Oranje, Corien | Afspraak in Portugal

Corien Oranje is de schrijfster van het actieboek in de Week van het Christelijke Boek 2017. Deze wordt gehouden van 22 maart tot en met 1 april. Uitgeverij Jongbloed en de BCB (Brancheorganisatie voor het Christelijke Boeken- en Muziekvak, red.) sloegen de handen ineen en zorgden voor een prachtig vormgegeven boek: Afspraak in Portugal.

Oranje is een veelzijdig auteur: ze verzorgt vertalingen van boeken, schrijft veel kinderboeken en is theologe van huis uit. Maar het proces dat ze voor Afspraak in Portugal heeft moeten ondergaan is te vergelijken met een bevalling, maar dan een van het afschuwelijke kaliber. Voor het eerst in haar schrijfhistorie heeft ze een fictieboek voor volwassenen geschreven, een novelle.

Dankbaar en blij zijn we met de geboorte van Afspraak in Portugal. Met dit boekje heeft Corien Oranje zich weten te scharen in de rij van kwalitatief goede christelijke (fictie)auteurs. Ze bekent in ieder geval kleur met deze ‘roadtrip’ naar Portugal. Het is de kleur oranje die de cover siert. Fel in het oog springende sinaasappels, waarvan er op zijn minst een van de boom gevallen is. Symbool voor verlies, afscheid, verdriet. Symbool voor het verhaal zelf. Interessant gegeven is ook dat oranje en sinaasappel etymologisch aan elkaar verwant zijn, nagenoeg hetzelfde betekenen.

Het verhaal is duidelijk: Leo, die net zijn vrouw heeft verloren na een ernstige ziekte, blijkt zelf ook ernstig ziek te zijn, uitgezaaide longkanker. Hij had zijn vrouw Lilian beloofd om nog eenmaal terug te gaan naar Portugal, naar de plaats waar ze destijds op huwelijksreis zijn geweest. Hier ligt voor beide mensen een kostbare, dierbare herinnering waar Leo met zijn dochter Jennifer nooit over gesproken heeft. Wanneer Jennifer, die haar vader niet alleen wil laten gaan, aanbiedt mee te gaan op reis in een oud VW- busje, begint voor hen een avontuurlijke en spirituele reis op weg naar een definitief einde. Als halverwege de roadtrip Evert-Jan, een goede vriend van Jennifer, zich bij het tweetal aansluit, verandert er iets in de relatie tussen vader en dochter. Langzaam maar zeker vallen er schellen van de ogen en ontstaat er meer en meer begrip voor elkaar.

Rode draad door Afspraak in Portugal is het motto, ontleend aan Psalm 139: 9-10: ‘Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad,/ al ging ik wonen voorbij de verste zee,/ ook daar zou uw hand mij leiden,/ zou uw rechterhand mij vasthouden. Corien Oranje weet op een invoelende manier, soms geëmotioneerd, dit terug te laten komen in haar boek. Het boek is vanuit wisselend perspectief geschreven: dan weer kijk je door de ogen van Leo, dan weer door de ogen van Jennifer. Dit wisselt beurtelings. Ik kan me goed voorstellen dat dit best lastig is om je zo te verdiepen in karakters. Zeker in het besef dat je een novelle schrijft en niet bezig bent met een roman. In 110 pagina’s weet Oranje heel mooi en integer de karakters neer te zetten. Overigens zou het heel interessant zijn om met Jennifer verder te gaan in een roman. Een roman, waar ik zeker van ben dat die er gaat komen.

Theologe als ze is, verweeft Oranje heel subtiel soms Bijbelse gegevens in haar boek: ‘Een oranje brancard stijgt omhoog, en wordt door onzichtbare handen opgenomen in de helikopter. En een wolk onttrekt hem aan mijn ogen.’  Stof ben je en tot stof zul je terugkeren. Ook al een motief dat terugkeert in het boek. Kort na de dood van Lilian ervaart Jennifer het volgende: ‘Om ons heen begon het normale leven op gang te komen. Aan de andere kant van de muur zette de buurvrouw de stofzuiger aan, alsof het een heel gewone dag was, een dag waarop je eindelijk de stofnesten onder het bed onder handen neemt.’

In Afspraak in Portugal speelt het geloof een belangrijke rol. In het leven van Jennifer en Evert-Jan schuurt het geloof zoals het zand tussen je tenen schuurt. Die realistische visie op geloof maakt deze novelle tot een geloofwaardig verhaal.

Een van de meest bijzondere aspecten van deze novelle is de communicatie tussen met name Leo en Jennifer: elkaar voortdurend afstoten, tegelijk ook de hunkering naar elkaar, het zoeken van geborgenheid en elkaars nabijheid. Knap verwoord! ‘Hij moest al maanden hebben geweten dat er wat mis was, maar hij had het mijn moeder willen besparen. En misschien was dat wel wat hij nu aan het doen was: mij van zich afstoten om mij te beschermen (…)’

Zoals met elk geboren kind is het ook met de geboorte van Oranjes eerste ‘kindje’: het heeft voeding, liefde, aandacht nodig. Groei is onontbeerlijk. En Oranje een beetje kennende zullen deze dingen voor haar uiteindelijk, toewerkend naar een roman, geen probleem hoeven te zijn.

 

 

Schutt, Bill | Hellepoort

Twee voor mij volstrekt onbekende auteurs hebben een aardig verhaal neergezet: Bill Schutt en J.R. Finch schreven samen Hellepoort. Een fraaie mix van griezelen, oorlogsspanning en een vleugje thriller. Feiten en fictie worden prima vermengd. Vandaar dat je achterin het boek ook een uitgebreid nawoord kunt vinden waarin helder uiteengezet wordt wat nu feit en wat nu fictie is. Zo blijkt Bill Schutt zelf twee kolonies vampiervleermuizen verzorgd te hebben tijdens zijn studie aan Cornell University.

Het verhaal speelt zich af in 1944. De proloog start om precies te zijn op 16 februari 1944 aan de oevers van de rivier de Gniloy Tikich in Oekraïne. Dit gebied staat bekend als de Hellepoort: ‘Alleen de generaals wisten dat vijfenzestigduizend Duitse soldaten nu nagenoeg omsingeld waren in een saillant die diep uitstulpte in de Russische linies. Historici zouden deze saillant ( een uitstulping aan de frontlijn, red.) later de Tsjerkasy-pocket noemen. Voor degenen die daar ingesloten zaten, voor de mannen die het zouden overleven, zou het voor altijd bekend staan als de Hellepoort.’ Tijdens deze slag zien de soldaten ineens dat er vanuit de lucht meerdere parachutes worden gedropt met containers eronder bungelend. Na opening van deze containers komen de manschappen in aanraking met een korrelige substantie die naar bloemen ruikt. Het blijkt om een verschrikkelijk biologisch/chemisch wapen te gaan. Duizenden mannen creperen doordat ze in aanraking komen met deze stof.

Vanaf hoofdstuk 1 (met telkens een gedetailleerde tijdsaanduiding erboven) gaan we een maand terug in de tijd en maak je kennis met kapitein MacCready. Hij krijgt de opdracht naar Brazilië te gaan en daar in het onherbergzame gebied rond de Amazone, diep in de jungle, zich te voegen bij zijn jeugdvriend en medewetenschapper Bob Thorne. Deze Bob leidt een teruggetrokken bestaan met zijn vrouw Yanni, een inheemse. Zij heeft bepaalde mysterieuze gaven en bijzondere kennis die later in het verhaal duidelijk wordt. Ze maken gezamenlijk een tocht naar een oeroude, in de mist verscholen vallei waar ze geconfronteerd worden met Duitse soldaten en een Japanse geleerde. Over welke geheimen beschikken de nazi’s daar? Wat speelt zich af in de doordringende en verstikkende mist?

Behalve dit geheimzinnige gegeven is er een verlaten onderzeeboot gevonden in een baai diep in de jungle. Nadat al een elite-eenheid van Rangers erop af gestuurd is (die vervolgens spoorloos verdween) is het de beurt aan MacCready om de zaak op te klaren. Wat heeft het een met het ander te maken? In een goed geschreven, spannend verhaal nemen de beide auteurs je mee op reis door de Braziliaanse jungle in de wetenschap dat er diep in het oerwoud iets zich verborgen houdt. Iets waar je nooit mee in aanraking zou willen komen.

Vuuren, Jet van | Papadag

Mijn eerste kennismaking met Jet van Vuuren is een stevige. Papadag is haar jongste vrouwenthriller. En wat voor een! Het was, eerlijk gezegd, toeval dat ik dit boek las. Ik kreeg het boek toegezonden door Karakter Uitgevers te Uithoorn. Niet aangevraagd, toch gekregen. Dat mag vaker gebeuren…

De cover toont een jonge vrouw in het wit, lopend naar de waterkant. Het gevoel dat ze op zoek is naar de ultieme bevrijding bekroop me, nog voor ik het boek las. In zekere zin een symbolische voorkant. Mooi! Dit negende boek van Jet van Vuuren, Papadag, is opnieuw gesitueerd rond een vrouwelijke hoofdpersoon. De kans dat ik me niet goed zou kunnen identificeren met haar ligt voor de hand. Toch is het Jet gelukt. Dat pleit voor haar. Je wordt van begin af aan het boek ingezogen, ingesleurd. Een messcherp plot ontvouwt zich voor je geestesoog.

In Papadag beschrijft Jet van Vuuren al relatief snel hoe Maud, de hoofdpersoon, denkt over haar moeder Heleen, de andere hoofdpersoon in het verhaal: ‘Ik noem mijn moeder ‘ma’, een benaming waar ze een hekel aan heeft. Als kind zei ik ‘mama’, wat later ‘mam’ werd. Na de scheiding wilde ze dat ik haar Heleen ging noemen. Ondenkbaar vond ik dat. Ik zie haar niet als mijn gelijke en zeker niet als mijn vriendin. Ze is mijn moeder, een slechte moeder, en daarom verdient ze het om kortweg ‘ma’ genoemd te worden. De minachting die in het woord doorklinkt was mijn enige wraak tot nog toe.’

Maud heeft de zorg voor haar dementerende moeder op zich genomen en neemt haar intrek vanuit het Zeeuwse in een flatgebouw, vlakbij haar moeder. Maud handelt niet alleen vanuit nobele motieven, maar is in feite op de vlucht voor een stalker. Bittere noodzaak dus! Via Facebook en andere kanalen wordt ze gechanteerd met informatie uit het verleden van haar moeder. Wie is haar moeder eigenlijk? En klopt het dat ze haar bloedeigen zus vermoord heeft? Vele zaken die het daglicht niet kunnen verdragen in deze razendspannende thriller…

Papadag is geschreven vanuit wisselende perspectieven in wisselende tijdsperioden. Om het heden te kunnen volgen en begrijpen, is het heel belangrijk dat je de geschiedenis kent. Vooral de psychologische kant van het verhaal, de druk, de stress en de aanhoudende onzekerheid over het lot van diverse personages verhogen de suspense erg. Een beetje sterk in de schoenen moet je wel staan om de thematiek van het verhaal en de soms gruwelijke omstandigheden aan te kunnen, met name het eind is echt zwaar. Een pluspunt is ook dat Jet heeft gekozen voor een originele setting: op en om de roeibaan en roeiclub. Aan het eind van het boek vallen de spreekwoordelijke puzzelstukjes bijna allemaal op zijn plaats. Toch blijf je licht onbevredigd achter. Een tikje gedesillusioneerd. Dit is wat mij betreft de kracht van Jet van Vuuren.

Cole, Daniel | Ragdoll

Het lezen van echt goede en originele thrillers komt niet zo vaak voor. Maar voor Ragdoll neem ik in gepaste stilte diep mijn pet af. Wat. Een. Goed. Boek!

Daniel Cole heeft met Ragdoll zijn debuut gemaakt. En van een hype is geen sprake, dit is absoluut een blijvertje! Cole (1983) werkte in het verleden als ambulancebroeder. Hij schreef wel eens wat, maar durfde de grote schrijversstap nog niet helemaal aan. Een van zijn ‘verhaaltjes’ lag onder zijn bed, hij nam het uiteindelijk ter hand en vormde het om in een compleet boek: Ragdoll.

Het citaat, motto, voorin het boek is raak: ‘Vertel me eens, als jij de duivel bent, wat ben ik dan?’ De proloog start op maandag 24 mei 2010. Er vindt een rechtszaak plaats waarin ‘De Crematiemoordenaar’ wordt berecht. De jury pleit… onschuldig! Dit wordt hoofdpersoon en rechercheur William Fawkes teveel. Hij pakt eigenhandig de moordenaar aan tijdens de rechtszaak en slaat hem in elkaar. In de proloog volgen we Samantha, een van de juryleden, ze voelt de uitspraak aan als falen van haar kant. ‘Kon ze in alle eerlijkheid zeggen dat ze even stellig overtuigd was van Khalids onschuld als de rechercheur overtuigd was geweest van zijn schuld?’

Hoofdstuk 1 start 4 jaar later: 28 juni 2014. In de nacht wordt Fawkes, bijgenaamd Wolf, opgeroepen voor een bizarre moord: in een flatwoning hangt een lappenpop van menselijke lichaamsdelen; 1 lichaam, opgebouwd uit delen van 6 verschillende mensen. En deze lappenpop (‘Ragdoll’) kijkt naar de woning van William Fawkes. Wanneer de lappenpopmoordenaar de politie uitdaagt door een lijst vrij te geven van nieuwe personen die vermoord zullen worden, start de spreekwoordelijke race tegen de klok om die mensen op te zoeken en te waarschuwen. Zal de politie ze op tijd weten te vinden? Ondertussen vindt het onderzoek plaats naar de herkomst van de lichaamsdelen van de lappenpop. Wie zijn deze mensen en wat hebben ze gemeenschappelijk? Dan blijkt dat Wolf zelf op de lijst staat… Of zit hij zelf achter alles?

In Ragdoll maak je kennis met bijzonder uitzonderlijke agenten: William Fawkes, Emily Baxter en Alex Edmunds. Een schitterend trio dat elkaar voortdurend de maat neemt, (zwarte) humor gebruikt en niet met, maar ook niet zonder elkaar kan. de karakters worden bijna allemaal goed uitgewerkt, alleen de geheimzinnige moordenaar blijft wat aan de oppervlakte steken. Soms zelfs licht verwarrend: wie is hij nu eigenlijk?

Ragdoll heeft een waanzinnig fraaie cover en rugband. Alleen daarom al een pareltje! Het boek heeft een ijzersterke plot, leest als een trein en zet je geregeld op het verkeerde been. Je valt echt van de ene verrassing in de andere. Juist de afwisseling tussen lugubere acties, ijzersterke spanningsopbouw en geweldige humor zorgt ervoor dat je met een glimlach op je gezicht volop geniet van misschien wel de beste thriller van 2017!

‘Er is een god. Er is een duivel. Er zijn demonen onder ons.’

Maron, Isa | Eindspel

Het laatste deel uit de serie De Noordzeemoorden, getiteld Eindspel, geschreven door thrillerschrijfster Isa Maron ligt voor me. Reikhalzend keek ik uit naar dit laatste boek, in de wetenschap dat het hierna echt gedaan is. Met de spreekwoordelijke finish in zicht, begon ik aan dit deel. De verwachtingen waren hooggespannen.

In Amsterdam – Noord worden de lichamen van een bejaard echtpaar gevonden, gruwelijk toegetakeld. De inmiddels bekende rechercheur Maud Mertens wordt op de zaak gezet. Ondertussen vordert het onderzoek uit de eerste 3 delen gestaag, in samenwerking met haar collega Niels en aanstormend politietalent Kyra Slagter. Kyra’s zus wordt nog steeds vermist. Een seriemoordenaar die vastzit in de gevangenis in Engeland weet meer van deze verdwijning. Kyra gaat op bezoek bij hem. Vastbesloten om alles uit hem te halen om zo haar verdwenen zus terug te vinden: dood of levend… De uiteindelijke finale is spannend, strak en iets ‘te’.

Isa Maron weet de verwachtingen met Eindspel wat mij betreft niet helemaal waar te maken. Ik stoor me aan de vele herhalingen en verwijzingen naar eerdere boeken uit de serie. Gegevens die de thrillerlezer allang weet worden opnieuw opgerakeld. Dit haalt de vaart flink uit het verhaal. De intrige met betrekking tot het vermoorde hoogbejaarde echtpaar is ronduit zwak en niet origineel. Het voegt niets toe. Haar vertelstijl is prettig, de zinnen lezen vlot weg, het voelt gewoon goed. Het laatste deel is tegelijk het dikste deel. En daar moet je van houden…

In Eindspel volg je de gesprekken tussen Kyra en de kannibalistische seriemoordenaar. Deze ontmoetingen doen sterk denken aan die van Hannibal Lecter en Clarice Sterling uit The silence of the lambs. Het woord dat sterk in me opkomt bij deze dialogen is een woord waar ik eigenlijk een hekel aan heb: ‘Leuk’. Isa Maron heeft met deze thriller een boek afgeleverd dat net even ‘over-the-top’ is. Maar de liefhebber van De Noordzeemoorden zal daar wel doorheen kunnen kijken.

Sterk, Albertine | Weduwen huilen niet

boekomslag Weduwen huilen nietIn haar tweede roman Weduwen huilen niet neemt Albertine Sterk (1943) ons mee naar Rusland, boven de poolcirkel. De onderzeeër Koersk is verongelukt (NOS video) en een Nederlands bedrijf heeft de opdracht om het schip te bergen. Loe Stein wordt ingehuurd om te vertalen tussen het bergingsbedrijf en de weduwen van de omgekomen bemanning. Loe vertrekt vol onzekerheid naar Rusland, onwetend hoe het met haar minnaar Rogier gaat, die net een ongeluk heeft gehad. Als ze in Rusland aankomt krijgt ze met nog meer onzekerheid te maken. De weduwen lijken haar in eerste instantie niet te accepteren. Als Loe vervolgens wel geaccepteerd lijkt te worden, moet ze uitkijken om niet tegenover haar opdrachtgever (het bergingsbedrijf) te komen te staan.

Albertine Sterk (echte naam Bettie Kool) vertelt een origineel verhaal waarin ze het veelbeschreven thema verlies combineert met het thema onzekerheid. In de problemen van Loe en de weduwen zitten sterke parallellen. Loe heeft verdriet omdat ze haar minnaar achter heeft gelaten, maar zit ook met onzekerheid over hem. In die onzekerheid en in dat verdriet is zij helemaal alleen. De weduwen zitten natuurlijk ook met verdriet om hun verlies, maar ook met vragen. Hoe lang zijn de mannen in leven gebleven? Wat verzwijgt de overheid voor hen? De weduwen worden ondanks de hulp van Loe niet gehoord en staan alleen.

Sterk gebruikt korte zinnen en poëtische beschrijvingen zonder onleesbaar te worden.

Hijgend zakte ik neer op een van de bankjes bij het Historisch Museum. Op een koperen plaat naast de deur las ik dat het gesloten was. Terwijl ik uitkeek over de stad aan de baai probeerde ik op adem te komen. Ik zat niet lang alleen. Aan het eind van de bank schoof een oudere man aan. Een treurig lachje kreukelde zijn wangen terwijl hij van opzij even naar me keek. (p. 14)

Deze mooie beschrijvingen gebruikt Sterk veel minder voor de emoties van Loe en de mensen om haar heen. De schrijfstijl blijft dan ook redelijk zakelijk. Pas laat in het boek verandert dit en komen emoties naar boven drijven bij Loe en de weduwen. Of dit een bewuste keuze is (de titel is immers Weduwen huilen niet) kan ik niet zeggen. Het gebrek aan emoties in combinatie met een gebrek aan spanning zorgde ervoor dat ik pas rond de vijftigste bladzijde in het verhaal kwam. Gelukkig bleef Sterk daarna mijn aandacht vasthouden.

Weduwen huilen niet is geen boek dat in een top tien terecht zal komen, maar het is zeker wel de moeite waard om te lezen.

Budgen, Anne | Boven de straat hangt een witte lucht

Met Boven de straat hangt een witte lucht heeft Anne Budgen een zeer lezenswaardig boek geschreven. Het heeft de vorm van een dagboek. Fragmentarisch qua vorm, afgewisseld met stukjes uit Opwekkingsliederen, gedichtenflarden en Bijbelverzen. Het is het dagboek van Anna Meesink, een veertienjarig meisje dat opgroeit in een orthodox-christelijk gezin. Het boek begint op 17 januari 1993; je leest over drie pepermunten en twee guldens die klaarliggen op de keukentafel. Het is vlak voor kerktijd. Nog snel even de schoenen pakken die ergens onder het bed staan. Psalmboek in je tasje stoppen. Op de fiets springen en gaan! Boven de straat hangt een witte lucht. De lente komt eraan. Het is de voorbode voor het nieuwe leven dat Anna wacht.

Anne Budgen laat zien hoe in het streng-christelijke gezin scheuren beginnen te ontstaan. Vader en moeder gaan uit elkaar. Vader hoort stemmen. Oudste broer Han wil niet meer naar de kerk. Moeder gedraagt zich anders dan vroeger: minder streng, minder op regels gericht. Anna, beginnende puber, is gauw beïnvloedbaar, hoewel ze ook zelf nadenkt. Haar hoofd bevat wel honderd kamers en ze puilen allemaal uit. Zo chaotisch als ze is, zo ‘chaotisch’ is de structuur van dit boek. Wanneer haar buurvrouw haar uitnodigt eens mee te gaan naar de pinkstergemeente nemen de twijfels toe bij Anna over haar christelijke wortels, haar staan in het geloof, haar houding jegens God en christenen. ‘Ik heb de Heilige Geest ontvangen. Ik was in de pinkstergemeente en de preek was voor mij! Het ging over je helemaal aan Jezus geven en jezelf afleggen voor Zijn Aangezicht. Het gaat niet om ons maar om Hem.’

Nauwkeurig, gedetailleerd verwoordt Anna Meesink haar gevoelens en wat ze allemaal denkt, ervaart en meemaakt in het geloof. Haar vragen, haar kritische houding ten aanzien van de traditie, het komt allemaal voorbij. Ze laat zich meevoeren door de taal, door woorden en het Woord. (de Bijbel, red.) Op 4 september 1994 vertelt ze: ‘Vanochtend kreeg ik een woord tijdens de dienst in de pinkstergemeente. ‘Dochter, ik zie je worsteling met Mij en met Mijn Woord. Je twijfelt. Ga in het water zoals ook ik het water in ging en gedoopt ben.’ Was dat voor mij? (…) Ik voel soms weerstand. Dan ga ik alles analyseren…’

Boven de straat hangt een witte lucht is de debuutroman van schrijfster en dichteres Anne Budgen (1979). Opvallend vind ik dat dit verhaal verschenen is bij een niet-christelijke, meer algemene, toonaangevende uitgeverij. Het is een specifiek boekje geworden, christenen zullen zich herkennen in de taal die gebruikt wordt, de Bijbelverzen die geciteerd worden, de verschillende liederen die bij passende gelegenheden, situaties en omstandigheden opgetekend staan. De geloofstwijfel die uitgewerkt wordt in het leven van Anna is die van veel christenen wellicht. Het staan in een bepaalde traditie en de vraag naar schijn en zijn in het leven van christenen fungeert als een spiegel voor de ziel. De toon die Budgen gebruikt, is die van waardering en hier en daar een milde vorm van zelfspot. Negatief is ze nergens. Boven de straat hangt een witte lucht kan zich qua inhoud meten met Franca Treur.

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik niet vermoed dat mensen die niets of niet veel op hebben met het christelijk geloof en het staan in een dergelijke traditie dit boekje zullen lezen. Daarvoor heb je toch inzicht nodig in en gevoel nodig voor de thematiek van het boek. Anne Budgen laat messcherp zien dat het helaas in veel kerken en bij veel christenen meer gaat om de buitenkant dan om de binnenkant, de vorm die overheersend is in plaats van de inhoud. Het leven van Anna toont aan dat de buitenwereld steeds meer vat krijgt op het innerlijke leven. En toch… helemaal loskomen van je christelijke wortels lukt je nooit. Die gedachte biedt uiteindelijk toch hoop en troost.

Evenboer, Tjarko | De stenen getuigen

‘Als er iets was waar Roderik jeuk van kreeg, dan was het wel religie. Hij vond het nutteloos, en volledig achterhaald door de wetenschap.’ Ziehier de introductie van hoofdpersoon Roderik Frederiks, Amsterdams rechercheur, rationalist en workaholic. Voor mij ligt het boek De stenen getuigen van Tjarko Evenboer. Een christelijk auteur, niet heel bekend. Tenzij je het boek De wereldwijde vloed kent. Een boek dat handelt over het verhaal van de zondvloed uit de Bijbel en andere, buiten-Bijbelse bronnen.

De cover van dit boek, uitgegeven bij Gideon, mag er zijn: onheilspellend, mysterieus en een duidelijke, nieuwsgierigmakende ondertitel. Qua dikte mag het boek er ook zijn, bijna 800 bladzijdes. Een boek waar je eens lekker voor kunt gaan zitten, zeg maar. Wat vormgeving betreft, nodigt dit boek zeker uit ter hand genomen te worden.

Niet alleen met Roderik maak je kennis, ook met de dochter van de vermoorde wetenschapper en hoogleraar Engelbert van Ameide, Valerie, is het aangenaam kennis te maken. Onder raadselachtige omstandigheden is de bewuste hoogleraar om het leven gekomen. Roderik heeft de zaak in onderzoek en stuit op een mysterie dat zijn hele rationele leventje op de kop gooit. En daarmee zet hij ook nog eens zijn carrière en zijn leven op het spel. Een serie kleitabletten over Noach, een super geheimzinnig genootschap met relaties in de hoogste kringen van Nederland, een middeleeuwse boekrol en een Antwerps monumentaal pand (inclusief geheim!) en uitstapjes naar verschillende buitenlandse steden vormen de talrijke ingrediënten van een verhaal dat, ondanks de dikte van het boek, vlot beschreven wordt. Het verhaal doet in de verte denken aan de verhalen van Dan Brown. Mede door toedoen van Valerie en andere personages om Roderik heen, door alle omstandigheden, vervelende, spannende situaties heen, raakt Roderik meer en meer in verwarring over dat wat hij dacht te weten en ten diepste nog lang niet wist. De balans tussen geloof en wetenschap is in een keer ver te zoeken. De vragen die Roderik stelt, die aan hem worden gesteld, veranderen zijn leven.

De stenen getuigen wordt op de achterkant genoemd  ‘een meeslepende pageturner’. Ik laat me er niet door afleiden. Het is absoluut spannend. Toch doet de stijl amateuristisch aan, dit wordt zeker veroorzaakt door legio spelfouten. Tientallen fouten in de zinsbouw en spelling doen hard afbreuk aan dit verhaal. En dat is zeer teleurstellend. Een beetje corrector had dit niet over het hoofd gezien en zaken rechtgetrokken. Dit gegeven maakt dat het boek uiteindelijk een magere voldoende van me krijgt.

De stenen getuigen is een boek dat in de eerste plaats christenen zeker zal aanspreken. Die lezen dan wel over de fouten heen. Maar de vraag die (altijd) overblijft: zal een niet-christelijke lezer dit boek snel ter hand nemen? En overtuigd raken van het geloof in de Bijbel? Als dat zo is, is de ‘missie’ van Tjarko Evenboer geslaagd.

Ruijters, Ilse | Later als ik dood ben

Een psychologische thriller. Winnaar van de Hebban Thriller Debuutprijs 2015. Grootse benamingen voor dit spannende boek van Ilse Ruijters, freelance presentatrice, tekstschrijver en columniste. Zowel haar debuut De onderkant van sneeuw als Later als ik dood ben zijn in de pers goed ontvangen.

Wat erg in de smaak valt bij dit boek is het motto, een gedicht van de beroemde en weergaloze dichter Gerrit Achterberg: Pullover. De inhoud is seksueel geladen. Symbool voor de inhoud van het boek. Daarmee is niet gezegd dat deze thriller heel veel seks bevat, maar er zijn toch enkele delen in dit boek die expliciet seks bevatten. Begrijpelijk dat dit deel uitmaakt van het verhaal, maar ik vind het doorgaans te expliciet, te nadrukkelijk aan de orde gesteld.

Hoofdpersoon in Later als ik dood ben, is de jonge Elin. In het begin van het verhaal ligt ze op de grond, hevig bloedend. Het leven vloeit uit haar weg. Vanaf dat moment gaan we terug in de tijd om te weten te komen hoe het allemaal zo ver heeft kunnen komen en wat eraan is voorafgegaan. In de zogenaamde proloog lezen we korte, staccato zinnen die iets laten voelen van de ernst van de situatie en van de pijn van dat moment. Een goed begin in ieder geval. We leren Elin kennen als een jonge vrouw die op zoek is naar cruciale antwoorden op cruciale vragen over haar eigen leven: wie is haar vader? Is haar vader een TBS’er? ‘Dit was het dan, het moment waar ik nu al maandenlang naar uitkeek. De cruciaalste stap in mijn zoektocht tot nu toe. Achter deze klink bevond zich mijn antwoord.’ Elin start haar taak als sociotherapeut in een TBS-kliniek. Het is in feite een dekmantel om achter de waarheid te komen. In de kliniek maakt ze al snel kennis met enkele patiënten en met collega’s die allemaal wel een reden hebben om verdacht te zijn, een reden hebben om zaken verborgen te houden. Elin wordt het meest gefascineerd door Rem. Met hem gaat ze zelfs heel ver. En daar begint dit verhaal zeer ongeloofwaardig te worden.

Het gaat Ilse Ruijters schijnbaar niet om de uitwerking van de personages, die blijven relatief oppervlakkig. Het gaat haar om antwoorden. En die moeten er dan ook snel komen. Koste wat kost en ondanks alles. Het is een verhaal dat leest als een trein, boeiend is en je aandacht absoluut vasthoudt. Maar voor de rest is het taalgebruik matig en verliest de auteur zich mijns inziens in een ongeloofwaardig, maar heftig plot.

Hansen, Ule | Negendoder

Een nieuw personage in thrillerland: profiler Emma Carow doet haar intrede in Negendoder. Een typisch Duitse thriller en dito hoofdfiguur verschijnt aan het boekenfirmament. Van tevoren waren de verwachtingen bij dit boek hooggespannen. Reikhalzend werd er door de thrillerliefhebbers uitgekeken naar Negendoder. Maakt het boek de verwachtingen waar?

Midden in Berlijn worden lijken aangetroffen, hangend aan een bouwsteiger. Hoe krijgt iemand het voor elkaar om ongezien in het centrum van deze stad, de stad die nooit slaapt, lijken te hangen? Zijn ze hier vermoord? Waarom? Wie zijn het? Emma Carow wordt op de zaak gezet. Ze heeft zelf te kampen met demonen uit het verleden: haar verkrachter is op vrije voeten nadat hij zijn straf heeft uitgezeten. Ze is bang. Zeker nu hij met zijn boek komt met daarin zijn verhaal. Ze lijdt psychisch enorm. Hierdoor komt ze op gespannen voet te staan met de zaak die ze nu in behandeling heeft. Hoe stabiel is ze  nog? Kan ze zich in de hand houden en de moordzaak oplossen? Op deze en andere vragen probeert Ule Hansen antwoord te geven.

Op de achterkant van het boek staat het duidelijk aangegeven: een thriller waar je niet omheen kunt! Wat betreft de originaliteit en de setting akkoord! Maar de schrijfstijl pakt me niet. Er zit weinig vaart in het verhaal en de spanning laat heel lang op zich wachten. Ik word niet meegezogen in een snel verhaal. De schrijver (Ule Hansen is een pseudoniem van een Berlijns schrijversduo) neemt uitgebreid de tijd om het verhaal goed neer te zetten. Dit duurt gewoon te lang. De titel Negendoder is goed gevonden: ‘Een vogel. Een sadistisch klein kreng. Spietst zijn buit op prikkeldraad of doornen en laat die daar hangen.’

Ik kan me moeilijk identificeren met de hoofdpersoon Emma Carow. En heel misschien is dit juist wel de kracht van de auteur. Het is absoluut geen doorsnee personage. Emma wordt goed neergezet als profiler, vurig en gedetailleerd geeft ze haar profielen weer. Voortdurend bijsturend. Totdat de climax bereikt wordt en ze wanhopig haar totale plaatje van de gestoorde moordenaar op de kop moet gooien.

Ik blijf met een ongemakkelijk gevoel achter na het verhaal gelezen te hebben. Een tikje gedesillusioneerd. Zit ik er misschien toch naast? Nu maar wachten op deel 2 en zien of Ule Hansen me alsnog weet in te palmen.