Schwarz, Lydia | De kruisdraagster

dekruisdraagster.97890266214371Het eerste boek van Lydia Schwarz, De Kruisdraagster, is een knallend succes!

In de tweeëntwintigste eeuw van Europa lijkt de wereld perfect te zijn. Vrede, geen honger en geen ziektes. Anna Tanner, een studente van 20 jaar, zit in de tweede module van de Zelfontplooiingsniveaus. Haar toekomst ziet er positief uit. Wanneer ze per ongeluk op een groep vreemdelingen stuit, verandert haar wereld volledig. Anna komt achter dingen die ze nooit heeft geweten. Een vreselijke geschiedenis die ze niet kende openbaart zich. Geheimen komen aan het licht en de moeilijkheden stapelen zich op. Anna draagt een steeds grotere verantwoordelijkheid met zich mee en meer geheimen. De leugens worden met de dag meer. Vertrouwen wordt steeds moeilijker. Voorzichtigheid, geheimhouding en vertrouwen worden drie van de belangrijkste dingen in haar leven. Een boek over verraad, vertrouwen, liefde en vergeving.

In de wereld waarin Anna is beland, draait bijna alles om vertrouwen. Een misstap kan tot verraad, opsluiting en zelfs de dood leiden. Voorzichtigheid en geheimhouding zijn daarom van groot belang. Felix, een vriend van Anna, wordt echter wel door haar in vertrouwen genomen. Sinds de eerste dag ontfermde hij zich over haar en ze vond het niet erg als hij de leiding nam. Samen zitten ze nu al 4 jaar op het Humanium. De geschiedenisleraar van Anna, Adonis Magellan, wekt meteen een goed en warm gevoel bij Anna op. Langzaam weet hij haar vertrouwen te winnen en zij dat van hem. Anna moet voor geschiedenis een werkstuk maken en haar leraar helpt haar daarbij. Voor haar vertrouwenspersoon, Aquilina Akbaba, die ze elke avond moet ‘bellen’, is ze heel erg op haar hoede sinds ze geheimen met zich meedraagt. Komt haar vertrouwenspersoon dingen te weten dan zal een en ander negatief uitpakken.

‘De Kruisdraagster” is een geweldig goed geschreven boek. Keer op keer word je verrast door dingen. Vragen waar je een antwoord op denkt te hebben, lijken anders uit te pakken. Het heeft een goed begin en wekt meteen nieuwsgierigheid bij je op. Vragen die je tijdens het lezen krijgt, schreeuwen om antwoorden waardoor het moeilijk wordt uit de wereld van Anna te stappen. Doordat het in de ik-vorm is geschreven voel je je verbonden met Anna hoewel je dat niet altijd zou willen. Pijn en verdriet waar ook Anna mee te maken krijgt raken je misschien meer dan je wilt, omdat het zo heel goed is beschreven. Een verrassend boek met een goede boodschap. De wereld van Anna slokt je op. Hoewel het christendom de aandacht trekt in het boek en er vele dingen uit de Bijbel worden geciteerd probeert de schrijfster je niet bewust te overtuigen van het christendom. Een geweldig boek en zeker een aanrader voor alle mensen.  Ik zou zeggen: kom maar op met deel 2.

Haneveld Klein, Johan | De loser die wint

imagesJohan Klein Haneveld (1976) is een (literaire) duizendpoot. Hij is een groot film- en verhalenliefhebber, niet noodzakelijkerwijs in die volgorde en heeft veel, heel veel met dieren. Zo is hij ook eindredacteur bij het Tijdschrift voor diergeneeskunde en blogt hij graag. Op johankleinhaneveld.blogspot.nl vind je dan ook gedichten, recensies, besprekingen en diverse (theologische) beschouwingen van zijn hand. Hij heeft enkele romans geschreven waaronder Neptunus en De derde macht (sciencefiction) alsmede het theologische werk Indrukwekkende vrijheid.

Van zijn vaardige hand verschijnt nu De loser die wint… Als God je verhaal vertelt. Een aanstekelijke titel die direct de aandacht trekt. In de inleiding van dit boek eindigt hij met de veelzeggende woorden: ‘Ik ben er nu eenmaal van overtuigd dat deel gaan uitmaken van Gods Verhaal de beste manier is om te leven.’ Zo, die komt wel even binnen. Klein Haneveld start in het eerste hoofdstuk met een persoonlijke ontboezeming die de opmaat vormt voor de rest van zijn boek: ‘(…)ik moest heel veel van mezelf. Ik had een schema gemaakt van Bijbelstudieboeken die ik moest doorwerken, hield me aan vaste tijden van gebed met vaste onderwerpen, las dagelijks trouw vijf hoofdstukken uit de Bijbel, bezocht alle kerkdiensten en ook nog eens alle bijeenkomsten van de studentenvereniging. Maar dat alles deed ik niet met plezier.’ Klein Haneveld probeerde koste wat kost te voldoen aan het ideaalbeeld dat hij in zijn kerk had meegekregen. Hij kreeg een burn-out. Nadat hij stopte met al die zelfopgelegde activiteiten, zo schrijft hij, is hij weer gaan schrijven. En… gaan genieten!

De kerk als instituut legt je zo veel dingen op, zo beschrijft hij. Hiervan word je niet een beter mens. Hoe verhouden al die activiteiten zich met het staan in de christelijke vrijheid? Je moet zoveel van de kerk. Maar moet dit ook van God? Het zijn vragen die gesteld durven te worden. Vragen waar de lezer ook over na gaat denken. Waar je met anderen over spreekt. Je moet zoveel als christen… ‘Als je goed leeft, is God blij met je, en word je erkend door de kerk als een goed christen. Als je slecht leeft, moet je je schuldig voelen. Ik denk echter dat externe motivatiemiddelen zoals deze, gedoemd zijn te falen. Tegen de beperkingen die ons van buitenaf worden opgelegd, gaan we ons uiteindelijk verzetten, of we raken onze levensvreugde kwijt.’

Ons leven komt er anders uit te zien, zo betoogt de auteur, als we onze wereld duiden middels een ander verhaal. Een verhaal dat de ruimte geeft om helemaal jezelf te zijn. Maar welk verhaal is dat? Aan de hand van fragmenten uit onder andere de films The Lord of the rings, The Matrix Trilogy en op basis van diverse uitspraken van meer of minder bekende theologen laat Klein Haneveld zien dat het hier om Gods Verhaal gaat. Het Verhaal dat wanneer je juist zwak bent, je je kunt laten vullen door Gods kracht. Dat je eigen levensverhaal aan kracht wint, wanneer je je eigen leven verliest om wille van Zijn Koninkrijk. Gods genade wordt in zwakheid volbracht. Deze en meer paradoxale Bijbelse uitingen bespreekt hij. Hij beschrijft de verlangens die mensen hebben, die ze zoeken in andere verhalen: het verlangen naar waarheid, schoonheid en relaties. Deze verlangens komen samen in Het Grote Verhaal, dat van God, dat van de Bijbel. ‘Het Grote Verhaal speelt zich af in ons dagelijks leven, sterker nog: het Grote Verhaal is ons dagelijks leven. Ons optrekken met andere mensen, ons genieten van schoonheid, onze betrokkenheid bij de maatschappij: dat is het koninkrijk van God.’

Het is te prijzen dat Klein Haneveld deze zaken aan de orde stelt middels een inspirerend en helder verhaal. Het kan geen kwaad als er eens even aan de boom van je leven wordt geschud. Als je de christelijke zaak eens even van een andere kant beschouwt. Even afwijkt van de geëffende en vaak platgetreden (kerkelijke) paden. Klein Haneveld vertelt zijn verhaal tegen de achtergrond van Het Verhaal, zoals hij het noemt. Jouw levensverhaal in het licht van Gods Verhaal. Klein Haneveld dwingt niemand zijn visie over te nemen. Hij laat de definitieve antwoorden over aan de lezer.

FullSizeRender(1)

 

 

 

Voorhoeve, Anne | Kascha

kascha.9789026621468Anne Voorhoeve (Mainz, 1983) is een Duitse schrijfster. Ze wijdt zich sinds 2000 geheel aan het schrijverschap. Haar eerste roman, Liverpool Street, vertaald in het Nederlands, werd bekroond met de Buxtehuder Bulle 2007, een gerenommeerde Duitse prijs voor jeugdliteratuur.

Kascha verhuist met haar Sinti-familie naar een dorp in Noord-Duitsland, Groß-Mooren genaamd. In het dorpje wacht hen geen warm welkom. De inwoners lijken zich zelfs aan hen te storen. Voor Kascha is het een raadsel waarom. Net als wat er jaren geleden met familieleden van haar is gebeurd. De enige die zich niet aan hen stoort is de buurman, meneer Hugomüller. Een hevige sneeuwstorm zet alles op z’n kop in het dorpje. Door bepaalde omstandigheden zit Kascha dagenlang met haar vervelende nichtje Bettina opgescheept, door Kascha telkens tuthola genoemd. Uiteindelijk weten de Groß-Moorenaren samen te werken en komt de sneeuwstorm ten einde. Het leven is weer ‘normaal.’ Maar niet voor Kascha. Haar zus is weg en ze heeft een geheim dat alleen haar puro,( dat grootvader betekent), en tante Lonny weten. Dan komt een tweede sneeuwstorm opzetten. Deze sneeuwstormen zijn voor de Sinti-familie aangrijpende tijden.

Een belangrijk thema in het boek Kascha is verzoening. En iedereen gaat daar weer anders mee om. Kascha wil niet veel met de Groß-Moorenaren te maken hebben. Ze denkt dat de Groß-Moorenaren slecht van hun profiteren wanneer dat kan. Kascha is erg achterdochtig. Haar vader echter doet alles om in een goed blaadje bij de Groß-Moorenaren te komen, maar is wel voorzichtig door het verleden van zijn vrouw. Toch staat hij voor ze klaar, probeert alles zo goed mogelijk voor elkaar te hebben en probeert te zorgen voor het welzijn van de Groß-Moorenaren. Verzoening is bijna het enige wat hij wil. De moeder van Kascha denkt bijna hetzelfde als haar man, maar is veel voorzichtiger en nog steeds bang voor het verleden.

Het boek Kascha is een leuk boek voor als je even ontspanning zoekt. Het is een fijn jeugdboek en tijdens het lezen roept het boek best wat vragen op. Vragen waar je als lezer het liefst zo snel mogelijk antwoord op wilt hebben. Wel is het zo dat je soms een regel of stukje tekst even moet overlezen of herlezen om echt goed te snappen wat er gebeurt, wat er wordt gezegd of gedacht. Doordat het verhaal in de ik-vorm is geschreven leest het prettig. Zo heb je één persoon waarin jij je het meest inleeft. Een aanrader om je eens even lekker mee te ontspannen!

Lucius, Walter | Schaduwvechters

Lucius-SchaduwvechtersSchaduwvechters is het tweede deel in de Hartland Trilogie. Het eerste deel De vlinder en de storm is bij verschijning van deel twee in een nieuw jasje gestoken en deels herschreven. Opmerkelijk! En eerlijk is eerlijk… het zijn alleen al om te zien juweeltjes van boeken! Uitnodigend, mysterieus en sprankelend smaken de covers naar meer. Lucius heeft het hem gelapt! Hij zet 2 fantastische verhalen neer, volkomen in stijl en met veel vaart. Hij beheerst de vaardigheid een stevig verhaal zeer gedetailleerd uit te werken zonder dat het aan tempo inboet. Walter Lucius: onthoud die naam!

‘Ik, Farah Hafez, steun de jihad tegen het misdadige regime van president Potanin.’ Met deze zin zit je als lezer middenin het verhaal van Schaduwvechters. Wie uit dit? Waarom? Wat ging eraan vooraf? Vragen, vragen, vragen… Belangrijk is dat je eerst De vlinder en de storm leest. Deel 2 is niet gemakkelijk onafhankelijk van deel een te lezen. Daarvoor mis je teveel voorinformatie. Inhoudelijk ga ik nu met name in op Schaduwvechters.

Journaliste Farah Hafez, Nederlandse en van origine Afghaanse, heeft zich op een heftige zaak gestort: in het Amsterdamse Bos is een jongetje in traditionele Afghaanse vrouwenkleren gevonden. Farah ontfermt zich over dit jongetje en besluit uit te zoeken wie hij is en waarom hij op die plaats was. Gaandeweg het eerste deel weet je dat er een grootschalige misbruikzaak speelt waarbij politieke kopstukken een kwalijke en bedenkelijke rol spelen. Schaduwvechters begint waar deel 1 eindigt, met de volgende heftige ingrediënten: ‘een aangereden joch, een verdachte minister, twee verkoolde lijken in een uitgebrande stationwagen, het misbruikte en met kogels doorzeefde lichaam van een vrouwelijke arts, poging tot ontvoering van de jongen, het verbrijzelde lichaam van een rechercheur die van honderdvijftig meter hoogte op de entreebalken van de Rembrandttoren was gevallen (…)’

In Schaduwvechters is Farah Hafez betrokken geraakt bij een gijzelingsactie in Moskou. Nadat deze actie op heftige wijze beëindigd is, wordt ze de speelbal van diverse geheime (inlichtingen)diensten, slaat ze op de vlucht en komt ze in Indonesië terecht. Een flitsend verhaal vol spanning, intriges, moord en geheimzinnigheid ontvouwt zich voor het geestesoog van de thrillerliefhebber. Naast Hafez ontmoet de lezer ook ( en opnieuw) Paul Chapelle, collega-journalist. Samen duiken ze diep in het inmiddels wereldwijde schandaal. De reis voert hen naar Rusland, Indonesië, Amsterdam en Zuid-Afrika. Ondertussen loopt de zaak met het gevonden Afghaanse jongetje nog steeds door in Amsterdam. De politie aldaar bijt zich in die zaak vast en volgt een spoor. Los daarvan volgen Chapelle en Hafez ook hun eigen spoor. Deze wisselingen van perspectief verlopen vlekkeloos en lopen naadloos in elkaar over. Als aan het eind alle sporen samenkomen in een fraaie apotheose slaak je een diepe zucht en blijf je nog wel even nadenken over hetgeen je hebt gelezen. Kom maar op met deel 3!

Fitzek, Sebastian | Het Joshuaprofiel

cover FitzekEen heftige thematiek en een met enthousiasme geschreven snelle thriller die spijkerhard binnenkomt: Sebastian Fitzek, een van de beste thrillerschrijvers van het moment, levert hiermee Het Joshuaprofiel af. ‘Ik weet niet hoe het u vergaat, maar een paar van mijn allerbeste vrienden die een vroeg ontwerp van Het Joshuaprofiel mochten lezen, zeiden daarna: ‘Fitzek, ik haat je!’ Op mijn vraag, waarom, verduidelijkten ze: ‘Omdat je me zover hebt gekregen een pedofiel aardig te vinden.’ In het nawoord gaat Fitzek hier verder op in. En even verder schrijft Fitzek: ‘De dag dat ik hem ( de kindermisbruiker, red.) besloot in deze thriller meer ruimte te geven dan oorspronkelijk gepland, was toen op de snelweg een auto voor me reed met op de achterkant een sticker waarop stond: DOODSTRAF VOOR KINDERSCHENDERS!’

In Het Joshuaprofiel gaat Fitzek in op kindermisbruik, kindermishandeling, (terug)plaatsing in pleeggezinnen alsook ‘predictive policing’: het feit dat de overheid al je dataverkeer op het internet screent en scant. Op basis hiervan kan de overheid ‘voorspellen’ of je al dan niet kwaad in de zin hebt. Dit wordt ook wel criminaliteitsvoorspelling genoemd. Fitzek haalt hierbij ook de wellicht bekende speelfilm Minority Report (met Tom Cruise in de hoofdrol) aan. Wat in die film nog sciencefiction was, is dat nu niet meer…

Het verhaal zit doordacht en complex in elkaar. De intro op het verhaal bestaat uit een fragment uit een thriller die de hoofdpersoon Max Rhode geschreven heeft, getiteld De Bloedschool. De research die Rhode heeft uitgevoerd via de digitale snelweg voor het schrijven van dit boek brengt hem in groot gevaar. Joshua ( en ik verklap niet wie of wat hier achter zit) is hem op het spoor. Deze geheimzinnige en schimmige tegenstander ontvoert zijn dochter en heeft inmiddels meerdere slachtoffers gemaakt. Of is het toch Max zelf die erachter zit? Welke rol speelt de broer van Max in dit alles: Cosmo? Een crimineel van het zwaarste kaliber en net terug uit de gesloten psychiatrische inrichting… De hamvraag in het hele boek: Kan ik de touwtjes van mijn leven nog wel in eigen handen houden? Speelt het lot met mijn leven? Of houdt een hogere en belangrijkere macht de teugels van je bestaan in handen? De cover van het boek beeldt dit schitterend uit. Vanuit veel verschillende perspectieven maak je het verhaal mee, je bent zelf ‘player in the game’. Je betrokkenheid op het verhaal neemt hierdoor sterk toe.

Uiteraard blijft het zoals in zovele boeken van Fitzek tot op het laatst vaag, Fitzek legt pas in de finale de allerlaatste puzzelstukjes keurig op zijn plek. Niets is wat het lijkt! En dat vind ik de kracht van Fitzek. Het blijft tot op het eind geloofwaardig. Tussen de regels door speelt Fitzek nog even met recensenten van boeken, dit wil ik niemand onthouden: ‘Het hele eiereneten was toch dat recensenten vaak in de waanzinnigste figuren levensechte personen zagen, van wie ze de authenticiteit hemelhoog prezen, zoals Hannibal Lecter, de hyperintelligente kannibaal, die in het echt niet bestond. Daarentegen werd een schrijver die een realistische dader beschreef met het verwijt ‘cliche’ om de oren geslagen.’ 

Boerboom, Joep | Jan Terlouw

jan-terlouw-jeugdboekenheld-op-het-binnenhof-joep-boerboom-boek-cover-9789089536136Onafhankelijk in denken en doen, een groot verantwoordelijkheidsgevoel en fervent voorstander van vrijheid kenmerken de jeugdboekenschrijver en erudiet politicus Jan Terlouw (1931). De Tweede Wereldoorlog heeft hem gemaakt tot wie hij is geworden. Al jong kreeg hij (verzets)taken te verrichten en diende hij belangrijke beslissingen te nemen. In zijn jeugdboeken zien we dan ook vaak jonge mensen die vroeg volwassen moeten denken en handelen in allerlei (onvoorziene) situaties. Zijn wieg stond in het Overijsselse Kamperveen in de pastorie van de Nederlands Hervormde Kerk. Het verhaal gaat dat zijn vader, predikant, gezegd zou hebben dat in de wieg een toekomstig minister lag. Het bleken profetische woorden!

Als in 1935 het gezin Terlouw verhuist naar Garderen wordt een tweeling geboren: Ronald en Yvonne. Jan en zijn broer Theo vinden dit maar niets en besluiten hun broertje en zusje dan maar ‘poep’ en ‘pies’ te noemen. Al van kinds af aan was Jan degene die de leiding en het initiatief nam. Wanneer Theo en Jan samen speelden vond Jan het maar wat moeilijk om de leiding uit handen te geven, wat hij had bedacht moest gebeuren.

In zijn studententijd sluit Jan zich aan bij een studentenvereniging. Hij besluit zich in 1951-1952 met succes te kandideren voor het voorzitterschap. Echter, spreken gaat hem in het openbaar niet gemakkelijk af. In tegenstelling tot zijn vader, naar hem kijkt hij dan ook met veel bewondering. Wanneer Jan zich aan het eind van zijn studententijd voorneemt verder te gaan als wetenschapper in kernfusieonderzoek komt hij in contact met de kleurrijke Pool Stanislaw Kulinski, kortweg Stach. Jan heeft deze naam gekozen als hoofdpersoon in zijn beroemde jeugdroman Koning van Katoren. Dat deze naam aansloeg, blijkt uit het feit dat hij vele geboortekaartjes kreeg van mensen die hun zoon Stach noemden.

Jan trouwt met Alexandra van Hulst. Samen krijgen ze 3 dochters en een zoon. Let wel, krijgen! Want aan het begrip ‘kinderen nemen’ heeft Jan een gruwelijke hekel: ‘Ik haat die uitdrukking tot in het diepst van mijn ziel. Wat een hovaardij. Onze mogelijkheid is zo klein, zo afhankelijk van buiten de macht liggende factoren. Er valt niets te nemen.’ Ondanks dat Jan en Alexandra uit heel verschillende milieus afkomstig zijn, zitten ze qua opvoeding van de kinderen absoluut op een lijn. Al vanaf jonge leeftijd laat Jan ze zelf verantwoording afleggen over hun gedrag, door te vragen waarom ze iets hebben gedaan. Niet streng, toch een man van gezag, zo herinneren de kinderen zich hem.

Joep Boerboom, auteur van deze boeiende en lezenswaardige biografie, heeft met veel mensen gesproken in de directe omgeving van Terlouw. Diep en uitgebreid wordt ingegaan op de politieke loopbaan van Jan in combinatie met zijn schrijverschap. Hoe kwamen bepaalde jeugdboeken tot stand? Waar haalde hij zijn inspiratie vandaan? Oosterschelde windkracht 10 bijvoorbeeld handelt over de discussie over de Oosterschelde die of opengehouden moest worden of afgesloten diende te worden uit veiligheidsoverwegingen. Boerboom heeft lange gesprekken gevoerd met Terlouw op zijn landgoed aan de IJssel. Terlouw verzuchtte: ‘Kunt u niet wachten tot ik dood ben?’

Zelden maakte een politicus zo’n stormachtige opkomst en neergang door in de Haagse politiek als Jan Terlouw. Het resultaat hiervan ligt vast in een helder gedocumenteerde en fraaie biografie die zowel de mens als de politicus Jan Terlouw dichter bij het volk brengt.

 

Walraven, Esther | Daan & Nadia

9200000051759434Daan en Nadia ontmoeten elkaar in het ziekenhuis. Als ze uiteindelijk telefoonnummers hebben uitgewisseld ontstaat er een vriendschap. Nadia heeft het erg moeilijk thuis en als ze een keer bij Daan is geweest voelt ze zich daar fijner dan thuis. Daan heeft een fijne familie en ze zijn allemaal erg op Nadia gesteld. Nadia probeert Daan zo veel mogelijk te steunen tijdens zijn ziekte, Daan heeft namelijk een hersentumor. Datzelfde doet Daan bij Nadia, maar Daan kent de problemen van Nadia niet. Toch is hij tot steun. Hun vriendschap groeit uit tot iets meer dan alleen een vriendschap. Maar beide staan ze toch elke dag voor de vraag: “Zal Daan het overleven?”

Esther Walravens thematiek in ‘Daan & Nadia’ is strijd. Terwijl Daan vecht tegen de dood, strijdt Nadia tegen het leven. Daan wil zo veel mogelijk van het leven genieten, uit angst dat hij aan de ziekte ten onder zal gaan. Daarom gebruikt hij iedere keer al zijn krachten om bij zijn vrienden te zijn. Nadia daarentegen ziet het leven niet meer zitten en trekt zich heel erg terug. Ze moet niet veel van andere mensen hebben en levert strijd met de gedachte of ze haar grote geheim nu wel of niet met iemand moet gaan delen.

De cover van het boek is echt heel mooi. Daan & Nadia kent een prachtige schrijfstijl. Doordat het in de ik-vorm is geschreven, ga jij je inleven in Daan en Nadia. Je maakt bijna zelf mee wat zij meemaken. Het leuke van het boek is dat het helemaal niet voorspelbaar is. De gevoelens en gedachten die Daan in zijn situatie heeft zijn heel erg realistisch gezien zijn ziekte. Bij Nadia had ik dat wel iets minder, gezien de situatie waarin zij zit. Ondanks dat was het een goed boek. Een echt  minpunt is wel dat er veel in gevloekt en gescholden wordt.

Spits, Jerker | Staalhelmen en curryworst

Staalhelmen_en_c_566ecf105105dAan de hand van 15 typisch Duitse fenomenen neemt Duitslandkenner Jerker Spits de lezer mee op reis door de eeuwenoude cultuurgeschiedenis van Duitsland: Staalhelmen en curryworst is daarmee een feit. Jerker Spits schrijft voor diverse media waaronder Trouw en De Groene Amsterdammer. Hij heeft Duitse taal- en letterkunde gestudeerd en woonde lange tijd in Duitsland. Gepokt en gemazeld, ondergedompeld in ‘Germanij’, vertelt hij op aanstekelijke en levendige wijze over zijn Duitsland.

Jerker Spits is helder in zijn voorwoord: ‘Dit boek richt zich op de lezer die meer wil weten over de Duitse cultuur.’ En even verderop: ‘Ik wil laten zien waarom de Duitse cultuur niet alleen je hoofd, maar vooral ook je hart raakt.’ De hoofdstukken zijn onafhankelijk van elkaar goed te lezen, je kunt er in grasduinen en zelf de volgorde bepalen waarin je alles tot je neemt.

Een paar onderwerpen die de revue passeren:

  • Volkswagen, Mercedes Benz en Porsche. Tja, je ontkomt er niet aan: ‘In september 2015 deed een schandaal de Duitse auto-industrie op haar grondvesten schudden.’ Voorzien van talrijke (smeuïge) details neemt Spits de lezer mee door de autogeschiedenis van Duitsland. Vooral het verhaal over de auto van keizer Wilhelm is aandoenlijk.
  • Barnsteen. Wat heeft Duitsland met barnsteen? En wat is de betekenis van de barnsteenkamer? Een mysterieus gegeven…
  • Literatuur heeft in deze geschiedschrijving ook zijn plaats. Van Grimms Worterbuch tot Gunther Grass, van boekverbrandingen tot Lutherbijbel. De blikken trommel, een van Grass’ bekendste werken, spreekt enorm tot de verbeelding. Van Grass wordt gezegd: ‘Hij spreekt de natie aan op haar politieke geweten, in de veronderstelling dat ze een dergelijk geweten heeft.’ 
  • De Duitse taal verwijst vaak naar het bos. Veel spreekwoorden zijn ontleend aan het woud: ‘Es juckt die Eiche nicht, wenn die Sau sich an ihr krazt’. De vertaling laat ik graag over aan de liefhebber.
  • Goethe, hoe kan het ook anders, heeft zijn (literaire) stempel gedrukt op het land. Spits zegt hierover in zijn dankwoord ( ‘Danke schon’): ‘Hanco Jurgens en Jacco Pekelder hebben me bij de les gehouden en voorkomen dat ik bij elk hoofdstuk weer over mijn idolen Goethe en Thomas Mann begon.’
  • En uiteraard komt de Duitse staalhelm voorbij alsook de culinaire curryworst. Het gedeelte dat handelt over de curryworst in de literatuur is vermakelijk. Over de staalhelm schrijft Spits: ‘De Duitse helm was beter dan de Franse (…) De helm stond symbool voor een nieuwe, moderne oorlogsvoering en voor eensgezindheid. Iedereen droeg een staalhelm.’

De grote verschillen tussen Oost en West worden op een heldere en speelse manier goed uitgewerkt en neergezet in Staalhelmen en curryworst.  Na een korte intro per hoofdstuk waarin hij grofweg aangeeft wat er gaat komen in het daaropvolgende gedeelte beschrijft hij in relatief korte hoofdstukken de fenomenen van nul tot nu. Jerker Spits laat zien wat we vandaag de dag kunnen leren van de Duitse cultuurgeschiedenis en plaatst de onderwerpen in een breder historisch perspectief.  Een kanttekening tot slot: dit boek had nog meer aan waarde kunnen toenemen als er bij de hoofdstukken meer beeldmateriaal was opgenomen.

Hickham, Homer | Albert moet naar huis

Albert moet naar huis - Homer HickamHet zijn de zware jaren van de Grote Depressie in Amerika. Een jong stel besluit een roadtrip te maken van West-Virginia naar Orlando. In de auto zitten de net getrouwde Homer en Elsie, Albert en een haan waarvan niemand snapt wat ‘ie er doet. So far, so good? Inderdaad, maar Albert is een alligator, en Elsie houdt meer van hem dan van Homer. Op een dag is Homer het zat, en besluiten ze de alligator naar Florida te brengen, waar hij thuishoort.

Onderweg beleven ze tientallen avonturen, net zoals De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween. Ze blazen een fabriek op, zijn betrokken bij smokkelingen op zee en overleven ternauwernood een tornado. Ze raken vaak van het rechte pad, maar dat gebeurt nou eenmaal als je een alligator op de achterbank van je zwarte Buick hebt.
De roadtrip van Homer en Elsie gaat echter over veel meer dan een alligator thuisbrengen. Tussen de gebeurtenissen door lees je over liefde, verlangen, hoop en acceptatie. Acceptatie dat het lot (in het boek kismet genoemd) je leven bepaalt. Dat is namelijk nogal een dingetje bij Elsie.

Schrijver Homer Hickham is de zoon van Homer en Elsie. ‘Dit boek is een familielegende waarvan ik graag zeg dat alles waar is behalve die delen die niet waar zijn en die toch ook waar zijn. Ik wilde laten zien hoe en waarom mijn ouders 60 jaar bij elkaar bleven terwijl ze het bijna nooit met elkaar eens waren.’

Albert moet naar huis is vergelijkbaar met de boeken van Jonas Jonasson. Ze zijn luchtig, grappig en on the road. En ook Homer en Elsie ontmoeten onderweg belangrijke historische figuren, zoals de schrijvers John Steinbeck en Ernest Hemingway. Het lukt Hickham om ongeloofwaardige gebeurtenissen geloofwaardig over te laten komen. De thematiek in het boek is niet zwaar en dat blijft zo als er serieuzere onderwerpen aan bod komen. De diepere laag is soms even zoeken, maar wel veel duidelijker aanwezig dan in de boeken van Jonasson. Dit maakt het boek een verhaal dat je in een ruk uitleest, en vertwijfelt achterlaat na de laatste bladzijde omdat je je afvraagt wat je net in lieve vrede hebt gelezen. Gelukkig wacht je dan een verrassing op de allerlaatste pagina’s.

Albert moet naar huis - elsiereads

Gerritsen, Esther| Broer

Broer - Esther GerritsenHet Boekenweekgeschenk 2016, Broer, is een dialoog. Van de hoofdpersoon met anderen, en van de hoofdpersoon met zichzelf. Een hoofdpersoon die het allemaal goed denkt te doen, totdat haar broer op het toneel verschijnt en alles twijfelachtig wordt. Esther Gerritsen schreef het boek als een psychologische roman met twee kanten:

Olivia (52) is een vrouw die voor het perfecte plaatje gaat, en dat gaat haar aardig goed af. Ze is financieel directeur van een familiebedrijf dat ze vastberaden is om te redden van faillissement. Ook staat ze aan de roer van haar gezin, dat bestaat uit twee zonen. Een probleem is er om op te lossen. Totdat haar broer, waar ze nooit veel mee leek te hebben, op het toneel verschijnt. Met zijn charmes pakt hij iedereen om haar heen in, en duwt haar steeds meer naar de zijlijn van haar eigen leven. Hij steelt haar leven, en zij staat machteloos.

Olivia is moeder van twee jongens, maar vooral financieel directeur van een bedrijf. Een familiebedrijf welteverstaan, maar dat deert niet zoveel want een bedrijf is nou eenmaal een bedrijf. En een bedrijf en gezin moeten met strakke hand geregeerd worden, anders gaat het niet goed. Een probleem is er om op te lossen. Totdat haar gevoelige, beetje vreemde  broer op het toneel verschijnt. Hij laat haar zien dat het in een gezin en familiebedrijf juist draait om sociale, warme banden en emoties en dat zij daar altijd tekort in heeft geschoten. Dat ze het niet perfect hoeft te doen en het leven niet draait om cijfers. 

En hier houdt het verhaal op. Een echte clou ontbreekt. Terwijl je als lezer zit te wachten op een confrontatie of plottwist, besloot Gerritsen dat het hier genoeg was. Enerzijds is dit de kracht van Gerritsens werk; het laat zien dat het leven en vooral mensen niet perfect zijn. Olivia lijkt nooit precies te weten wat van haar wordt verwacht, hetzelfde kunstje als Gerritsen toepaste  in de roman Roxy. Maar Broer is te kort om echt met Olivia mee te leven, zoals in Roxy met hoofdpersoon Roxy veel makkelijker gaat. Hoewel je Olivia’s desillusie snapt, voel je het niet. Het Boekenweekgeschenk van dit jaar is een heerlijke schnabbel voor tussendoor, maar niet meer dan dat.