Dekker, Ted | Anno Domini 30

anno domini 30Francine Rivers, Bodie Thoene en Lynn Austen gingen hem al voor: ze schreven een roman waarin Bijbelse personen figureren. Namen de andere schrijvers steeds een Bijbels figuur als hoofdpersoon, Ted Dekker kiest ervoor de hoofdpersoon fictief te laten zijn, maar haar wel in ontmoeting te brengen met vele authentieke bijbelfiguren.

We volgen de verstoten dochter van de koning van de Kalb (een bedoeïenenstam). Deze koning wordt van de troon gestoten door zijn onbetrouwbare zoon. Om haar volk te redden, moet ze naar Palestina gaan om om hulp te vragen van de koning Herodes. Maviah, zo heet ze, wordt de inzet van een grove machtsstrijd. Onrecht op onrecht wordt haar aangedaan, maar ze zet door. En juist als de nood het hoogst is, ontmoet ze een rabbi die op dat moment rondreist in Palestina. Hij zet haar op het spoor van haar uiteindelijke verlossing.

Ted Dekker staat erom bekend dat hij spannende verhalen vertelt en dat hij daar niet zelden symbolische lagen in aanbrengt. Dit boek is maar matig spannend. Natuurlijk is het allemaal gruwelijk wat de hoofdpersoon overkomt, maar gruwelijkheden maken een boek niet per se spannend. De aaneenschakeling van ontmoetingen (de apostelen, Nikodemus, Maria en Stefanus) is gezocht. Ook de Bijbelse verwijzingen die Dekker in dit boek stopt, zijn maar weinig subtiel. De zoon die zijn vader van de troon stoot (Absalom en David) de woestijnreis naar het beloofde land, de ster die naar Jeshua (Jezus) leidt: het is allemaal niet te missen en erg nadrukkelijk. Maar daarvan kun je nog zeggen dat het bedoeld is voor de minder Bijbelvaste lezer.

Ronduit hinderlijk vind ik persoonlijk de monologen van de hoofdpersoon, waarin Dekker op een bijna dogmatische manier de bekeringsgeschiedenis van Maviah beschrijft. Ook de beschrijving van de eerste vrouw van Herodes, die opgewonden raakt van een strijder die Maviah meebrengt, is bijna koddig.

Wat mij betreft is dit een eenmalig uitstapje van Dekker en gaat hij gauw weer verder met het schrijven van thrillers, waarin de Bijbelse betekenis voor de fijnproever elegant verstopt zit.

Capote, Truman | In koelen bloede

in-koelen-bloedeTruman Capote werd met ‘In koelen bloede’ wereldberoemd door zijn pionierswerk op het gebied van de ‘faction’, romans van het waargebeurde verhaal. Dit werk werd de basis voor een heel genre, waarvan op Nederlandse bodem Tomas Ross een goed voorbeeld is.

Toen Truman in 1959 een bericht las over een moordzaak in Kansas, besloot hij, gesponsord door de publicerende krant, er naar toe te gaan en de zaak uitgebreid op te schrijven. Het resulteerde in een bloedstollend verhaal, omdat je vanaf het begin weet dat het de waarheid is. Weliswaar een door Capote aangevulde en ingekleurde waarheid, maar toch.

Het verhaal dat hij opschrijft, gaat in grote lijnen als volgt: als twee jongemannen het gerucht opvangen dat ergens in Kansas veel geld opgeborgen ligt, waar ze makkelijk bij kunnen komen, besluiten ze het erop te wagen. Ze reizen af naar de afgelegen boerderij, overvallen de boer en zijn gezin en brengen hen op onmenselijke wijze om het leven. Na een kortstondige vlucht worden ze opgepakt en tot de dood veroordeeld. Het is in de tijd dat ze gevangen zitten in afwachting van hun dood dat Capote hen bezoekt en spreekt. Capote spreekt vrijwel alle betrokken en doet op onvergetelijke wijze verslag van zijn bevindingen.

De details die Capote naar voren brengt maken het geheel uiterst realistisch. Het is het taalgebruik van de beide jongens, de zenuwtrekjes die ze hebben, de rake typeringen en de zintuigelijke beschrijving van de gebeurtenissen die Capote geeft. Het maakt dat het verhaal gaat leven, dat het in je geheugen terecht komt als stond je er zelf bij toen het gebeurde.

het boek laakt allerlei ronkende, spanningmakende termen en sensatierijk trucs; het wordt op nuchtere toon verteld. Absoluut een boek van eenzame klasse, dat weliswaar pittig is en een tijdlang de volledige aandacht van de lezer eist, maar aan de andere kant geen seconde verveelt. En een nawoord is een nawoord, maar dit nawoord, geschreven door Maarten ’t Hart, zou je eigenlijk vooraf moeten lezen.

Mitchell, David | Tijdmeters

Mitchell TijdmetersDavid Mitchell is veelbesproken. Enerzijds wordt hij op eenzame hoogte gezet als virtuoos en het beste wat de huidige schrijverij te bieden heeft, aan de andere kant knappen mensen af op het ‘kijk-es-wat-ik-kan-gehalte’. Qua leeservaring ben ik geneigd in te stemmen met de eerste groep. Het verhaal wervelt via allerlei hoofdpersonen rond de belangrijkste hoofdpersoon Holly, een paranormaal begaafde dame die per toeval betrokken wordt in een strijd tussen twee groepen mensen die buiten de tijd zijn geplaatst. Dat klinkt absurd en dat is het ook.

In de eerste episode (1984) maken we kennis met Holly, een jonge meid die kwaad van huis wegloopt en tijdens haar vlucht aangesproken wordt door een vreemde dame die een bizar gesprek met haar voert, maar daarmee iets in haar hoofd plant wat haar in veel problemen zal brengen. Deze episode is, behalve deze gebeurtenis, geheel aards, hoewel het gevecht aan het einde van de episode ook wel erg bizar is. In de tweede episode (1991) staat Hugo Lamb centraal. Hij ontmoet Holly, maar maakt een keuze waardoor hij haar ook weer uit het oog verliest. En zo zijn de overige episodes (2004, 2015, 2025, 2043) steeds opgebouwd: Holly speelt een kleinere of grotere bijrol, maar het perspectief is steeds gericht op een andere figuur.

Hoe verder het verhaal vordert, hoe fantasievoller het wordt. We zijn het spelen met tijd van Mitchell gewend (vergelijk ook Wolkenatlas), maar ik vond de episoden die verder van de realiteit afstaan niet zijn sterkste. Hij beschrijft op enig moment een heel gevecht tussen de chromometristen en de anachoreten in de kapel van de schemering (ja, het staat er echt) en dan verliest hij wat mij betreft zijn geloofwaardigheid. En ook al weet je bij fantasy dat het irreëel is, toch moet een schrijver moeite doen om je dat te laten accepteren. Gelukkig bouwt hij het voorzichtig op en daarom lees je door. Tegelijk zit daar ook een deel van het probleem: een argeloze lezer krijgt pas ruim over de helft van het boek het idee dat hij fantasy zit te lezen.

Mitchell kan uitstekend personages tot leven brengen, schrijft prachtige dialogen en houdt goed tempo. Wel zijn verschillende personages behoorlijk grof in de mond en neigen decor en hoofdpersonen naar fantasy. Voor mensen die de strijd tussen goed en kwaad vooral Bijbels geduid willen zien, kan dat reden zijn om het boek niet te lezen. Want christelijk is dit boek niet.

Grisham, John | De verdediging

Grisham De verdedigingJohn Grisham heeft een flinke lijst thrillers op zijn naam staan. Hij staat bekend om zijn legal thrillers, spannende verhalen die zich afspelen in en om de rechtbank en waarin vrijwel altijd de hoofdrol wordt vervuld door advocaten. Mede daardoor heeft Grisham een vast publiek verworven. Een aantal eigenschappen van Grisham zijn nog zeer herkenbaar: het enorme tempo dat Grisham voert, bijvoorbeeld. Nergens verliest het boek vaart, de gebeurtenissen volgen elkaar in rap tempo op. Grisham is ook geen schrijver die zich verliest in details over kleur, smaak, geur enzovoort. Het zijn gebeurtenissen en dialogen. Ook is het vrijwel altijd een underdog of een eenling die het tegen de staat of een andere grote tegenstander opneemt, en dat is in dit boek niet anders.

Maar de verschillen met zijn eerdere werk zijn onmiskenbaar: meestal kenden zijn vorige titels een onkreukbare hoofdpersoon. Dit boek draait om Sebastian Rudd, een rogue lawyer, duidelijk geïnspireerd door de figuur Saul Goodman uit de serie Breaking Bad. Deze man rijdt met groot gemak op scheve schaatsen en wint er menig wedstrijdje mee.

Een tweede verschil is de opbouw van het verhaal. Meestal bedient Grisham zich van een hoofdpersoon die een grote zaak op zijn bureau krijgt, al dan niet zelf gezocht. Deze zaak wordt dan tot in detail uitgesponnen en Grisham kon op toegankelijke manier uitleggen hoe het Amerikaans recht functioneert (of niet functioneert). In dit boek spelen een aan aantal losse zaken. Zelfs zo los, dat de eerste helft van het boek de indruk wekt dat het om een verhalenbundel gaat. Pas later komen enkele van de verhalen bij elkaar, maar niet allemaal.

Een derde verschil is het taalgebruik. Het zal misschien komen doordat we een ruige hoofdpersoon hebben, maar vloeken in een Grisham waren we tot op heden niet gewoon. Grisham was toch zeker een thrillerschrijver die in christelijke kringen goed gelezen werd, maar menig christen zal dit boek afkeuren.

Het boek voelt zo anders aan dat het mij niet zal verbazen dat vandaag of morgen aan het licht komt dat Grisham zich bedient van ghostwriters, schrijvers die op zijn aanwijzingen de verhalen voor hem schrijven. Hopen dat we bij de volgende weer gewoon een ouderwetse beginnende advocaat volgen, die het opneemt tegen een groot bedrijf.

Hawkins, Paula | Het meisje in de trein

het meisje in de treinDe titel ‘Het meisje in de trein’ doet denken aan een onschuldig meisje. Maar in tegenstelling daarmee is Rachel dik, drammerig en drankzuchtig. Dagelijks observeert ze vanuit de trein een ogenschijnlijk gelukkig stel, totdat de dame van het stel verdwijnt. Haar verdwijning valt samen met een black-out die Rachel heeft, waardoor de lezer een boek lang in spanning blijft over de mogelijkheid dat de hoofdpersoon de dader is. Rachel wil echter koste wat het kost achterhalen wat er is gebeurd en gaat op haar eigen onbeholpen manier op onderzoek uit. Hawkins heeft een personage neergezet dat geen moment sympathie oproept, maar wat wel enorm intrigeert. Deze ijzersterk beschreven antiheld maakt dat de lezer kampt met heel gemengde gevoelens. Bijzonder boek!

Faber, Michel | Het boek van wonderlijke nieuwe dingen

PA WITH_BACKGROUND BRONZEEvangelist Peter Leigh wordt door een ruimtevaartorganisatie uitgekozen om af te reizen naar een verre planeet, om daar het evangelie te brengen. Hij komt in een omgeving waar alles anders is. Zelfs de regen valt niet zoals we gewend zijn. Zijn vrouw moet achterblijven op aarde, die ten prooi valt aan apocalyptische natuurrampen. Peter is vastbesloten de bevolking van de planeet voor zich in te winnen, maar verliest daarbij zijn eigen sociale omgeving uit het oog. Zijn nieuwe vrienden lijken echter niet in staat om zich heel erg te hechten, waardoor Peter steeds verder vereenzaamt. Ook het contact met zijn vrouw wordt steeds moeizamer. Een boek met een heel beklemmende sfeer, ondanks, of misschien wel dankzij de onderkoelde manier van schrijven van Faber. Faber laat je nadenken over alles wat vaak vanzelfsprekend is. Ook de manier waarop het evangelie ontvangen wordt op de verre planeet is bizar omschreven. Het roept een gevoel van vervreemding op, wat maakt dat je na het lezen snel even controleert of alles nog wel is gebleven zoals het was. Een verhaal over geloof, over apocalyps, over relaties, over liefde, over het mens zijn, over de onontgonnen ruimte: met recht ‘Het boek van wonderlijke nieuwe dingen’.

Faber is een geboren Nederlander, maar groeide op in Australië en woont inmiddels in Schotland. Ik vraag me af of het onthechte gevoel dat zijn boek oproept met deze kosmopolitische levensloop te maken heeft.

Jen Campbell interviewde Michel Faber. Vanaf minuut 14 gaat het over ‘Het boek van wonderlijke nieuwe dingen’.