie hebben. Dochter Janne is een gevoelige jonge vrouw met een drukke baan. Als ze mogelijk een kans op promotie heeft stort ze zich volledig in haar werk. Wanneer de promotie niet naar haar gaat, wordt het haar allemaal teveel en ze balanceert op het randje van een burn out. Ze zoekt hulp bij een psycholoog en realiseert zich dat ze nu pas leert om te denken en doen wat ze zelf wil. Altijd heeft ze maar de wil van haar moeder en de mensen om haar heen gedaan. ‘’Was er maar een keer dat haar moeder naar háár luisterde. In een andersom wereld misschien’’. Ze ervaart de relatie met haar moeder als verstikkend. Moeder Diana daarentegen heeft een totaal ander karakter. Haar dochter en zij zijn grote tegenpolen. Zij maakt zich totaal niet druk om wat andere mensen van haar vinden. Als blijkt dat zij kanker heeft weigert zich te laten behandelen. En gaat juist op zoek naar uitvluchtmogelijkheden zoals meedoen aan een talentenjacht en leren zwemmen. Als dochter Janne achter de ziekte van haar moeder komt, zorgt dit ervoor dat hun relatie verandert. In de tijd die hen nog rest gaan ze op zoek naar een nieuw evenwicht om de tijd die ze nog hebben zo goed mogelijk te benutten en mooie herinneringen te maken.

De eerste hoofdstukken van het boek zijn moeilijk door te komen. De perspectieven van moeder en dochter lopen door elkaar, zonder dat je duidelijk begrijpt in welke verhaallijn je zit. Dit maakt het eerste gedeelte van het boek warrig. Later worden de perspectieven wat overzichtelijker en begrijp je meer van de verschillende verhaallijnen beter. Positief aan het verhaal is dat het Inge van der Krabben gelukt is om een luchtig verhaal over een beladen onderwerp te schrijven