Alan Gratz | De jongen die tien concentratiekampen overleefde

 

Gemarteld, uitgehongerd, vernederd, eenzaam en ontheemd. Woorden die het leven tekenen van ‘de jongen die tien concentratiekampen overleefde’. In 1939 vallen de Duitsers Polen binnen. Yanek, de hoofdpersoon, is dan tien jaar oud. Vanaf dat moment verandert zijn leven in een catastrofe.

Kent u de namen? Krakau, Plaszów, Wieliczka, Trzebina, Birkenau, Auschwitz, Sachsenhausen, Bergen-Belsen, Buchenwald en Gross-Rosen. Plaatsen waar mensen, met name Joden, veranderden in nummers. Locaties waar menigeen het bestaan niet van wist en waar dieren vriendelijker werden behandeld dan mensen. Al deze plekken heeft Yanek, in zes jaar tijd, bezocht. Hij ontmoette daar Amon Goeth, de meedogenloze kampcommandant die ’s ochtends zijn schietoefeningen deed en daarbij gevangenen doodde. Ook stond Yanek oog in oog met het nazi-monster, Josef Mengele. Toen de Duitsers (tussen herfst 1944 en april 1945) de sporen van de vernietigingskampen wilden uitwissen, werden de gevangenen verhuisd. Yanek moest, in de winter, op blote voeten vele honderden kilometers lopen. Tijdens deze marsen vielen er tienduizenden doden, maar…hij overleefde.

Het zal u opvallen dat bovenstaande alinea geschreven is in verleden tijd. Het verhaal van Yanek is dan ook daadwerkelijk geschiedenis. Het is het verhaal van gevangene B-3087, Jack Gruener. Hoewel de auteur veel vrijheid heeft genomen (met toestemming van Jack) in het verhalen van deze geschiedenis zodat het beeld van de holocaust completer wordt, is dit boek er een die de lezer tot tranen toe roert.

Het is de ervaren Alan Gratz (in 1972 geboren te Knoxville, Tennessee) gelukt om de verschrikkingen van de holocaust weer te geven. Het boek leest als een ooggetuigenverslag en je legt het niet zomaar aan de kant. De lezer valt van de ene weerzinwekkende gebeurtenis in een andere, totdat de vrijheid er abrupt een einde aan maakt. Het contrast tussen holocaust en vrijheid wordt op treffende wijze verwoord:

“Met hoeveel mensen moet ik hierin slapen?’ vroeg ik. Hij (Amerikaanse soldaat, EJV) keek me verbaasd aan. ‘Met niemand,’ zie hij. ‘Het is jouw bed.’
Een bed helemaal alleen voor mij! Toen – het ene wonder na het andere – gaf hij me een deken, een kussen en lakens.
(…)
Ik wist niet eens meer hoe het was om iets zachts aan te raken. De soldaat hielp me en ik klom voorzichtig mijn nieuwe bed in. Een echte matras, met veren! Mijn lichaam zakte helemaal weg en mijn hoofd viel in het kussen.
Wat een luxe!” 

De jongen die tien concentratiekampen overleefde, een must-to-read. Om nooit meer te vergeten en om te beseffen wat ware vrijheid is.