Cook, Robin | Donor

Robin Cook - DonorHet genre van de medische thriller wordt gedomineerd door Robin Cook, die ooit zelf begon als arts. Bijna 40 jaar geleden schreef hij ‘Coma’, het boek waarmee hij eigenhandig een genre in het leven riep. Met inmiddels 35 boeken is hij sinds 1972 niet meer weg te denken uit de boekenkast van de thrillerliefhebber.

Het nieuwste verhaal, Donor, gaat over een jonge geneeskundestudent wiens vriend bij een simpele operatie in een coma raakt en in een kasplantje verandert. Voor de kenner van de boeken van Cook gaat er nu een lampje aan: waar heb ik dat eerder gezien? Uiteraard wil ze weten hoe dat nou kan en omdat ze student is in het ziekenhuis, kan ze, gesteund door haar hondstrouwe studievriend, zich vrij eenvoudig toegang verschaffen tot allerhande informatie. Het blijkt dat de mensen die de operatie uitvoerden en met name de anesthesist voor minstens zo’n groot raadsel staan als zijzelf. Toch doet het ziekenhuis wel erg z’n best om deze zaak in de doofpot te stoppen en wordt de comapatiënt wel heel snel opgeborgen in een gloednieuw en hightech centrum voor soortgelijke ongelukkigen.Dankzij de vasthoudendheid van de twee studenten blijkt het niet een menselijke fout te zijn, maar ontvouwt zich een afschuwelijke werkelijkheid.

Niet geloofwaardig

Het boek leest lekker door, je steekt en passant veel op over ziekenhuizen en hun vocabulaire. Thrillers moeten vaart hebben, maar dit boek heeft er een beetje te veel van: allerlei emoties, bijvoorbeeld rond het verliezen van de liefdespartner, worden te oppervlakkig meegenomen, wat mij betreft. En ik zal geen verrassingen weggeven, maar de manier waarop de zaak plotseling een heel criminele en dreigende trek krijgt, is wat mij betreft niet geloofwaardig. Robin Cook is een veelschrijver met een enorm hoog tempo. Bijna jaarlijks verschijnt er een boek met zijn naam erop. In dit boek merk je dat. Niet alleen is de plot niet bijster origineel meer (vergelijk Coma), maar het boek grijpt je nergens echt bij de strot en de personages worden nooit mensen van vlees en bloed, helemaal niet door het misplaatste gebruik van slang door een van de hoofdpersonen. Robin Cook leunt wat mij betreft te zwaar op de angst die iedereen in mindere of meerdere mate in zijn onderbuik heeft: kom ik dat ziekenhuis ongeschonden weer uit?

Visser, Carolijn | Selma, Aan Hitler ontsnapt, gevangene van Mao

Carolijn Visser - Selma‘Selma, Aan Hitler ontsnapt, gevangene van Mao’ mag gelezen worden als een eerbetoon aan de idealistische maar beslist niet naïeve Selma Vos. Vanwege haar joodse afkomst werd zij vervolgd tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar ze weet samen met haar vader te ontsnappen en onder te duiken.  Tijdens haar studie in Cambridge  ontmoet ze haar grote liefde: de  Chinese  Chang Tsao. Chang is overtuigd lid van de communistische partij van Mao en Selma deelt zijn ideaal: werken aan de opbouw van een socialistisch China.

Ideaal en werkelijkheid botsen, dat ervaren ook Chang en Selma en hun kinderen. Privileges voor de elite, de partij die het leven van Chang beheerst: Selma realiseert zich dat de werkelijkheid minder mooi is dan de droom van een rechtvaardige samenleving. Selma blijft, hoewel ze de Chinese nationaliteit heeft en haar man een prominent lid van de communistische partij is, een buitenstaander, net als haar kinderen Greta en Dop.

Visser geeft een overtuigend beeld van het leven in Peking vanaf 1957 en de ontwikkelingen in de Chinese Volksrepubliek. Selma, Chang en de kinderen ervaren aan den lijve de gevolgen van De Grote Sprong Voorwaarts als honger en gebrek het leven beperken. Uiteindelijk worden zowel Chang als Selma slachtoffer van de Rode Gardisten tijdens de Culturele Revolutie. De Nederlandse afkomst van Selma en het in diskrediet raken van het werk van Chang worden hun fataal. Selma, die aan Hitler ontsnapte, eindigt haar leven als gevangene van Mao.  Greta en Dop worden als zovelen verbannen naar het platteland en daarmee  lijken alle kansen op verdere studie en een leven in Peking verkeken.

Na jaren en een politieke koerswijziging wordt Chang gerehabiliteerd en uiteindelijk krijgen Dop en Greta toestemming om in 1976 op uitnodiging van de (stief)broers van hun moeder naar Nederland te gaan. Visser heeft dit boek geschreven op basis van gesprekken met Greta en Dop, familieleden van Selma die zij tijdens een bezoek aan Nederland in 1966 ontmoette en de briefwisseling die Selma met haar vader voerde.

Met ‘Selma, Aan Hitler ontsnapt, gevangene van Mao’ heeft Visser een zeer persoonlijke kijk op een dieptepunt in de Chinese geschiedenis gegeven. Selma roept bewondering op om haar trouw aan haar gezin, haar hoop op een betere toekomst en haar moed. De tragiek is echter dat die eigenschappen uiteindelijk haar ondergang hebben betekend. Visser verstaat de kunst om Selma heel dicht bij te brengen, ook dankzij de foto’s uit het familiealbum. Dit boek laat een diepe indruk achter en brengt geschiedenis tot leven!

Berg, Reinier van den | Weergenieten

Weer genieten - Reinier van den BergReinier van den Berg is een liefhebber van het weer. Hij maakt er zelfs zijn werk van en is als presentator van het weer regelmatig te zien bij RTL4. Daarnaast heeft hij vanuit zijn observaties in de natuur een missie om anderen het belang van duurzaamheid in te doen zien. In dit boekje echter gaat hij vooral in op de schoonheid en de emotie van het weer.

Het weer kan gevaarlijk zijn, het kan zacht zijn, het kan nat of koud zijn, het kan zonnig of benauwd zijn: Reinier ziet er altijd wel iets moois in. Dat onderbouwt hij met veel kennis. Het boek verschaft bijvoorbeeld inzicht waarom de langste dag lang niet altijd de warmste is (afkoelende of juist opwarmende invloed van de zee), hoe ijzel ontstaat (er valt neerslag uit een hogere en warmere luchtlaag), dat op de wadden een hittegolf nooit voorkomt (er is en zeer strikte bepaling van wat een hittegolf is en die wordt het snelst ver van zee bereikt) en dat het 93% van de tijd droog is (een jaar telt 8760 uren en het regent in Nederland gemiddeld 37.000 minuten ofwel 615 uur).

Emotie krijgt ook een ruime plaats in dit boek. ‘Als het buiten zachtjes waait, horen we het geluid van de wind amper. Maar omdat de wind riet of bladeren in beweging brengt, horen we wel het ritselen van de bladeren of het wiegen van het riet. Als de wind toeneemt, worden deze geluiden vanzelfsprekend luider. Bij storm raakt de hele lucht vervuld van windgeluiden. Het is een bonte kakofonie van tonen. Diepe bastonen en hoge fluittonen, het zit er allemaal bij. Persoonlijk kan ik intens genieten van zo’n stormachtig concert.’ Een schitterende climax. Emotie zit hem ook in de veelheid aan afbeeldingen die het boek kent. prachtige detailfoto’s, afgewisseld met fraaie sfeerplaten. De meeste foto’s zijn gemaakt door Teun Veldman.

Nog een belangrijk aspect waaruit blijkt dat het weer niet zomaar een baantje is voor Reinier van den Berg: er is een ruime plaats voor God ingeruimd als Schepper en Meester van het weer. Dat blijkt uit de vele (christelijke) gedichten die Van den Berg heeft opgenomen in het boek. Maar ook zijn er bijbelteksten en af en toe maakt Reinier zelf een toepassing, bijvoorbeeld door erop te wijzen dat de Bijbel opent met water, maar tegelijk toewerkt naar water dat eeuwig leven geeft.

Structuur

Qua structuur heeft Van den Berg wel een poging gedaan de inhoud te ordenen. Het boek opent met de winter (dus ook met de maand december) en werkt de opeenvolgende seizoenen en maanden af, die elk weer worden gekoppeld aan een meteorologisch fenomeen. Die laatste lijken er af een toe een beetje bijgezocht. Sommige zijn logisch, sneeuw en ijs heb je nu eenmaal vaker in januari dan in juli, maar van andere ontgaat me het verband. Waarom is het heelal bijvoorbeeld gekoppeld aan december? Daarnaast zijn de onderscheiden thema’s soms ook van een ander kaliber. Heelal, winterse kou, water, duurzaam; het zijn allemaal verschillende zaken.

Het maakt het werkje tot niet zozeer een leesboek met een stevige lijn, maar veel meer tot een aangenaam bladerboek waar je menig verloren momentje in verzeild raakt.

Ranitz, Agnita de | De vrouw op het perron

afbeelding-de-vrouw-op-het-perron‘De vrouw op het perron’ vertelt over een verbijsterende ontmoeting op het station van Delft. Het is alsof Cornelia  in de spiegel kijkt en zichzelf ziet staan. Voor ze tot actie over kan gaan, draait de ander zich om en gaat er snel vandoor. Door alle drukte lukt het Cornelia niet om haar in te halen en ze blijft in totale verwarring achter. Dit kan niemand anders zijn dan haar tweelingzus, maar Geesje is toch gestorven toen ze tien dagen oud was? Vanaf dit moment staat het leven van Cornelia in het teken van deze raadselachtige gebeurtenis. Er zijn niet veel aanknopingspunten en de zoektocht lijkt op niets uit te lopen. Levert de gele roos de gehoopte doorbraak? Omdat je als lezer in schuingedrukte fragmenten een oudere zieke dame volgt die gebukt gaat onder gebeurtenissen en herinneringen uit het verleden, is de uiteindelijke ontknoping niet heel erg verrassend.

Inspiratie voor haar boek ‘De vrouw op het perron’ vond Agnita de Ranitz in een artikel in het Algemeen Dagblad van 10 januari 2006. ‘Vrouw (78) zoekt ‘overleden’ zus. De tweelingzus van Francisca overleed na 4,5 maand. Toch is Francisca M. er stellig van overtuigd dat ze haar zus is tegengekomen. De ontmoeting vond plaats in 1948 voor het station van Helmond. Ze is nu op zoek.’

De Ranitz, zelf enige overblijvende van een tweeling, kon zich deze in deze situatie helemaal inleven. Ze besloot daarom een volkomen fictief verhaal te schrijven waarin ze de doodgewaande, maar wellicht toch levende tweelingzus, probeert te vinden.

Het gegeven van de verdwenen tweelingzus is interessant genoeg.De personages komen echter te weinig tot leven. De (slechte) relatie met Cornelia’s man Henk en zijn plotselinge vertrek komen vrij ongeloofwaardig over. Ook de gesprekken met enkele vriendinnen zijn te weinig levensecht om je echt te kunnen identificeren met Cornelia.

Het beeld dat je krijgt van het vooroorlogse Rotterdam met de paardentram is een leuk extra in deze roman en de foto’s achterin het boek zijn een waardevolle toevoeging.

Lapena, Shari | Het stel van hiernaast

9789044630909_cvrShari Lapena (1960) heeft een sterk debuut gemaakt door te schrijven over ‘the worst nightmare’ van elke rechtgeaarde ouder: de verdwijning van je pasgeboren baby. Lapena was werkzaam als advocaat en docent Engels voor ze haar debuut maakte als thrillerauteur. Inmiddels is Het stel van hiernaast verschenen in 23 landen.

De achterflap van Het stel van hiernaast belooft veel goeds voor de thrillerfan: ‘Een zenuwslopende ontrafeling van een gezin – een angstaanjagend verhaal over bedrog, huichelarij en ontrouw, dat je gegarandeerd op het puntje van je stoel houdt tot de laatste schokkende ontknoping.’ 

Shari Lapena heeft een snelle en razendspannende thriller afgeleverd. Een vlotte schrijfstijl gecombineerd met een aardige karaktertekening van de diverse belangrijke figuren zorgt ervoor dat je in een ruk dit boek uitleest. Tip: haal af en toe adem!

Wanneer Anne en Marco op een avond worden uitgenodigd voor een etentje bij de buren, besluiten ze door middel van de babyfoon contact te houden met hun pasgeboren kindje van 6 maanden jong. Daarnaast kijken ze om het half uur bij hun slapende kindje. Alles gaat goed. Tot een uur of een. Wanneer Anne aan de beurt is om te controleren of ze nog steeds ligt te slapen, is haar lieveling verdwenen. Annes wereld stort in. Een politieonderzoek wordt opgestart. Langzaam maar zeker worden de nevelige contouren van de verdwijning helderder. De mist rond dit mysterie wordt voorzichtig door Lapena onthuld. De naald van de spanningsspuit zakt langzaam weg in de lezeraders van de thrillerfan. Er blijkt veel mis te zijn, met wie en waarom verklap ik uiteraard niet.

Het stel van hiernaast heeft een geweldige cover, wazig, weinig onthullend. Nauwgezet in overeenstemming met de inhoud van deze mooie thriller. Het boek ligt lekker in de hand. De psychologische kant van de zaak en van de personages wordt secuur beschreven en uitgewerkt. Lapena heeft veel aandacht besteed aan zowel de vorm als de inhoud van dit strakke verhaal.

Het einde van deze thriller is schokkend, verrassend en duister. Onbevredigd blijf je achter, dat is in dit geval een groot compliment. Het ‘eind goed, al goed’ is verre van toepasselijk.

Magnis, Esther Maria | Mintijteer

Esther Maria Magnis - MintijteerIn Mintijteer doet Esther Maria Magnis verslag van haar proces van rouwverwerking. Dat doet ze op persoonlijke en ontroerende wijze. Maar tegelijk stuit ze in haar rouwverwerking op universele vragen die tot nadenken stemmen.

Esther is een meisje dat in haar vroege jeugd al innerlijk overtuigd is van het bestaan van God en hem in haar leven omarmt. In een bijzonder moment op het strand ervaart ze Gods aanwezigheid: De wereld trad niet terug, maar ik kwam uit haar naar voren. Midden uit de nacht, want mijn naam klonk in mij na. Op een manier waarop ik zelf niet sprak. (…) En toen was ik er plotseling vrijwel zeker van, en het schoot eruit: ‘Ach, bent u God?’

Maar op haar vijftiende gebeurt het verschrikkelijke: haar vader deelt mee kanker te hebben. Uiteraard levert de vader strijd en Esther bidt voor wat ze waard is. Samen met haar broer en zus smeekt ze dagelijks op zolder om genezing van haar vader en ze haalt er veel kracht uit. Toch worden haar gebeden niet verhoord en haar vader verliest het leven, Esther verliest haar vader.

Esther, die zo rotsvast weet dat God bestaat, zo zeker wist dat Hij haar vader kon genezen, raakt in een diepe crisis. ‘De liefde blijft, maar haar doel is verdwenen, foetsie. Dan moet je de liefde ergens in het verleden verankeren, dan heb je lief met terugwerkende kracht, dan laat je je hond opzetten of je zet de urn op de schoorsteenmantel. (…) Wie dat niet wil, wie zo de dood niet in de ogen wil kijken, die kan alleen maar zijn liefde laten sterven met degene die sterft, om zo van de liefde verlost te worden. Want als die persoon niet meer bestaat, nergens meer, dan is mijn liefde overbodig.’

Titel en cover

Het is een boek met een bijzondere cover en een zo mogelijk nog opvallender titel. Het is een ruw geschilderde clown die niets vrolijks heeft. In een hoofdstuk wordt verdriet namelijk uitgebeeld als een naargeestige clown die een hele voorstelling verpest. Daar kan het publiek niet mee omgaan en ze redeneren de clown weg of zijn boos op de Directie die de clown toe heeft gelaten. Het is Magnis’ metafoor om aan te geven dat de werelghd niet om kan gaan met verdriet en het al helemaal niet kan rijmen met het bestaan van God. De titel is een ‘mondegreen‘, een verkeerd verstane tekst uit een lied dat Esther in haar kinderjaren leerde (En ook mij bemint Hij teer). Als ze zich het woord weer herinnert, hangt daar een wereld van vertrouwen aan vast en kan ze weer bij haar geloof dat zo ver was weggeraakt.

Een prachtig boek waarin de emoties voor het oprapen liggen. Wie met rouw te maken had, vindt in dit boek vele aanknopingspunten om tot verwerking te komen. Maar ook de worsteling met het geloof en de acceptatie van het slechte in je leven zijn thema’s die het lezen van dit boek tot een rijke leeservaring maken.

Thériault, Denis | De eenzame postbode

afbeelding-de-eenzame-postbode‘Al twee jaar lang gaf hij zich over aan deze illegale activiteit. Het was een misdaad, daar was hij zich van bewust, maar het schuldgevoel was niet meer dan een flets spook vergeleken bij de oppermachtige nieuwsgierigheid.’ Een postbode die stiekem de post die hij moet bezorgen open stoomt is de hoofdpersoon van dit ontroerende en bizarre verhaal. ‘Liever dan de vaalheid van het werkelijke bestaan had hij zijn innerlijke feuilleton, dat zoveel kleuriger en rijker aan emoties was, en van alle verboden brieven die dit zo opwindende virtuele wereldje vormden, waren er geen die hem teergevoeliger maakten en meer in verrukking brachten dan die van Ségolène.’

Het zijn de brieven van de op Guadeloupe wonende Ségolène aan een zekere Gaston Grandpré die Bilodo zo intrigeren dat hij in zijn verbeelding de plaats van Grandpré inneemt. De brieven bevatten niet meer dan een haiku die Bilodo uit zijn hoofd leerde, kopieerde en eindeloos herlas.  Een van de brieven aan Grandpré bevatte een foto van Ségolène die Bilodo op zijn nachtkastje heeft gezet. ‘Bilodo was verliefder dan hij ooit voor mogelijk had gehouden. Ségolène had zijn ziel zo grondig in haar greep gekregen dat het hem soms zorgen baarde en hij bang was geleefd te worden, maar dan veranderde het alchemistische lezen van een paar haiku’s zijn angst algauw in gelukzaligheid, en bedankte hij het leven dat hem zo bevoorrechtte, dat het de mooie Guadeloupse op zijn pad had gebracht.’

Jalouzie op Grandpré aan wie de brieven van Ségolène werkelijk waren gericht lag soms als een schaduw over zijn geluk,  maar doorgaans genoot hij van zijn verliefdheid en probeerde hij door alles wat er te weten viel over Guadeloupe, Ségolène zo nabij mogelijk te komen. Tot op een dag een einde komt aan zijn leven in deze prachtige illusie als Grandpré verongelukt terwijl hij een brief aan Ségolène wil posten. Dit zal het einde betekenen van de correspondentie tussen Ségolène en Grandpré en het vervult Bilodo met wanhoop als hij beseft dat zijn band met Ségolène hiermee ook verbroken is. Tenzij…hij zelf de correspondentie voort kan zetten. Hij gaat zich zo vereenzelvigen met  het  leven van Grandpré dat hij Grandpré lijkt te worden, innerlijk en uiterlijk.  En ten slotte deelt hij zijn lot.

Een bijna sprookjesachtig verhaal dat ontroert door de fijnzinnige manier waarop Thériault de eenzame postbode dichtbij de lezer brengt. Herkenbaar en tegelijk vervreemdend. Het verhaal houdt je in de greep, door de spanning die de auteur op subtiele wijze weet over te brengen. ‘Klein maar fijn’ en ‘het gaat niet om de kwantiteit maar om de kwaliteit’ zijn clichés die voor deze prachtige novelle voluit van toepassing zijn. Een verhaal om van te genieten en de mooie omslag voegt daar nog een dimensie aan toe.

Steinz, Pieter | Lezen met ALS

naamloosPieter Steinz is niet meer. Een erudiete en bekende man heeft zijn strijd gestreden. ‘Of het nu om leven gaat of om dood, wij vragen alleen om werkelijkheid. Als we werkelijk op sterven liggen, laat ons dan de kou in onze uiterste ledematen voelen; als we leven, laten we ons dan aan onze taak wijden.’

In Lezen met ALS: literatuur als levensbehoefte neemt Pieter Steinz de lezer mee op reis door zijn ziekte naar het onverbiddelijke einde. Hij neemt de lezer mee naar tal van boeken die een onuitwisbare indruk op hem hebben gemaakt en heel veel betekenis hebben gegeven aan zijn leven, zijn ziekte, zijn strijd tegen ALS. En het is een ontroerend, waardevol en heftig boek geworden. Pieter Steinz krijgt het voor elkaar dat je als lezer je geheel identificeert met Steinz. Zijn benauwdheid wordt jouw benauwdheid, zijn ziekte wordt jouw ziekte. Zijn liefde, zijn passie voor het geschreven woord jouw passie. 52 columns over iets meer dan 52 boeken, 52 columns waarin hij zijn ziektegeschiedenis maar ook zijn jubel over het leven zelf beschrijft. Rauw, dan weer liefelijk, hard en direct, dan weer met een (ironische) lach, verdrietig en lusteloos, dan weer met opgeheven hoofd en blij, zo toont Pieter Steinz de lezer de werkelijkheid zoals die is, zoals die binnendringt in je bestaan. Voor even is zijn werkelijkheid mijn werkelijkheid.

Op 26 april (2014) schrijft Pieter Steinz: ‘Dat zal je altijd zien. Op de dag dat ik trots meldde dat ik sinds mijn diagnose nog geen nacht slecht had geslapen, zette de slapeloosheid in.’ Om dan te vervolgen met de Verzamelde gedichten van J.C. Bloem: ‘Denkend aan de dood kan ik niet slapen, en niet slapend denk ik aan de dood.’ Overdag verdiept Pieter zich in de poëzie van Bloem waarin hij op verschillende plaatsen aantoont hoe waar deze poëzie is. Om te eindigen met een loffelijke parodie op Bloem: ‘Dit heb ik bij mijzelven overdacht, filosoferend op een miezerige morgen. Een staat van insomnia waaraan na een week een eind kwam door een intakegesprek op het Centrum voor Thuisbeademing.’

Pieter Steinz had zich verzoend met zijn ziekte. Zijn motto ontleent hij aan dat van de trouwe haas uit Het sleutelkruid van Paul Biegel. Deze haas bewaakt het welzijn van de zieke koning Mansolein: ‘Zijn hart moet opgedraaid worden met sleutelkruid, en zolang dat er niet is, moet het maar met geroosterd brood.’

Literatuurliefhebber Pieter Steinz beschreef in het NRC in een weekboek zijn leven met ALS. Het werd een boek over leZen met ALS: ‘Over de troost van het lezen heb ik dus weinig te zeggen. Daar staat tegenover dat ik me de afgelopen twee jaar niet zou kunnen voorstellen zonder mijn favoriete boeken. En als er iets is waar ik plezier aan heb beleefd, dan was dat wel het schrijven over de boeken waarvan ik hou. Dat mag met recht een vertroosting genoemd worden.’

Earle, Phil | Billy

billyPhil Earle heeft een lezenswaardig boek geschreven. Billy (14) is een tehuiskind. Hij zit er al vanaf zijn zesde. Hij verblijft er al 8 lange jaren. Billy is een herrieschopper en een lastpak. De Kolonel, Ronnie, heeft zijn handen vol aan hem en moet vaak rapporten over hem schrijven. Billy zorgt vaak voor onrust in het tehuis en deinst er niet voor terug om zijn vuisten te gebruiken mocht iemand iets doen wat hem niet aanstaat. Hij wordt het liefst met rust gelaten. Zo gebeuren er geen nare dingen, is de redenering van Billy. Wanneer hij zich, na een beoordelingsgesprek in het tehuis, probeert  zo goed mogelijk te gedragen blijkt dat er tegen hem is gelogen. Het liefst stort hij in en wil hij zich opnieuw in zijn oude routine begeven. Maar omwille van Louie en Lizzy (9), zijn halfbroertje en halfzusje, blijft Billy, hoe moeilijk het ook voor hem is, sterk. En alsof dat al niet erg genoeg is, komt Billy nog ergens achter. Boosheid en verdriet nemen de overhand, dat flink uit de hand loopt. Zo stapelt het ene probleem zich op na het andere.

In Billy komt heel erg het thema woede en verdriet naar voren. Billy heeft veel woede en verdriet in zich. Hoe hij daar mee omgaat, wisselt sterk. Soms uit hij het en soms houdt hij het voor zich.

 Als je door de ogen van andere mensen kijkt in het boek, bijvoorbeeld de leraren van Billy, dan is het te snappen dat ze hem een etterbak vinden. Ik persoonlijk vond dat niet. Ik wist de redenen waarom hij dingen deed. Vanaf het begin voelde ik met Billy mee en ik kan niet anders zeggen dan dat ik hetzelfde had gedaan. Slecht, maar begrijpelijk. Het boek is een leuk boek voor jongeren. Phil Earle richt zich vooral tot de jongeren: het taalgebruik sluit goed aan op deze doelgroep. Er wordt niet gevloekt, maar de begeleiders hebben bij Billy een net iets andere (minder nette) naam. Door wat er allemaal met Billy gebeurt en door wat hij allemaal doet, wil je natuurlijk weten hoe hij alles weer recht krijgt, wat ervoor zorgt dat je blijft lezen. Dit boek laat zien dat achter elk mens toch wel iets goeds schuilt, daar ben ik van overtuigd. Soms is het gewoon wat moeilijker het te vinden. Billy is een leuk, ontspannend boek om op een vrije dag lekker in je luie stoel te lezen!

Vandermeeren, Hilde | Stille grond

9789021458632-img_De Vlaamse schrijfster Hilde Vandermeeren (1970) heeft haar meest persoonlijke thriller ooit afgeleverd: Stille grond. Ook weer niet zo verwonderlijk: het is nog maar haar derde thriller. Wel bijzonder is dat deze thriller haar raakt, omdat ze zelf deel uitmaakt van een eeneiige tweeling: ‘Zo heb ik ooit naar een spiegel gezwaaid omdat ik dacht dat mijn zus daar liep. Dit boek is dan ook opgedragen aan mijn spiegelzus.’

Opmerkelijk gegeven is dat van Hilde Vandermeerens hand in maart2016 een kort verhaal gepubliceerd is in een gerenommeerd tijdschrift uit de VS: Ellery Queen’s. Dit tijdschrift publiceert spannende verhalen van over de hele wereld. Een hele eer dus.

Stille grond neemt je mee naar het Glasgow van 1983. Een meisjestweeling ligt in bed. Juist in deze stormachtige (!) nacht verdwijnt de ene helft van de tweeling: Rosie Thompson. Ze wordt gelicht van haar stapelbed en verdwijnt geheel spoorloos. In de dertig jaren die volgen groeit een jonger zusje van de tweeling op: Eve Thompson. Eenmaal volwassen wordt Eve docent wiskunde aan de Universiteit van Glasgow. Dan krijgt ze het ontstellende bericht dat iemand in een biechtboek in een kapelletje de volgende boodschap heeft achtergelaten: ‘Het spijt me wat er gebeurd is met Rosie Thompson. Moge God me vergeven.’  Eve gaat op jacht, op zoek naar haar verdwenen zus. Een ogenschijnlijk eenvoudig plot ontwikkelt zich tot een geraffineerde thriller. Er zit veel, heel veel meer achter deze ‘simpele’ verdwijning. De spanning wordt flink opgevoerd door Vandermeeren. Als uiteindelijk ook het leven van Eve zelf op het spel staat, mondt dit verhaal uit in een zinderend slot. Het definitieve einde van het verhaal is ontroerend en onverwacht. Kortom, alle elementen zijn aanwezig om van Stille grond ook echt een literaire thriller te maken.

‘Ik zoek Rosie, zei Eve moeizaam. ‘Mijn zus. Ze verdween dertig jaar geleden. Ze had een moedervlek op haar linkerschouder.’ Op het eerste gezicht vertoonde de mollige vrouw met haar lange, witte haren weinig gelijkenis met de donkerharige en frêle Ruby die Eve nu kende, maar iets aan haar manier van voortbewegen en de klank van haar stem kwamen Eve bekend voor.Traag ontblootte de vrouw haar linkerschouder (…)’ 

Vandermeeren kan knap schrijven. Met name de sfeer in Stille grond wordt minutieus uitgedacht en uitgewerkt. Een Vlaamse schrijfster die zich verdiept in het Schotse leven en treffend de omgeving beschrijft, kom ik niet vaak tegen. Het taalgebruik is van hoog niveau en niet doorspekt met typisch Vlaamse woorden. Al met al een ‘plezant’ verhaal!